ECLI:NL:RBOVE:2023:2845
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan met betrekking tot detailhandel op een perceel in Enschede
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 21 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een onderneming die een omgevingsvergunning heeft aangevraagd, en het college van burgemeester en wethouders van Enschede, dat deze vergunning heeft geweigerd. De eiseres had op 29 september 2021 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning om een afwijking van het bestemmingsplan 'Hogeland-Zuid, Varvik en Diekman' mogelijk te maken, zodat detailhandel uit de branche 'dagelijks' op het perceel kon worden gevestigd. Het college heeft de aanvraag op 22 november 2021 geweigerd, en het bezwaar van eiseres tegen deze weigering is op 13 mei 2022 ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de weigering van de omgevingsvergunning in stand blijft, omdat de vestiging van detailhandel in de branche 'dagelijks' in strijd is met de geldende brancheringsregeling in het bestemmingsplan. De rechtbank heeft geoordeeld dat de brancheringsregeling niet evident in strijd is met de Dienstenrichtlijn en dat de gemeente voldoende heeft gemotiveerd dat de regeling noodzakelijk is om een dwingende reden van algemeen belang te waarborgen, namelijk het behoud van een sterk winkelaanbod in de binnenstad en wijkwinkelcentra.
Daarnaast heeft de rechtbank de argumenten van eiseres over de parkeerbehoefte en de mogelijke leegstand van de huidige bouwmarkt verworpen. De rechtbank concludeert dat het college in redelijkheid heeft kunnen besluiten om de omgevingsvergunning te weigeren, en verklaart het beroep van eiseres ongegrond.