ECLI:NL:RBOVE:2023:2962

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
24 juli 2023
Publicatiedatum
27 juli 2023
Zaaknummer
08.028245.23
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor poging tot diefstal van elektriciteitskabels door meerdere verenigde personen

Op 24 juli 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot diefstal door meerdere verenigde personen. De verdachte, geboren in Italië en woonachtig in Roemenië, werd schuldig bevonden aan het knippen van gaten in het hekwerk van het afgesloten terrein van Enexis Netbeheer en het betreden van dit terrein met de intentie om een grote hoeveelheid koperen elektriciteitskabels te stelen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen handelde en dat er voldoende bewijs was voor medeplegen van de poging tot diefstal.

De zaak kwam voor de rechtbank na een melding van verdachte activiteiten op het terrein van Enexis. Politieagenten troffen de verdachte en medeverdachten aan in de nabijheid van het terrein, waar zij zich verborgen hielden. De rechtbank stelde vast dat de verdachte en zijn medeverdachten professioneel te werk waren gegaan, met duidelijke aanwijzingen van een georganiseerde aanpak. De verdachte ontkende betrokkenheid, maar de rechtbank achtte zijn verklaring ongeloofwaardig, mede door bewijs van communicatie met medeverdachten en zijn aanwezigheid op de plaats delict.

De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 90 dagen, waarvan 39 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het gepleegd was, en het feit dat de verdachte niet eerder was veroordeeld. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan een poging tot diefstal door middel van braak, en dat er geen feiten of omstandigheden waren die zijn strafbaarheid uitsloten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.028245.23
Datum vonnis: 24 juli 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2002 in [geboorteplaats] (Italië),
wonende [woonplaats] (Roemenië).

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 10 juli 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr R. van Andel en van wat door de raadsman van verdachte mr. J.P.W. Nijboer, advocaat in Utrecht, naar voren is gebracht. Verdachte is ter terechtzitting niet verschenen.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan een poging tot diefstal door middel van braak van een grote hoeveelheid koperen elektriciteitskabels toebehorende aan Enexis Netbeheer.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 27 januari 2023 tot en met 28 januari 2023 in de gemeente Zwolle op het bedrijfsterrein van Enexis Netbeheer, gevestigd aan de [adres], tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een grote hoeveelheid (koperen) elektriciteitskabels, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Enexis Netbeheer, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s)
- gaten in het hekwerk om het afgesloten bedrijfsterrein van Enexis Netbeheer geknipt en/of
- (vervolgens) hierdoor het bedrijfsterrein van Enexis Netbeheer betreden en/of
- haspels met (koperen) elektriciteitskabels gezocht en/of vervolgens verplaatst en/of ontmanteld en/of
- voornoemde (koperen) elektriciteitskabels in stukken opgeknipt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van het tenlastegelegde moet te worden vrijgesproken, omdat er onvoldoende bewijs voorhanden voor medeplegen van diefstal van elektriciteitskabels. Er is geen bewijs dat verdachte met anderen op het terrein van Enexis aan het knippen is geweest.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vaststelling van de feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op zaterdag 28 januari 2023 om 01.23 uur kwam er een melding binnen bij de meldkamer van de politie dat op de [adres] in Zwolle bij Enexis twee personen op het terrein liepen. Op de camerabeelden van het Enexis terrein is te zien dat om 00:59 uur twee personen bij het terrein aankomen, dat één persoon onder een toegangshek door kruipt en dat de andere persoon om 01:13 uur ook onder het hek door kruipt.
Meerdere eenheden zijn ter plaatse gegaan en hebben tactische posities ingenomen in de nabije omgeving van het terrein van Enexis. Verbalisant [verbalisant 1] hoorde knipgeluiden vanaf het terrein komen en verbalisant [verbalisant 2] liep parallel aan de spoorlijn en de afrastering van het terrein van Enexis. Hij zag daar een groot gat in de afrastering, en zag daarachter een zeer groot aantal kabelhaspels liggen.
Omstreeks 01.55 uur heeft verbalisant [verbalisant 3] bij de fietstunnel Weteringpad met het Marslandenpad positie ingenomen. Hij had vanaf die positie zicht op het terrein van Enexis en het naastgelegen spoor. Hij zag vanaf die positie dat vanaf een transformatorhuisje naast het spoor een aantal personen het spoor overstak en in de richting van de Faradaystraat liep.
