ECLI:NL:RBOVE:2023:2803

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 juni 2023
Publicatiedatum
19 juli 2023
Zaaknummer
10360313 \\ EJ VERZ 23-58
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging termijn voor verwerping nalatenschap in verband met ontbrekende boedelbeschrijving

In deze beschikking van de Rechtbank Overijssel, uitgesproken op 9 juni 2023, is een verzoek tot verlenging van de termijn voor de verwerping van een nalatenschap behandeld. De verzoeker, de zoon van de erflater, heeft verzocht om deze verlenging omdat hij geen boedelbeschrijving heeft ontvangen, ondanks herhaalde verzoeken aan de verweerster, de partner van de erflater. De erflater is in januari 2021 overleden en volgens het testament van de erflater zal de zoon pas erven na het overlijden van de partner. De verzoeker heeft deze informatie nodig om te beslissen of hij de nalatenschap wil verwerpen of een beroep wil doen op zijn legitieme portie.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de termijn van drie maanden voor het verwerpen van de nalatenschap al was verstreken, maar dat er bijzondere omstandigheden zijn die een verlenging rechtvaardigen. De verweerster heeft aangegeven dat zij door ziekte niet in staat was om een boedelbeschrijving op te maken, wat de kantonrechter als een begrijpelijke omstandigheid heeft aangemerkt. De kantonrechter heeft daarom besloten om de termijn voor de verzoeker met drie maanden te verlengen, zodat hij de mogelijkheid heeft om zijn rechten als legitimaris te uitoefenen.

De beslissing van de kantonrechter benadrukt het belang van transparantie in nalatenschapszaken en de verplichting van de verweerster om een boedelbeschrijving op te maken, zoals vastgelegd in het testament. De verzoeker heeft recht op de benodigde informatie om zijn rechtspositie te bepalen, en de verweerster moet zorgdragen voor een deugdelijke boedelbeschrijving binnen afzienbare tijd.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer / rekestnummer: 10360313 \\ EJ VERZ 23-58
Beschikking van 9 juni 2023
op een verzoek verlenging termijn verwerping nalatenschap ex artikel 4:72 BW in samenhang met artikel 4:77 BW
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats 1] ,
verzoeker,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
gemachtigde: mr. W.J. van der Kroon, DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V.,
tegen
[verweerster],
wonende te [woonplaats 2] ,
verweerster,
hierna te noemen: [verweerster] ,
procederend in persoon,
en belanghebbende [belanghebbende] , wonende te [woonplaats 3] ,
in de nalatenschap van:
[erflater], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1935 en overleden op [datum] 2021, laatst wonende te [woonplaats 4] , hierna te noemen: erflater.

1.De procedure

1.1.
Op 28 februari 2023 is op de griffie van de rechtbank ontvangen het verzoekschrift van [verzoeker] , waarin hij verzoekt om verlenging van de termijn voor de verwerping van een nalatenschap.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgehad op 12 mei 2023. Bij die behandeling zijn verschenen verzoeker en zijn gemachtigde, verweerster en belanghebbende. De griffier heeft aantekeningen bijgehouden van hetgeen op de zitting is besproken.
1.3.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

2.De feiten

In verband met dit verzoek zijn de volgende feiten van belang.
2.1.
Verzoeker en belanghebbende zijn respectievelijk de zoon en dochter van erflater.
2.2.
Erflater heeft samen geleefd met verweerster. In verband daarmee hebben zij op 22 februari 2002 een samenlevingscontract gesloten, dat is vastgelegd door de notaris.
2.3.
Erflater heeft bij testament, opgemaakt op 22 februari 2002, beschikt over zijn nalatenschap. Het testament bevat een tweetrapsmaking. [verweerster] is benoemd tot enig erfgenaam onder ontbindende voorwaarde en wordt aangeduid als bezwaarde. De zoon en dochter van erflater zijn benoemd tot erfgenamen onder opschortende voorwaarde en worden aangeduid als verwachters.
2.4.
In het testament is bepaald dat de bezwaarde verplicht is om binnen één jaar na het overlijden bij notariële akte een beschrijving op te maken van het fideï-commissaire vermogen.
2.5.
In een e-mailbericht van 20 april 2021 hebben [verzoeker] en zijn zuster aan de notaris gevraagd om een boedelbeschrijving. Daarbij hebben zij meegedeeld dat zij zich het recht voorbehouden om een beroep te doen op hun legitieme porties.
2.6.
In een aangetekende brief van 23 mei 2022 heeft de gemachtigde van [verzoeker] [verweerster] gesommeerd om binnen twee weken alsnog een boedelbeschrijving af te geven.
2.7.
Naar aanleiding van de verzoeken van [verzoeker] is de volgende informatie ontvangen:
  • Per e-mailbericht van de notaris van 17 juni 2022 zijn kopieën van de jaaroverzichten van ING (2021) en Rabobank (2020) verstrekt, evenals een kopie van de samenlevingsovereenkomst tussen erflater en [verweerster] ;
  • Per e-mailbericht van de notaris van 26 oktober 2022 zijn kopieën van de aangiften inkomstenbelasting 2020 en 2021 overgelegd;
  • Per e-mailbericht van de notaris van 27 december 2022 is een kopie koopovereenkomst van 14 december 2020 overgelegd, betreffende een motorjacht, waaruit blijkt dat het jacht voor € 40.000,= is verkocht en dat de opbrengst is overgemaakt naar de gezamenlijke bankrekening van erflater en [verweerster] .
2.8.
Tot op heden is er geen boedelbeschrijving opgemaakt.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt om verlenging van de termijn voor de verwerping van de nalatenschap van zijn vader als bedoeld in artikel 4:72 BW in samenhang met artikel 4:77 BW.
3.2.
[verzoeker] heeft het verzoek als volgt toegelicht. [verzoeker] voert aan dat hij op verschillende momenten bij [verweerster] en bij de aanvankelijk betrokken notaris om een boedelbeschrijving dan wel om informatie over de nalatenschap heeft gevraagd. Die informatie heeft hij nodig om te kunnen beslissen of hij de nalatenschap wil verwerpen en een beroep wil doen op de legitieme. Tot op heden heeft [verweerster] echter niet meegewerkt aan het verkrijgen van alle benodigde informatie en een boedelbeschrijving.

