ECLI:NL:RBOVE:2023:2830

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
26 juni 2023
Publicatiedatum
20 juli 2023
Zaaknummer
C/08/292102 / FA RK 23-427
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voornaamswijziging wegens onvoldoende zwaarwichtig belang en maatschappelijk belang van consistentie in namen

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 26 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot voornaamswijziging van een man, die zijn voornamen wilde wijzigen vanwege de hinder die hij ondervond van zijn huidige naam. De man, die in het verleden bekendheid verwierf door zijn controversiële standpunten en een veroordeling wegens lidmaatschap van een verboden vereniging, stelde dat zijn huidige naam hem belemmerde in zijn dagelijks leven en werk. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 juni 2023 was de man echter niet aanwezig, noch zijn advocaat, die om uitstel had verzocht vanwege een treinstoring. De rechtbank weigerde dit verzoek en gaf de man de kans om online deel te nemen aan de zitting, maar hij maakte hier geen gebruik van.

De rechtbank overwoog dat voor een wijziging van de voornaam een zwaarwichtig belang moet bestaan, dat moet worden afgewogen tegen het belang van consistentie in namen in de maatschappij. De rechtbank concludeerde dat de man onvoldoende had aangetoond dat hij een zwaarwichtig belang had bij de wijziging van zijn voornamen. De rechtbank merkte op dat de man zelf bijdroeg aan zijn vindbaarheid door zijn publieke uitingen en dat het maatschappelijke belang bij consistentie in namen zwaarder woog dan zijn persoonlijke belangen. De rechtbank wees het verzoek af, met de mogelijkheid voor de man om in hoger beroep te gaan bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

locatie Almelo
team familie- en jeugdrecht
zaaknummer: C/08/292102 / FA RK 23-427
beschikking van 26 juni 2023
inzake
[de man],
verder te noemen: de man,
wonende te [woonplaats],
verzoeker,
advocaat: mr. E.P.J. Appelman,

1.Het procesverloop

1.1.
Op 8 februari 2023 is ter griffie van deze rechtbank ingekomen een verzoekschrift met bijlagen, tot voornaamswijziging. Op 5 juni 2023 is een tweetal emailberichten van
mr. Appelman ontvangen.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling op 5 juni 2023 is niemand verschenen.

2.De feiten

2. Uit de door de man overgelegde geboorteakte blijkt dat op [geboortedatum] 1978 in de gemeente [geboorteplaats] is geboren: [de man].

3.Het verzoek

3.1.
De man heeft verzocht zijn voornamen “
[naam 1]” te wijzigen in de voornaam “
[naam 2]”.
3.2.
De man heeft ter onderbouwing van het verzoek aangevoerd dat hij in zijn dagelijks leven veel hinder ondervindt van zijn huidige voornaam. De man heeft zich de afgelopen 20 jaar bekend gemaakt als niet-praktiserend pedofiel, in welk verband in 2003 de eerste openbare berichten over hem zijn verschenen. De man is in 2022 vervolgd en veroordeeld wegens voortzetting van een door de Hoge Raad op 18 april 2004 verboden vereniging, de vereniging ‘[naam 3]’.
3.3.
De man tracht sindsdien zijn leven weer op de rit te krijgen, maar wordt daarin gehinderd omdat hij bang is dat mensen achter zijn woon- en adresgegevens komen. Het is voor hem moeilijk om een baan te krijgen en te behouden. Bij werkgevers probeert hij openheid van zaken te geven over zijn eerdere veroordeling, maar dat pakt vaak negatief uit. In de media wordt de man veelvuldig aangeduid als pedofiel en de man leeft elke dag in angst dat zijn veiligheid gevaar loopt.
De man meent dat de over hem geschreven berichten onterecht zijn, waar het gaat om de aanduiding van de man als pedoseksueel, nu hij over dit onderwerp alleen zijn mening heeft geuit, maar zich niet schuldig heeft gemaakt aan ontucht met minderjarigen.
De man probeert niet zijn eerdere activistische activiteiten te bagatelliseren, maar de optelsom van alle activiteiten van de afgelopen twintig jaar hebben ertoe geleid dat de man thans geen normaal leven kan leiden.
3.4.
De man wenst al zijn voornamen te laten vervangen door de naam ‘[naam 2]’, die ‘vredig’ betekent. De man vreest dat als zijn overige initialen in stand blijven, deze alsnog eenvoudig naar de voornaam ‘[naam 1]’ te herleiden zijn. Daarnaast wil de man niet geassocieerd worden met de rooms-katholieke kerk. Hij is zich ervan bewust dat hij door deze voornaam te kiezen dezelfde naam krijgt als een bekende Nederlandse cabaretier, maar dat is volgens hem geen beletsel voor wijziging van de naam.

