Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
6 april 2023.
mr. H.J. Hart en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. P.J. Verbeek, advocaat in Ede, naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
- een geschrift, zijnde de ingekomen reactie van verdachte op het verzoek van de belastingdienst om informatie ten aanzien van de inkomstenbelasting, met als bijlage het vervalste vonnis van de Rechtbank Midden-Nederland met het rolnummer C/16/428533 / HA ZA 16-917 d.d. 3 mei 2017, genummerd als DOC-003;
- een geschrift, zijnde een brief van de Rechtbank Midden-Nederland van 19 oktober 2021 met als bijlage het authentieke vonnis van de Rechtbank Midden-Nederland met het rolnummer C/16/428533 / HA ZA 16-917 d.d. 3 mei 2017, genummerd als DOC-009;
- het proces-verbaal betreft bewijswijzer, genummerd als PSF 70797 Bewijswijzer, pagina 5;
- de bekennende verklaring van verdachte, zoals opgenomen in het proces-verbaal van de terechtzitting van 6 april 2023.
- een geschrift, zijnde de ambtsedige verklaring inkomstenbelasting 2016 van
- een geschrift, zijnde de ambtsedige verklaring inkomstenbelasting 2016 van
- een geschrift, zijnde de ambtsedige verklaring inkomstenbelasting 2017 van
- een geschrift, zijnde de ambtsedige verklaring inkomstenbelasting 2017 van
- een geschrift, zijnde de ambtsedige verklaring inkomstenbelasting 2017 van
- een geschrift, zijnde de ambtsedige verklaring inkomstenbelasting 2017 van
- een geschrift, zijnde de ambtsedige verklaring inkomstenbelasting 2018 van 13 december 2021 met bijlage, genummerd als DOC-022;
- een geschrift, zijnde de ambtsedige verklaring inkomstenbelasting 2019 van 13 december 2021 met bijlage, genummerd als DOC-024;
- een geschrift, zijnde de ambtsedige verklaring inkomstenbelasting 2019 van 13 januari 2022 met bijlage, genummerd als DOC-025;
- een geschrift, zijnde de ambtsedige verklaring inkomstenbelasting 2020 van 13 december 2021 met bijlage, genummerd als DOC-027;
- de bekennende verklaring van verdachte, zoals opgenomen in het proces-verbaal van de terechtzitting van 6 april 2023.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
ingevolge de belastingwet verplicht zijnde tot het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden, andere gegevensdragers of de inhoud daarvan, en deze opzettelijk in valse of vervalste vorm voor dit doel beschikbaar stellen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven;
opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
ingevolge de belastingwet verplicht zijnde tot het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden, andere gegevensdragers of de inhoud daarvan, en deze opzettelijk in valse of vervalste vorm voor dit doel beschikbaar stellen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven;
opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd;
gevangenisstrafvoor de duur van
drie (3) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van twee (2) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte:
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen.
mr. M.S. de Waard, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Broeks, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 april 2023.