Om 01:58 uur zagen ook verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] vijf à zes schimmen over het spoor lopen in de richting van de Faradaystraat. Verbalisant [verbalisant 3] zag dat deze personen aan de andere kant van het spoor knielend bij het hekwerk van het industrieterrein gingen zitten, vervolgens in colonne langs het hek in de richting van de Marsweg renden en dat zij kort daarna weer in colonne terug in de richting van verbalisant [verbalisant 3] renden.
Verbalisant [verbalisant 3] zag dat deze personen hierna allemaal over het hek van het bedrijventerrein aan de Faradaystraat 17 klommen, dat één van hen het hek van het naastgelegen bedrijfspand aan de Faradaystraat 13 overklom en dat deze persoon zich daar achter het pand verstopte. Om 02:00 uur werd deze persoon aangehouden. Dit betrof medeverdachte [medeverdachte 1].
De overige personen werden achtervolgd door verbalisant [verbalisant 3] die achter deze personen aan over het hek van de Faradaystraat 17 klom. Hij zag dat een aantal personen over het hek van de Faradaystraat 17 klom en in de richting van de Faradaystraat 12 rende.
Verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] hadden daar met hun opvallend dienstvoertuig op de kruising van de Marconistraat met de Faradaystraat positie ingenomen. Zij zagen dat een groep van zeven personen over de Faradaystraat in hun richting liep, weer terug liep, en daarna opnieuw in hun richting liep. Deze personen renden vervolgens naar het hekwerk van de Faradaystraat 21 en klommen daar over het hek. Twee personen die nog bezig waren om over het hek te klimmen zijn daarbij om 2:00 uur op de Faradaystraat 21 aangehouden. Dit betroffen de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3].
Het industrieterrein waar de andere personen op waren gelopen, werd door de politie afgezet en er werd naar hen gezocht. Verbalisant [verbalisant 3] is naar het fietspad van het Weteringpad gelopen. Dit fietspad grenst aan de ene zijde aan het bedrijfsterrein van de Faradaystraat 12, waar een aantal gevluchte personen voor het laatst was gezien, en aan de andere zijde aan de bosschages langs de waterkant van het Almelose kanaal.
Verbalisant [verbalisant 3] trof daar in de bosschages twee personen liggend aan de waterkant aan. Zij deden alsof ze sliepen. Dit betroffen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 4]. Zij zijn om 02:15 uur op het Weteringpad aangehouden en hadden vieze en kapot gescheurde kleding aan. Ook hadden zij verwondingen aan de binnenkant van hun handen. Medeverdachte [medeverdachte 4] had een scheur in zijn broek ter hoogte van de binnenzijde van zijn rechterbeen. Verbalisant [verbalisant 3] zag een oranje handschoen op ongeveer een meter afstand van hen liggen.
Om 02.30 uur is verbalisant [verbalisant 6] vervolgens met zijn gecertificeerde diensthond op de plaats waar verdachte en medeverdachte [medeverdachte 4] zijn aangetroffen gaan zoeken. Iets verderop in de werd om 02.34 uur medeverdachte [medeverdachte 5] aangetroffen. Hij zat hurkend in de bosschages en hij is toen ook aangehouden. Hierna zijn er geen andere personen meer in het afgezette gebied aangetroffen.
Omstreeks 02:30 uur stelden verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] een onderzoek in op het terrein van Enexis. Zij zagen dat in de omheining van het terrein twee grote gaten zaten, dat buiten het terrein zes vers geknipte rollen kabels lagen en dat op het terrein een zeer grote hoeveelheid vers geknipte rollen kabels lagen. Verder zagen zij in de direct omgeving van deze kabels een rood/gele kniptang liggen.
Omstreeks 03.38 uur troffen verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 3] achter een transformatorhuisje dat langs het spoor lag, twee tassen aan met daarin meerdere werktuigen die geschikt waren om kabels te knippen. In de tassen zaten ook drie waterflessen. Daarnaast werd bij één van de hekwerken op de vluchtroute een handschoen aangetroffen.
Op de drie doppen van de waterflessen is DNA-materiaal van medeverdachte [medeverdachte 1] aangetroffen. Op één van de doppen is DNA-materiaal van medeverdachte [medeverdachte 5] aangetroffen. Op de handschoen is DNA-materiaal van medeverdachte [medeverdachte 2] aangetroffen.
Aangever [aangever], die namens Enexis aangifte heeft gedaan, heeft verklaard dat het bedrijf op 27 januari 2023 omstreeks 17:00 uur in goede staat werd afgesloten en dat hierna twee grote gaten in het gaas van het hekwerk nabij het spoor zijn geknipt. Hier lagen op het terrein twaalf haspels die daar heen zijn gesleept. Bij de haspels lagen diverse bosjes met opgerolde, afgeknipte elektriciteitskabels op de grond. Deze waren klaar om te worden weggenomen. Volgens aangever moeten de personen die dit hebben gedaan professionals zijn geweest. Omdat het aantal stukken elektriciteitskabel dat van de haspels is afgeknipt enorm is en steeds in een x aantal meters is geknipt, moeten de personen die dit hebben gedaan volgens aangever [aangever] hier uren mee bezig zijn geweest.