4.De beoordeling

4.1.
Ingevolge artikel 1:4 lid 4, eerste en tweede volzin, Burgerlijk Wetboek (BW) kan op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger wijziging van de voornaam worden gelast door de rechtbank. De wijziging geschiedt doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 1:20a lid 1 BW.
4.2.
Voor een dergelijke wijziging dient een voldoende zwaarwichtig belang te bestaan.
4.3.
De rechtbank overweegt dat voornamen een middel zijn om personen binnen hun
familie en in het maatschappelijk verkeer te identificeren. Daarom vallen voornamen onder het begrip ‘privéleven en familie- en gezinsleven’ in de zin van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Voor een wijziging van de voornaam zoals verzocht dient voldoende zwaarwichtig belang te bestaan. Het persoonlijk belang van de betrokkene dient afgewogen te worden tegen het belang dat het rechtsverkeer heeft bij een zo hoog mogelijke mate van consistentie in namen. Bepalend bij de vraag of een weigering om een bepaalde voornaam toe te kennen een ongerechtvaardigde inmenging oplevert, is de mate van ongemak of overlast die de betrokkene hiervan ondervindt. Daarbij dienen alle feiten en omstandigheden te worden meegewogen, waaronder ook de vraag of het voor de betrokkene feitelijk toch mogelijk is de gewenste voornamen te voeren.
4.4.
De rechtbank is van oordeel dat de man onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij een zwaarwichtig belang heeft bij de door hem verzochte wijziging van zijn voornamen. De man heeft in zijn verzoek en schriftelijke toelichting daarop enkele stellingen ingenomen. De rechtbank had de man daarover willen bevragen en om die reden een mondelinge behandeling gelast, onder andere met betrekking tot de detentie van de man, zijn stellingen over sollicitaties en afwijzingen die hij daarop ontving, zijn stelling over een eventueel zogenaamd vergetelverzoek aan Google, de mogelijkheid van het voeren van (één van) zijn overige voornamen en de gewenste voornaam van de man.
4.5.
De advocaat van de man heeft in de ochtend van 5 juni 2023 telefonisch contact met de rechtbank opgenomen met de mededeling dat hij als gevolg van een treinstoring in de regio Amsterdam niet in staat zou zijn bij de mondelinge behandeling aanwezig te zijn. De advocaat van de man heeft de rechtbank verzocht de mondelinge behandeling uit te stellen.
De rechtbank heeft hierop laten weten niet in te stemmen met het uitstelverzoek en de advocaat van de man en (desgewenst) de man in de gelegenheid gesteld om de mondelinge behandeling via een online verbinding of fysiek bij te wonen. De advocaat van de man heeft in zijn reactie laten weten dat zowel hij als de man geen gebruik van (één van deze) mogelijkheden zullen maken. Daarbij heeft de advocaat van de man medegedeeld dat hij en zijn cliënt zich ervan bewust zijn dat het niet gebruik maken van deze mogelijkheid tot gevolg kan hebben dat de rechtbank de zaak zonder mondelinge behandeling zal afdoen.
4.6.
Naar het oordeel van de rechtbank kan uit het verzoek van de man worden afgeleid dat hij een belang heeft bij zijn verzoek. Het feit dat hij online eenvoudig vindbaar is vanwege de door hem jarenlang in het openbaar verkondigde standpunten omtrent een maatschappelijk zeer omstreden en gevoelig onderwerp zal ongetwijfeld hinderlijk voor hem zijn. Dit is echter wel een omstandigheid die (mede) door de man zelf is veroorzaakt, door zich met zijn denkbeelden telkens openlijk te profileren. De rechtbank is van oordeel dat het maatschappelijke belang bij een zo hoog mogelijke consistentie in namen in deze zwaarder weegt. Daarbij weegt de rechtbank mee dat de man niet is ingegaan op de uitnodiging van de rechtbank om, desnoods via een online verbinding, zijn verzoek nader toe te lichten en vragen hierover van de rechtbank te beantwoorden. Bovendien stelt de man dat hij zijn straf er op heeft zitten en dat het lastig is (hooggeschoold) werk te krijgen en te behouden, maar laat hij na een en ander met stukken te onderbouwen. Het is de rechtbank voorts niet gebleken dat het probleem dat de man ervaart niet opgelost zou kunnen worden door een van zijn andere voornamen als roepnaam in het maatschappelijk verkeer te gebruiken. De rechtbank wijst het verzoek van de man derhalve af.

5.De beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek van de man af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.H. van der Lecq, mr. K. van Leeuwen en mr. H.M. Jongebreur en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2023 in tegenwoordigheid van mr. K. Hermsen, griffier.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden:
door verzoeker en door degene(n) aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.