4.De beoordeling

4.1.
Uit artikel 4:72 BW (artikel 72 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek) volgt dat hetgeen een legitimaris als erfgenaam uit een nalatenschap kan verkrijgen niet in mindering wordt gebracht op zijn legitieme (dat is een wettelijk erfdeel) wanneer er sprake is van een zogenoemde inferieure making. Met dat laatste wordt onder andere bedoeld dat er in het testament van de erflater een voorwaarde is verbonden aan hetgeen aan iemand wordt nagelaten. In het testament van erflater [verzoeker] is dat het geval ten aanzien van zijn kinderen, [naam 1] en [naam 2] . Zij erven pas als [verweerster] komt te overlijden. Uit hetgeen in artikel 4:72 BW verder is bepaald volgt dat wanneer de kinderen [verzoeker] in deze situatie de erfenis van hun vader willen verwerpen en een beroep willen doen op hun legitieme, zij dat moeten doen binnen drie maanden na het overlijden.
4.2.
Genoemde termijn van drie maanden is in dit geval al verstreken. In artikel 4:77 BW is bepaald dat die termijn op grond van bijzondere omstandigheden door de kantonrechter kan worden verlengd, zelfs nadat die termijn al was verlopen. Dat verzoek heeft [verzoeker] nu gedaan.
4.3.
De kantonrechter zal dit verzoek van [verzoeker] toewijzen. De kantonrechter is namelijk van oordeel dat er bijzondere omstandigheden zijn die daarvoor aanleiding geven.
4.4.
Die omstandigheden zijn de volgende. [verzoeker] heeft voor het eerst op 21 april 2021 en daarna bij herhaald verzoek gevraagd om een boedelbeschrijving met het doel om daarmee inzicht te krijgen in de samenstelling van de nalatenschap van zijn vader. Een boedelbeschrijving is echter tot op heden niet verstrekt en ook los daarvan is het verstrekken van informatie die van belang kan zijn voor een legitimaris niet verstrekt. Op de mondelinge behandeling heeft [verweerster] toegelicht dat zij in het eerste jaar na het overlijden van haar partner te kampen had met ziekte en de behandeling daarvan. Zij heeft zich daarom niet bezig gehouden met het maken van een boedelbeschrijving. Dat is een omstandigheid die begrijpelijk is, maar deze omstandigheid kan nu niet meer aan [verzoeker] worden tegengeworpen waar het zijn recht als legitimaris betreft. Ook de omstandigheid dat [verweerster] ervan overtuigd is dat de kinderen van erflater niets zullen verkrijgen uit de nalatenschap van hun vader, maakt dat niet anders. De kinderen van erflater hebben recht op informatie om daarmee hun rechtspositie goed te kunnen bepalen. Daar komt bij dat de verplichting voor [verweerster] om een boedelbeschrijving op te maken is neergelegd in het testament van erflater. Van [verweerster] mag daarom verwacht worden dat zij binnen afzienbare tijd zorgdraagt voor een deugdelijke boedelbeschrijving.
4.5.
De kantonrechter zal de termijn voor [verzoeker] om de nalatenschap van zijn vader te mogen verwerpen verlengen met drie maanden, te rekenen vanaf de datum van deze beschikking.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verlengt de in artikel 4:72 BW genoemde termijn om te mogen verwerpen ten aanzien van [verzoeker] en de nalatenschap van zijn vader met drie maanden, te rekenen vanaf de datum van deze beschikking.
Aldus gegeven door mr. D.N.R. Wegerif, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 9 juni 2023. (ap)