ECLI:NL:RBOVE:2023:3106

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 augustus 2023
Publicatiedatum
3 augustus 2023
Zaaknummer
84.094745.23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het opslaan van professioneel vuurwerk en het vervoeren van softdrugs

Op 3 augustus 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 25 november 2022 in Hoogeveen professioneel vuurwerk en softdrugs in zijn bezit had. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van twee jaar. De verdachte had meer dan 45 kilo professioneel vuurwerk opgeslagen, wat gevaarlijk is voor de gezondheid en veiligheid van de omgeving. Daarnaast had hij een aanzienlijke hoeveelheid hennep en hasjiesj vervoerd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelde in strijd met de Wet milieubeheer en de Opiumwet. De officier van justitie had een gevangenisstraf van zes maanden geëist, waarvan vier maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank hield rekening met de gezondheid van de verdachte en besloot tot een lichtere straf. Tevens werd de teruggave van een geldbedrag van € 389,75 aan de verdachte gelast, omdat er geen redenen waren voor verbeurdverklaring. De uitspraak is gedaan na een openbare terechtzitting op 20 juli 2023, waar de verdachte en zijn raadsvrouw aanwezig waren.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige economische kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 84.094745.23 (P)
Datum vonnis: 3 augustus 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1961 in [geboorteplaats] ,
[woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 20 juli 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. S.G. Broekstra en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. J.B. Pieters, advocaat in Hoogeveen, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:een hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, heeft opgeslagen en/of voorhanden gehad;
feit 2:hennep en hasjiesj heeft vervoerd en/of aanwezig heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij, op of omstreeks 25 november 2022 te Hoogeveen, in elk geval in Nederland,
al dan niet opzettelijk,
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 1 stuks knalstreng (Celebration Crackers, proces-verbaal pagina 32), en/of
- 18,65 kilogram knalvuurwerk (Shock Xtreme, proces-verbaal pagina 42), althans
een hoeveelheid, en/of
- 22,7 kilogram knalvuurwerk (Valencianets, proces-verbaal pagina 46), althans een
hoeveelheid, en/of
- 2,4 kilogram enkelschotsbuis (SICK 6, proces-verbaal pagina 57), althans een
hoeveelheid, en/of
- 0,55 kilogram enkelschotsbuis (Detonator, proces-verbaal pagina 60), althans een
hoeveelheid, en/of
- 0,09 kilogram knalvuurwerk (Spanish Banger Large, proces-verbaal pagina 62),
althans een hoeveelheid, en/of
- 0,3 kilogram knalvuurwerk (Spanish Banger X-Large, proces-verbaal pagina 65),
althans een hoeveelheid, en/of
- 0,37 kilogram knalvuurwerk (Spanish Banger XX-Large, proces-verbaal pagina 68),
althans een hoeveelheid, en/of
- 0,2 kilogram knalstreng (Spanish Banger 90 shot, proces-verbaal pagina 71),
althans een hoeveelheid, en/of
- 201 stuks knalvuurwerk (Super Crackers, proces-verbaal pagina 73), althans één of
meer stuks,
heeft opgeslagen en/of voorhanden gehad;
2.
hij, op of omstreeks 25 november 2022 te Hoogeveen, in elk geval in Nederland,
opzettelijk heeft vervoerd en/of aanwezig heeft gehad,
- een hoeveelheid van ongeveer 1073 gram hennep, in elk geval een hoeveelheid van
meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, en/of
- een hoeveelheid van ongeveer 535 gram hasjiesj, in elk geval een hoeveelheid van
meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hasjiesj,
zijnde (een) middel(en) als bedoeld in de Opiumwet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van beide ten laste gelegde feiten.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen bewijsverweer gevoerd.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen [1] :
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 20 juli 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , van 25 november 2022, p. 152 tot en met 158.
Een kennisgeving van inbeslagneming, nummer PL0100-2022311817-4, p. 13.
Een proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk, nummer PL0100-2022311817-4, p. 32, 34 en 35.
Een kennisgeving van inbeslagneming, nummer PL0100-2022311817-5, p. 17.
Een proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk, nummer PL0100-2022311817-5, p. 42, 44, 45, 46 en 50.
Een kennisgeving van inbeslagneming, nummer PL0100-2022311817-6, p. 21.
Een proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk, nummer PL0100-2022311817-6, p. 57 tot en met 76.
Een proces-verbaal van bevindingen van 25 november 2022, nummer PL0100-2022313678-5, p. 124 en 125.
Een proces-verbaal van bevindingen van 25 november 2022, nummer PL0100-2022313678-6, p. 127.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij, op 25 november 2022 te Hoogeveen,
opzettelijk,
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 1 stuks knalstreng (Celebration Crackers), en
- 18,65 kilogram knalvuurwerk (Shock Xtreme), en
- 22,7 kilogram knalvuurwerk (Valencianets), en
- 2,4 kilogram enkelschotsbuis (SICK 6), en
- 0,55 kilogram enkelschotsbuis (Detonator), en
- 0,09 kilogram knalvuurwerk (Spanish Banger Large),
en
- 0,3 kilogram knalvuurwerk (Spanish Banger X-Large),
en
- 0,37 kilogram knalvuurwerk (Spanish Banger XX-Large),
en
- 0,2 kilogram knalstreng (Spanish Banger 90 shot),
en
- 201 stuks knalvuurwerk (Super Crackers),
heeft opgeslagen en voorhanden gehad;
2.
