ECLI:NL:RBOVE:2023:2832
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Faillissementsverzoek en schuldsaneringsregeling: niet-ontvankelijkheid van verzoeker
Op 11 mei 2023 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een faillissementszaak waarbij de Coöperatieve Rabobank U.A. het faillissement van de verzoeker heeft aangevraagd. De verzoeker, geboren in 1958, werd door de rechtbank gewezen op de mogelijkheid om een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling in te dienen. Op 19 april 2023 heeft de verzoeker een email gestuurd naar de rechtbank met de handgeschreven opmerking 'hierbij schuldsaneringsverzoek' op de eerste bladzijde van de brief van de rechtbank van 4 april 2023. De rechtbank heeft de verzoeker echter medegedeeld dat deze bijschrijving niet voldeed aan de vereisten voor een geldig verzoek tot schuldsanering. De verzoeker werd verzocht om een formeel briefje op te stellen waarin hij expliciet verzocht om de toepassing van de schuldsaneringsregeling, inclusief het nummer van het faillissementsrekest, en dit briefje diende uiterlijk op 25 april 2023 door de rechtbank ontvangen te zijn.
Aangezien de rechtbank tot op heden geen verdere correspondentie van de verzoeker heeft ontvangen, heeft zij besloten om het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling te beoordelen. De rechtbank oordeelde dat de bijschrijving op de brief van 4 april 2023 niet voldeed aan de minimale eisen en dat het verzoek onvolledig was, ondanks de termijn die was gegeven voor herstel. Daarom heeft de rechtbank de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De uitspraak werd gedaan door mr. A.E. Zweers en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De verzoeker heeft het recht om binnen acht dagen na de uitspraak hoger beroep in te stellen, uitsluitend via een door een advocaat ondertekend verzoekschrift.