ECLI:NL:RBOVE:2023:2967
Rechtbank Overijssel
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek vader tot proceskostenveroordeling in jeugdzaken
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Overijssel op 19 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzoek van de vader om de gecertificeerde instelling (GI) te veroordelen in de proceskosten. De vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. I. Mercanoglu, verzocht om de aanstelling van een jeugdbeschermer en om een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding van de termijn. De moeder, vertegenwoordigd door mr. T.H. Westerhof-Dijkstra, en de GI hebben verweer gevoerd tegen het verzoek van de vader. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sinds april 2023 al twee jeugdbeschermers waren aangesteld, waardoor het verzoek tot aanstelling van een jeugdbeschermer niet meer relevant was.
De kinderrechter heeft vervolgens de proceskostenveroordeling beoordeeld. De vader stelde dat de GI laakbaar had gehandeld, wat hem noopte tot onnodige procedures. De GI en de moeder verzochten op hun beurt om de vader in de proceskosten te veroordelen, omdat hij geen belang meer had bij zijn verzoek. De kinderrechter oordeelde dat er geen sterke argumenten waren om van het uitgangspunt af te wijken dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De kinderrechter concludeerde dat de GI niet ernstig tekort was geschoten en dat er voldoende hulp en begeleiding was geboden aan de ouders.
Uiteindelijk heeft de kinderrechter het verzoek van de vader tot proceskostenveroordeling afgewezen, evenals het verzoek van de GI en de moeder om de vader in de proceskosten te veroordelen. De beschikking is gegeven door mr. U. van Houten, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. A. Albers, griffier, en is openbaar uitgesproken op 19 juni 2023.