hij, op 25 november 2022 te Hoogeveen,
opzettelijk heeft vervoerd en aanwezig heeft gehad,
- een hoeveelheid van ongeveer 1073 gram hennep, en
- een hoeveelheid van ongeveer 535 gram hasjiesj,
zijnde middelen als bedoeld in de Opiumwet behorende lijst II.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Super Crackers
In de keuken van verdachte zijn, onder andere, 201 Super Crackers aangetroffen. Uit het onderzoek van de politie blijkt dat dit vuurwerk niet is voorzien van een categorie-indeling. Evenmin bevat het COV-rapport informatie over het type of de netto explosieve massa. De rechtbank kan op basis daarvan niet vaststellen dat het om professioneel vuurwerk gaat. Daarom kan de rechtbank het onder 1 bewezen verklaarde ten aanzien van deze Super Crackers niet kwalificeren als ‘overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer’. De rechtbank zal verdachte op dit punt ontslaan van alle rechtsvervolging.
Conclusie
Het bewezenverklaarde is, met uitzondering van de onder feit 1 genoemde Super Crackers, strafbaar gesteld in artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer in samenhang met artikel 1.2.2, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit en de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, en in de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
feit 2
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B en C, van de Opiumwet gegeven verbod.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft ruim 45 kilo (bruto gewicht) professioneel vuurwerk voorhanden gehad en opgeslagen.
Het is algemeen bekend dat vuurwerk gevaar kan opleveren voor de gezondheid en de veiligheid. Dat geldt zeker voor professioneel vuurwerk, dat een substantieel zwaardere of explosievere lading bevat dan het vuurwerk dat in Nederland vrij verkocht mag worden.
Met het opslaan van professioneel vuurwerk in een woning en bijbehorende schuur, zonder het treffen van de nodige voorzorgsmaatregelen, heeft verdachte onverantwoorde risico’s genomen en de algemene veiligheid van personen en goederen ernstig in gevaar gebracht. Als het vuurwerk tot ontploffing was gekomen, zou dit niet alleen ernstige gevolgen kunnen hebben gehad voor verdachte, maar ook voor de mensen en gebouwen in de buurt.
Daarnaast heeft verdachte een redelijke hoeveelheid softdrugs – naar eigen zeggen eerst opgeslagen in zijn woning en vervolgens – vervoerd met zijn auto. Ook dat brengt veiligheidsrisico’s met zich, waarbij gedacht kan worden aan ripdeals of overvallen op de woning waarin de softdrugs werden opgeslagen of op de auto waarmee de softdrugs werden vervoerd. Na de inbeslagneming van de softdrugs door de politie, heeft verdachte zijn auto aangetroffen met een ingegooide ruit, waaruit zou kunnen worden afgeleid dat iemand inderdaad gepoogd heeft de drugs te stelen. Door zijn handelen, of hij de drugs nou in bezit had voor zichzelf of bewaarde voor een ander, heeft verdachte eveneens het illegale circuit in de productie en de verkoop van softdrugs in stand gehouden. Ook dit rekent de rechtbank verdachte aan.
Persoon van de verdachte
Ten aanzien van de persoon van de verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 25 april 2023. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit.
Verder komt uit het dossier en de verklaring van verdachte tijdens de terechtzitting naar voren dat verdachte een zeer broze gezondheid heeft. Door verschillende aandoeningen en operaties in het verleden heeft verdachte een beperkte conditie en komt hij weinig buitenshuis.
Conclusie
Gelet op de gezondheid van de verdachte is de rechtbank van oordeel dat het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf of taakstraf niet opportuun is. Verder geven de justitiële documentatie en de gezondheid van de verdachte geen aanleiding te veronderstellen dat een reëel gevaar voor herhaling aan de orde is. De rechtbank zal volstaan met het opleggen van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf. Bij het bepalen van de hoogte hiervan is rekening gehouden met de omstandigheid dat verdachte voor een deel van het aangetroffen vuurwerk wordt ontslagen van alle rechtsvervolging zoals hiervoor overwogen.
6.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat het inbeslaggenomen geldbedrag kan worden teruggegeven aan verdachte.
De raadsvrouw heeft betoogd dat het geldbedrag moet worden teruggegeven aan verdachte.
De rechtbank zal de teruggave aan de verdachte gelasten van het aan verdachte toebehorende op de beslaglijst vermelde geldbedrag (€ 389,75), aangezien zich naar het oordeel van de rechtbank geen omstandigheid voordoet waardoor dit vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 Sr.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart dat het onder feit 1 bewezen verklaarde opslaan en voorhanden hebben van 201 stuks knalvuurwerk (Super Crackers) geen strafbaar feit oplevert en ontslaat verdachte op dat onderdeel van alle rechtsvervolging;
- verklaart het overige bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het overige bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
feit 2
het misdrijf:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B en C, van de Opiumwet gegeven verbod;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
de in beslag genomen voorwerpen
- gelast de teruggave van het geldbedrag ter hoogte van € 389,75 (omschrijving PL0100-2022313678-G1549851) aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Berlo, voorzitter, mr. M.B. Werkhoven en
mr. M.S. de Waard, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.L. Vedder, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 3 augustus 2023.
Buiten staat
Mr. Van Berlo en mr. De Waard zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Noord-Nederland met nummer PL0100-2022313758. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.