ECLI:NL:RBOVE:2023:2882

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 juli 2023
Publicatiedatum
24 juli 2023
Zaaknummer
10586723 \ CV EXPL 23-2376
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduurzaming en renovatie van huurcomplexen door woonstichting met gedwongen medewerking van huurder

In deze zaak heeft de woonstichting Domijn een kort geding aangespannen tegen een huurder die niet reageerde op herhaalde verzoeken om medewerking aan verduurzamings- en renovatiewerkzaamheden aan de woning die hij huurt. De rechtbank Overijssel heeft op 21 juli 2023 uitspraak gedaan in deze zaak. Domijn heeft de huurder op 5 juli 2023 gedagvaard, waarbij zij een voorlopige voorziening heeft gevraagd. De huurder is niet verschenen op de zitting van 21 juli 2023, waardoor verstek is verleend. De rechtbank heeft vastgesteld dat Domijn de huurder herhaaldelijk heeft geprobeerd te bereiken, maar dat de huurder op geen enkele manier heeft gereageerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering van Domijn niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft de huurder veroordeeld om medewerking te verlenen aan de verduurzamings- en renovatiewerkzaamheden. Dit houdt in dat de huurder toegang tot de woning moet verlenen aan de medewerkers van Domijn en dat hij de woning tijdelijk moet ontruimen indien hij niet vrijwillig meewerkt. De rechtbank heeft ook de proceskosten aan de zijde van Domijn toegewezen, die zijn begroot op € 786,86, te vermeerderen met wettelijke rente. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer: 10586723 \ CV EXPL 23-2376
Vonnis in kort geding van 21 juli 2023
in de zaak van
de stichting
WONINGSTICHTING DOMIJN,
gevestigd en kantoorhoudende te Enschede,
eisende partij, hierna te noemen Domijn,
gemachtigde: mr. drs. J.P. Scheltes,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
niet verschenen noch vertegenwoordigd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
1.1.
De namens Domijn betekende dagvaarding van 5 juli 2023, waarbij Domijn een vordering heeft ingesteld tot het treffen van een voorlopige voorziening en [gedaagde] heeft opgeroepen ter zitting in kort geding te verschijnen.
1.2.
De vordering is behandeld ter zitting van 21 juli 2023. Domijn (vertegenwoordigd door [naam] ) is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Tegen de niet verschenen [gedaagde] is verstek verleend.
1.3.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Domijn verhuurt met ingang van 1 maart 2015 voor onbepaalde tijd aan [gedaagde] de woning aan de [adres 1] .
2.2.
Domijn heeft besloten een deel van haar woningbestand te verduurzamen en te renoveren. Een van de wooncomplexen van Domijn die hiervoor in aanmerking komt is het complex gelegen aan de [adres 2] en [adres 1] . Het gaat in totaal om 18 woningen.
2.3.
Op 23 mei 2022 heeft Domijn een brief met een vooraankondiging voor de werkzaamheden verzonden aan alle huurders, waaronder de heer [gedaagde] .
2.4.
Op 7 december 2022 heeft Domijn een brief naar [gedaagde] gestuurd, waarin onder meer is vermeld dat wanneer een huurder niet akkoord gaat met het renovatievoorstel, de huurder toch gehouden is medewerking te verlenen indien meer dan 70% van alle betrokken huurders alsnog akkoord gaat met de verduurzamings- en renovatiewerkzaamheden.
2.5.
[gedaagde] heeft het deelnameformulier niet voor akkoord getekend, noch heeft hij Domijn op een andere manier te kennen gegeven dat hij akkoord gaat met de verduurzamings- en renovatiewerkzaamheden.
2.6.
Domijn heeft [gedaagde] bij brief van 25 januari 2023 geïnformeerd dat meer dan 70% (namelijk 94,4%) van de betrokken huurders heeft ingestemd met de verduurzamings- en renovatiewerkzaamheden. [gedaagde] heeft geen gebruik gemaakt van de bezwaartermijn.
2.7.
Domijn heeft, in de periode eind januari 2023 tot en met mei 2023, [gedaagde] veelvuldig trachten te bereiken via (onder meer) (aangetekende) brieven, WhatsApp-berichten en huisbezoeken.
2.8.
[gedaagde] heeft op geen enkele wijze gereageerd op de pogingen tot contact van Domijn.

