ECLI:NL:RBOVE:2023:2818

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 juli 2023
Publicatiedatum
20 juli 2023
Zaaknummer
08.220650.22 en 08.216348.22 (ter terechtzitting gevoegd) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor mishandeling en bedreiging in een huiselijke context

Op 20 juli 2023 heeft de Rechtbank Overijssel een 26-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 weken voor meerdere gevallen van mishandeling en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De zaak betreft geweldsdelicten gepleegd tegen zijn ex-partner, waarbij de verdachte haar meermaals in het gezicht heeft geslagen en haar keel heeft dichtgeknepen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan deze feiten, ondanks dat hij in een andere zaak werd vrijgesproken van verkrachting. De rechtbank heeft de ernst van de gepleegde feiten, de impact op het slachtoffer en de aanwezigheid van kinderen tijdens de incidenten meegewogen in de strafmaat. De verdachte heeft eerder geweldsdelicten gepleegd, wat de rechtbank als strafverzwarend heeft aangemerkt. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de vordering van de officier van justitie, die een gevangenisstraf van acht weken had geëist, maar heeft besloten tot een zwaardere straf vanwege de omstandigheden van de zaak. Het vonnis is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de verdachte ook de tijd in voorarrest in mindering gebracht op de opgelegde straf.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 08.220650.22 en 08.216348.22 (ter terechtzitting gevoegd) (P)
Datum vonnis: 20 juli 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1996 in [geboorteplaats] ,
laatst opgegeven adres: [adres] , vertrokken uit Nederland zonder bekende woon- of verblijfplaats.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 8 december 2022, 20 april 2023 en 6 juli 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. H.P.G. Sommers en van wat door de raadsman van verdachte mr. J.G. Roethof, advocaat in Arnhem, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
wat betreft parketnummer 08.220650.22
- na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 20 april 2023 -
[slachtoffer] , zijn ex-partner, heeft verkracht;
wat betreft parketnummer 08.216348.22
feit 1:[slachtoffer] heeft mishandeld;
feit 2:[slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht dan wel met zware mishandeling.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
wat betreft parketnummer 08.220650.22
hij op of omstreeks 24 augustus 2022 te [locatie], door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer]
heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten:
het brengen van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] ,
waarbij dat geweld en/of die één of meer andere feitelijkheden en/of die bedreiging met geweld en/of met één of meer andere feitelijkheden er in heeft/hebben bestaan dat verdachte:
- die [slachtoffer] op bed heeft geduwd en/of
- die [slachtoffer] in haar gezicht heeft geslagen en/of bij haar keel heeft vastgepakt en/of aan haar haren heeft getrokken en/of
- een mes heeft getoond aan die [slachtoffer] en/of dat mes tegen haar nek heeft gedrukt en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat zij stil moest zijn, althans woorden van soortgelijke aard of strekking en/of
- de broek en/of onderbroek van die [slachtoffer] uit heeft getrokken en/of - voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer] en/of
- ( hierdoor) een bedreigende situatie heeft gecreëerd waarin die [slachtoffer] zich niet aan bovengenoemde handelingen kon of durfde te onttrekken;
wat betreft parketnummer 08.216348.22
1
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 augustus 2022 tot en met 25 augustus 2022 te [locatie], althans in Nederland,(telkens) [slachtoffer] heeft mishandeld, door:
- voornoemde [slachtoffer] meermaals, althans eenmaal, in het gezicht te slaan en/of te stompen en/of;
- meermaals, althans eenmaal, de keel van voornoemde [slachtoffer] vast te pakken en/of dicht te knijpen;
2
hij op of omstreeks 10 augustus 2022 te [locatie], althans in Nederland,
[slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door haar via WhatsApp een of meerdere berichten te sturen met daarin de tekst "Jij pakt mijn geluk en mijn kinderen niet af als jij dat doet maak ik je dood" en/of "Ik steek je neer", althans berichten van gelijke dreigende aard en/of strekking;