De overwegingen van de rechtbank
De hiervoor geschetste feiten en omstandigheden acht de rechtbank in hoge mate redengevend voor het bewijs dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan. Dat zou anders kunnen komen te liggen indien verdachte een verifieerbare, die redengevendheid ontzenuwende verklaring aflegt, maar daarvan is geen sprake.
Bij zijn verhoor van voorgeleiding na aanhouding op 28 januari 2023 verklaarde verdachte dat hij samen met de rest buiten lag te slapen, dat de politie hen opeens wakker maakte en meenam. Bij zijn verhoor voorafgaand aan zijn inverzekeringstelling op 28 januari 2023 wilde verdachte geen verklaring afleggen.
Bij zijn verhoren bij de politie op 28 en 30 januari 2023 heeft verdachte verklaard dat hij tussen 17:00 uur en 18:00 uur met medeverdachte [medeverdachte 4] met de trein naar Zwolle is gekomen om daar werk te zoeken, dat zij geen werk konden vinden en toen wat hebben gewandeld en bij de bosjes bij het terrein van Enexis terecht zijn gekomen. Verdachte ontkent dat hij op het terrein van Enexis is geweest en ontkent ook dat hij iets heeft geknipt. Toen de politie kwam sliep hij met [medeverdachte 4] naast het water. Aan verdachte zijn foto’s getoond van de medeverdachten die in de betreffende nacht zijn aangehouden, en ook van medeverdachte [medeverdachte 6], die later op 7 februari 2023 is aangehouden. Verdachte verklaarde dat hij alleen [medeverdachte 4] herkende.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte ongeloofwaardig. Uit het onderzoek naar de telefoon van verdachte blijkt dat verdachte op 27 januari 2023 meerdere keren via Facebook contact met medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 6] heeft gehad, hetgeen zijn verklaring dat hij deze medeverdachten niet kent onaannemelijk maakt.
Verder heeft verdachte om 16:35 uur een selfie gemaakt waarop hij zittend in een auto is te zien. Daarnaast straalde zijn telefoon op 27 januari 2023 om 20.39 uur aan op de A28 te Zeist en straalde deze telefoon op 27 januari 2023 tussen 22.05 uur en 22.43 uur aan ter hoogte van het winkelcentrum AA-landen in Zwolle, waar op de parkeerplaats een bus met Roemeens kenteken is aangetroffen. Dit maakt ook de verklaring dat hij met de trein naar Zwolle is gekomen ongeloofwaardig.
Bovendien is medeverdachte [medeverdachte 5] iets later en iets verderop in dezelfde bosschages als waar verdachte is aangetroffen aangehouden en is van [medeverdachte 5] DNA-materiaal op een dop aangetroffen die is gevonden in een tas bij het transformatorhuisje vlak bij de plaats delict, en zijn in dezelfde tas ook meerdere werktuigen aangetroffen die geschikt zijn om kabels te knippen.
Daarnaast blijkt uit de bewijsmiddelen dat het die nacht tegen het vriespunt was zodat het niet aannemelijk is dat verdachte daar zonder bescherming tegen de kou in de betreffende bosschages zou gaan slapen. Te meer aangezien er verder ook geen slaapspullen zijn aangetroffen. Evenmin heeft verdachte een afdoende verklaring gegeven voor de kapot gescheurde kleding en de verwondingen aan de binnenzijde van zijn handen, zodat de rechtbank het ervoor houdt dat verdachte deze heeft opgelopen tijdens zijn vlucht over het prikkeldraad. Ook heeft verdachte geen verklaring gegeven voor het feit dat er een oranje handschoen op ongeveer een meter afstand van hem lag.
Gelet op de zeer korte tijdspanne tussen het moment waarop de verbalisanten een aantal personen vanaf het transformatorhuisje bij de plaats delict over het spoor zagen lopen en het moment waarop verdachte is aangehouden, en de zeer verdachte omstandigheden waaronder verdachte is aangehouden en het feit dat hij geen geloofwaardige verklaring heeft afgelegd voor die omstandigheden, en de gegevens die uit het onderzoek naar de telefoon van verdachte naar voren zijn gekomen, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat verdachte de poging tot diefstal samen met de medeverdachten heeft gepleegd.