3.Het geschil en de beoordeling

3.1.
Bij de dagvaarding zijn de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht genomen.
3.2.
Domijn vordert dat de kantonrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. Domijn machtigt om een warme opname, een asbestinventarisatie en de geplande werkzaamheden zoals specifiek omschreven in producties 5,6 en 7 en concreet uitgewerkt in de planning ingebracht als productie 20, in en nabij de woning in [adres 1] , welke Domijn aan [gedaagde] verhuurt, uit te laten voeren in de periode van augustus tot november 2023, iedere werkdag van 7:00 uur in de morgen tot uiterlijk 17:00 uur in de namiddag;
II. [gedaagde] veroordeelt om, onmiddellijk na betekening van dit vonnis, een warme opname, een asbestinventarisatie en de geplande werkzaamheden zoals specifiek omschreven in producties 5,6 en 7 en concreet uitgewerkt in de planning ingebracht als productie 20, toe te laten, te hengen en te gedogen en daaraan de nodige medewerking te verlenen, waaronder begrepen het verschaffen van toegang tot het gehuurde aan medewerkers van Domijn en/of derden die opdracht hebben gekregen de werkzaamheden uit te voeren;
III. [gedaagde] veroordeelt, wanneer hij niet vrijwillig aan de onder onderdeel II. opgenomen veroordeling voldoet, om uiterlijk binnen 3 dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres 1] met al het zijne en de zijnen, tijdelijk voor de duur van de onderhouds-, verduurzamings- en renovatiewerkzaamheden door Domijn, te ontruimen en te verlaten, te bewerkstelligen door de gerechtsdeurwaarder, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 558 sub a. en sub. B. jo. 556 lid 1 jo. 557 Rv;
IV. [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten, alsmede in de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.3.
De vordering komt de kantonrechter vooralsnog niet onrechtmatig of ongegrond voor en behoort daarom te worden toegewezen.
3.4.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van Domijn begroot op:
- kosten dagvaarding € 129,86
- griffierecht € 128,00
- salaris gemachtigde
€ 529,00(tarief van € 529,00)
totaal € 786,86
3.5.
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen als hierna onder de beslissing te vermelden.

4.De beslissing in kort geding

4.1.
machtigt Domijn om een warme opname, een asbestinventarisatie en de geplande werkzaamheden zoals specifiek omschreven in producties 5,6 en 7 en concreet uitgewerkt in de planning ingebracht als productie 20, in en nabij de woning in [adres 1] , welke Domijn aan [gedaagde] verhuurt, uit te laten voeren in de periode van augustus tot november 2023, iedere werkdag van 7:00 uur in de morgen tot uiterlijk 17:00 uur in de namiddag;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om, onmiddellijk na betekening van dit vonnis, een warme opname, een asbestinventarisatie en de geplande werkzaamheden zoals specifiek omschreven in producties 5,6 en 7 en concreet uitgewerkt in de planning ingebracht als productie 20, toe te laten, te hengen en te gedogen en daaraan de nodige medewerking te verlenen, waaronder begrepen het verschaffen van toegang tot het gehuurde aan medewerkers van Domijn en/of derden die opdracht hebben gekregen de werkzaamheden uit te voeren;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] , wanneer hij niet vrijwillig aan de onder onderdeel 4.2. opgenomen veroordeling voldoet, om uiterlijk binnen 3 dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres 1] met al het zijne en de zijnen, tijdelijk voor de duur van de onderhouds-, verduurzamings- en renovatiewerkzaamheden door Domijn, te ontruimen en te verlaten, te bewerkstelligen door de gerechtsdeurwaarder, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 558 sub a. en sub. B. jo. 556 lid 1 jo. 557 Rv;
4.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, begroot op € 786,86, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover ex artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling;
4.5.
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 132,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover ex artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na dagtekening van dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling;
4.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Marsman, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 juli 2023. (TD)