Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Datum beschikking: 8 mei 2023
Rechtbank Overijssel
Op 8 mei 2023 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een zaak waarin [verzoekster] een verzoek tot voorlopige voorziening heeft ingediend op grond van artikel 287 lid 4 van de Faillissementswet. Dit verzoek was gericht op het schorsen van een beslag op haar loon door de besloten vennootschap Bos Incasso B.V., die als rechtsopvolger van Ziggo B.V. optreedt. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een minnelijk traject is gestart, maar dat dit nog niet is afgerond. De rechtbank concludeert dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet kan worden toegewezen, omdat artikel 287 lid 4 Faillissementswet alleen van toepassing is als het minnelijk traject reeds is beproefd en niet is geslaagd. Aangezien het minnelijk traject nog in de beginfase verkeert, is de weg van artikel 287 lid 4 Faillissementswet nog niet open.
Daarnaast overweegt de rechtbank dat een moratorium op grond van artikel 287b Faillissementswet ook niet mogelijk is, omdat er geen sprake is van een bedreigende situatie zoals gedwongen woningontruiming of beëindiging van essentiële leveringen. De rechtbank wijst het verzoek af en benadrukt dat de beschikking op 8 mei 2023 is gegeven door mr. M.M. Verhoeven, in tegenwoordigheid van de griffier. Tegen deze beschikking kan alleen door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof.