ECLI:NL:RBOVE:2023:2970
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Opheffing van conservatoir beslag op onroerende goederen in verband met verdenking van drugslaboratorium
Op 27 juli 2023 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een klaagschrift van een klager die geconfronteerd werd met conservatoir beslag op zijn onroerende goederen. De klager, die verdacht wordt van het faciliteren van een drugslaboratorium, had eerder een klaagschrift ingediend tegen het beslag dat was gelegd op verschillende registergoederen, waaronder grasland en erf/tuin. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beslag was gelegd op verzoek van de officier van justitie, met machtiging van de rechter-commissaris, op basis van artikel 94a van het Wetboek van Strafvordering. De klager voerde aan dat het onwaarschijnlijk was dat er een schadevergoedingsmaatregel zou worden opgelegd, gezien de sterke positie van de gemeente Olst-Wijhe als benadeelde partij. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van de klager in het beklag bevestigd en geconcludeerd dat er weliswaar sprake was van een verdenking van een misdrijf, maar dat het hoogst onwaarschijnlijk was dat de strafrechter een schadevergoedingsmaatregel zou opleggen aan de klager. Daarom heeft de rechtbank het beklag gegrond verklaard en het conservatoir beslag opgeheven. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de klager in het gelijk gesteld.