Hoewel uit het dossier weliswaar niet kan worden afgeleid welke verdachte precies welke rol bij de inbraak heeft gespeeld, stelt de rechtbank vast dat sprake is geweest van medeplegen. Een gezamenlijke uitvoering tijdens het feit, waarvan gezien het voorgaande sprake is, levert voldoende aanwijzingen voor een wezenlijke bijdrage en derhalve voor medeplegen op. Het is aan de verdachte om het tegendeel aannemelijk te maken en dat heeft verdachte niet gedaan.
De rechtbank is daarom van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan. Het verweer van de raadsman wordt verworpen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 27 januari 2023 tot en met 28 januari 2023 in de gemeente Zwolle op het bedrijfsterrein van Enexis Netbeheer, gevestigd aan de [adres], tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om een grote hoeveelheid (koperen) elektriciteitskabels, die geheel aan Enexis Netbeheer, toebehoorden weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, immers heeft/hebben hij en/of zijn mededaders
- gaten in het hekwerk om het afgesloten bedrijfsterrein van Enexis Netbeheer geknipt en
- (vervolgens) hierdoor het bedrijfsterrein van Enexis Netbeheer betreden en
- haspels met (koperen) elektriciteitskabels gezocht en vervolgens verplaatst en ontmanteld en
- voornoemde (koperen) elektriciteitskabels in stukken opgeknipt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
In geval van hoger beroep zullen de gebruikte bewijsmiddelen worden opgenomen in een aanvulling bij dit vonnis. De in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden zijn redengevend voor deze beslissing.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45 en 311 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 90 dagen, waarvan 39 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met aftrek van de tijd dat verdachte in voorlopige hechtenis heeft gezeten. Volgens de officier van justitie is er sprake van mobiel banditisme en zij heeft hier in haar strafeis rekening mee gehouden.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat geen sprake is van mobiel banditisme en dat sprake is van een eenmalig incident. De raadsman heeft verzocht om bij een eventuele strafoplegging aansluiting te zoeken bij de richtlijn voor strafvordering metaaldiefstal en heeft in overweging gegeven om te volstaan met de oplegging van een geheel voorwaardelijke straf. Verder heeft de raadsman bepleit om bij een voorwaardelijk strafdeel een proeftijd van twee jaar op te leggen.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich met anderen schuldig gemaakt aan een poging tot diefstal met braak bij Enexis. Daarbij zijn verdachte en zijn mededaders in georganiseerd verband en professioneel te werk gegaan. Zij hebben urenlang vele kostbare elektriciteitskabels geknipt en deze klaargelegd om te stelen. Door zo te handelen heeft verdachte te kennen gegeven geen enkel respect te hebben voor andermans bezit en enkel uit te zijn op financieel gewin. Het is algemeen bekend dat bedrijfsinbraken veel schade en hinder veroorzaken voor de gedupeerde bedrijven.
De rechtbank houdt bij de strafoplegging rekening met de omstandigheid dat verdachte blijkens de inhoud van het uittreksel justitiële documentatie van 1 juni 2023 niet eerder is veroordeeld voor enig strafbaar feit.
De rechtbank is in dit geval van oordeel dat een gedeeltelijk onvoorwaardelijke vrijheidsstraf recht doet aan de aard en ernst van het feit. Daarbij weegt de rechtbank mee dat verdachte een poging tot diefstal in vereniging heeft gepleegd, dat sprake is van een professionele werkwijze en dat sprake is van een aanzienlijk schadebedrag. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten leiden, acht de rechtbank niet aanwezig.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) tot uitgangspunt genomen.
Verdachte en zijn medeverdachte zijn afkomstig uit Roemenië. Verdachte heeft verklaard dat hij ten tijde van het delict in Schaick verbleef, dat hij sinds twee weken in Nederland was en dat hij niet in Nederland stond ingeschreven. Een aantal van zijn medeverdachten beschikken niet over een vaste woon- of verblijfplaats in Nederland. Hoewel er naar het oordeel van de rechtbank vraagtekens bestaan over de reden van zijn komst naar Nederland, is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende aanwijzingen zijn voor mobiel banditisme, onder meer omdat niet is gebleken dat verdachte eerder is veroordeeld.
Alles afwegende ziet de rechtbank aanleiding om de door de officier van justitie geëiste straf op te leggen.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b en 14c Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de
schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van
braak.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
90 (negentig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
39 (negenendertig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.J. Sangers-de Jong, voorzitter, mr. N.J.C. Monincx en
mr. M.W. Eshuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2023.
Mr. N.J.C. Monincx is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.