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Wat betreft parketnummer 08.220650.22
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen, zodat de verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
4.2
Wat betreft parketnummer 08.216348.22
4.2.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen op grond van de aangifte en de bekennende verklaring van verdachte.
4.2.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft de bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, nu verdachte deze feiten heeft bekend.
4.2.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte beide ten laste gelegde feiten heeft begaan.
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten 1 en 2 op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en nadien door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen. [1] .
Feit 1
- de bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd tegenover de politie op 27 augustus 2022, bladzijden 24 en 26;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , bladzijde 36.
Feit 2
- de bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd tegenover de politie op 29 augustus 2022, bladzijden 33 en 34;
- het proces-verbaal van aanvullend verhoor van [slachtoffer] , bladzijde 41 een na laatste alinea;
- een geschrift te weten een bladzijde met daarop twee afbeeldingen van screenshots van een WhatsAppgesprek van aangeefster met verdachte op 10 augustus 2022, bladzijde 48.
4.3
De bewezenverklaring
Wat betreft parketnummer 08.216348.22
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij in de periode van 19 augustus 2022 tot en met 25 augustus 2022 te [locatie], [slachtoffer] heeft mishandeld, door:
- voornoemde [slachtoffer] meermaals in het gezicht te slaan en
- meermaals de keel van voornoemde [slachtoffer] vast te pakken en dicht te knijpen;
2
hij op 10 augustus 2022 te [locatie], [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door haar via WhatsApp berichten te sturen met daarin de tekst "Jij pakt mijn geluk en mijn kinderen niet af als jij dat doet maak ik je dood" en "Ik steek je neer";
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 285 en 300 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
wat betreft parketnummer 08.216348.22
feit 1
het misdrijf:mishandeling, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf:bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van de door haar bewezen geachte feiten een gevangenisstraf van acht weken gevorderd, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte (in de zaak onder parketnummer 08.216348.22) vijf dagen in voorarrest heeft doorgebracht. Oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf langer dan de tijd die reeds door verdachte in voorarrest is doorgebracht zal niets toevoegen. Indien de rechtbank een langere gevangenisstraf passend acht, verzoekt de raadsman om deze straf voorwaardelijk op te leggen.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan huiselijk geweld. Hij heeft zijn ex-partner in een tijdsbestek van een week meermalen in het gezicht geslagen, bij de keel gepakt en haar keel dichtgeknepen. Als gevolg hiervan heeft het slachtoffer pijn gehad en letsel (striemen in de hals) opgelopen. Verdachte heeft hiermee een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en op haar gevoel van veiligheid. Het feit werd bovendien gepleegd in haar woning, de plek bij uitstek waar zij zich veilig moet kunnen voelen. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij fysiek geweld heeft gebruikt tegen zijn toenmalige partner. Dat ten tijde van dit incident ook hun nog jonge kinderen in de woning aanwezig waren en getuige zijn geweest van dit huiselijk geweld door verdachte tegen hun moeder, maakt het nog kwalijker. De ervaring leert dat kinderen die getuige zijn geweest van geweldsdelicten gepleegd in de huiselijke sfeer, ernstige (psychische) gevolgen hiervan kunnen ondervinden. Verdachte is hieraan volledig voorbijgegaan en heeft zich uitsluitend door zijn agressie laten leiden.
Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan bedreiging. In de door hem verzonden WhatsApp-berichten heeft hij ernstige bedreigingen geuit tegen zijn ex-partner. Hij heeft haar daarmee angst aangejaagd.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 20 juni 2023, waaruit blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor geweldsdelicten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de inhoud van:
- het verslag van het psychiatrisch consult van 16 september 2022 van H.L.C. Morre, psychiater bij het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie;
- het rapport van Leger des Heils, afdeling reclassering, van 29 maart 2023.
Straf
Gelet op de ernst van de gepleegde feiten en het feit dat verdachte eerder is veroordeeld voor geweldsdelicten, kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank ziet geen omstandigheden die in het voordeel van verdachte moeten leiden tot strafvermindering. Integendeel, dat de feiten zich hebben afgespeeld binnen de relationele sfeer en dat er jonge kinderen ooggetuige van zijn geweest, merkt de rechtbank aan als strafverzwarende omstandigheden. Daarnaast neemt de rechtbank in het geval van verdachte als strafverzwarende omstandigheid in aanmerking dat hij vertrokken is uit Nederland en tot twee keer toe niet ter terechtzitting is verschenen om verantwoording af te leggen voor zijn handelen.
Alles afwegende acht de rechtbank oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van twaalf weken passend en geboden. Deze straf is hoger dan de door de officier van justitie gevorderde straf, gelet op de hiervoor genoemde strafverzwarende omstandigheden.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op het artikel 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08.220650.22 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08.216348.22, onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1,het misdrijf: mishandeling, meermalen gepleegd;
feit 2,het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) weken;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. de Ruiter, voorzitter, mr. M.W. Eshuis en
mr. L.M.B. Soppe, rechters, in tegenwoordigheid van S. Wongsokerto, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 juli 2023.
Buiten staat
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2022392936. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.