ECLI:NL:RBOVE:2023:2802

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 juni 2023
Publicatiedatum
19 juli 2023
Zaaknummer
10290844 \ EJ VERZ 23-20
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van een executeur wegens gewichtige redenen met benoeming van een opvolgend executeur

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 9 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontslag van een executeur en benoeming van een opvolgend executeur. Verzoekster, de dochter van erflaatster, heeft op 17 januari 2023 een verzoekschrift ingediend waarin zij verzoekt om ontslag van verweerder, de oudste zoon van erflaatster, uit zijn taak als executeur. Dit verzoek is gedaan omdat de executeur volgens verzoekster tekortschiet in de uitoefening van zijn taken, waaronder het niet opmaken van een boedelbeschrijving en het niet verstrekken van informatie aan de erfgenamen. De mondelinge behandeling vond plaats op 12 mei 2023, waarbij zowel verzoekster als verweerder aanwezig waren, evenals belanghebbenden in de nalatenschap.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er gewichtige redenen zijn om verweerder te ontslaan. De executeur heeft geen boedelbeschrijving opgemaakt, heeft gelden contant opgenomen en geen verantwoording afgelegd aan de erfgenamen. Dit alles heeft geleid tot de conclusie dat de executeur zijn taak niet naar behoren vervult. De kantonrechter heeft daarom besloten om verweerder te ontslaan en [belanghebbende 2], een andere zoon van erflaatster, te benoemen tot opvolgend executeur. De kantonrechter heeft ook bepaald dat verweerder binnen tien dagen de administratie van de nalatenschap moet overdragen aan de nieuwe executeur. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en kan binnen drie maanden worden aangevochten.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer / rekestnummer: 10290844 \ EJ VERZ 23-20
Beschikking van 9 juni 2023 op een verzoek tot ontslag en benoeming van een executeur
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats 1] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
gemachtigde: mr. M.C.A. Ippel, DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V.,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats 2] ,
verwerende partij,
hierna te noemen: [verweerder] of de executeur,
gemachtigde: Y. Riezebos,
en de belanghebbenden,
  • [belanghebbende 1] , wonende te [woonplaats 3]
  • [belanghebbende 2] , wonende te [woonplaats 4]
  • [belanghebbende 3] , wonende te [woonplaats 5]
in de nalatenschap van
[erflaatster], geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 1934 en overleden te Kampen op [overlijdensdatum] 2021, laatst wonende te [woonplaats 6] ,
hierna te noemen: erflaatster.

1.De procedure

1.1.
[verzoeker] heeft op 17 januari 2023 een verzoekschrift ingediend waarin zij vraagt om ontslag van verweerder uit zijn taak van executeur en tot benoeming van [belanghebbende 2] tot opvolgend executeur.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek is aanvankelijk gepland op 9 februari 2023. In verband met gezondheidsredenen aan de kant van verweerder is de mondelinge behandeling uitgesteld. De mondelinge behandeling heeft plaatsgehad op 12 mei 2023, in de middag. Op die zitting zijn verschenen verzoekster en haar gemachtigde, verweerder met een begeleider (de heer [naam 1] ) en voornoemde belanghebbenden. De griffier heeft aantekeningen bijgehouden van hetgeen op de zitting is besproken.
1.3.
Op de ochtend van 12 mei 2023 heeft verweerder een verweerschrift ingediend. Aan het begin van de mondelinge behandeling zijn verzoekster en de belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om van de inhoud van dat verweer kennis te nemen.
1.4.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

2.Waar het verzoek over gaat

Erflaatster heeft bij testament beschikt over haar nalatenschap. In het testament heeft zij verweerder als haar oudste zoon benoemd tot executeur en deze zoon heeft die benoeming aanvaard. Eén van de erfgenamen verzoekt nu om de executeur uit zijn taak te ontslaan. Dat verzoek wordt gedaan omdat de executeur volgens haar tekortschiet in de uitoefening van zijn taken. Verzoekster vraagt om een andere zoon van erflaatster, die ook in het testament is aangewezen, te benoemen tot opvolgend executeur. Deze persoon is bereid om die taak uit te voeren en de overige belanghebbenden hebben ingestemd met de verzoeken. De kantonrechter zal deze verzoeken toewijzen. Hierna wordt uitgelegd waarom dat zo is.

3.De feiten

Het verzoek heeft de volgende feiten als achtergrond.
3.1.
Erflaatster is de moeder van zes kinderen. [verzoeker] (verzoekster, geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 2] 1960) is de enige dochter en daarnaast zijn er vijf zoons. Erflaatster woonde op het moment van overlijden samen met de heer [naam 2] (geboren te [geboorteplaats 3] op [geboortedatum 3] 1938) in het woonhuis aan de [adres 1] . [naam 2] wordt door (een deel van) de kinderen van erflaatster aangeduid als stiefvader.
3.2.
Erflaatster heeft bij testament over haar nalatenschap beschikt. Daarin is aan [naam 2] het recht van gebruik en bewoning van de woning aan de [adres 1] gelegateerd. Dit legaat is bij notariële akte van 5 augustus 2022 aan [naam 2] afgegeven.
3.3.
Erflaatster heeft aan haar jongste zoon, [naam 3] (geboren te [geboorteplaats 4] op [geboortedatum 4] 1970) bij leven de woning aan de [adres 2] geschonken. In het testament is een legaat opgenomen ten behoeve van deze woning, voor zover de woning nog niet bij leven van erflaatster zou zijn geschonken. Daarbij is bepaald dat dit legaat in de plaats komt van zijn erfdeel. De jongste zoon is daarom niet tot erfgenaam benoemd. De andere kinderen zijn wel tot erfgenaam benoemd.
3.4.
[verweerder] (geboren te [geboorteplaats 5] op [geboortedatum 5] 1953), verweerder in deze procedure, is de oudste zoon van erflater. Hij is in het testament van erflaatster benoemd tot executeur en hij heeft die taak aanvaard.
3.5.
In het testament is ten aanzien van de executeur ook bepaald dat wanneer [verweerder] deze taak niet op zich kan of wil nemen, in zijn plaats zoon [belanghebbende 2] (geboren te [geboorteplaats 6] op [geboortedatum 6] 1964) als executeur wordt benoemd. Verder is bepaald dat indien een executeur komt te ontbreken, de kantonrechter op verzoek van een belanghebbende een vervanger kan benoemen. Ook is bepaald dat de executeur binnen drie maanden na het overlijden een boedelbeschrijving moet opmaken en dat aan de erfgenamen een afschrift daarvan ter beschikking moet worden gesteld.
3.6.
Bij de afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster heeft de executeur in eerste instantie notariskantoor [bedrijf] uit [vestigingsplaats] betrokken. Bij brief van 11 oktober 2022 schrijft notaris mr. [naam 4] aan de erfgenamen dat de executeur de volmacht heeft ingetrokken en dat de executeur de saldi van de bankrekeningen van erflaatster in contanten heeft opgenomen en zelf in bewaring heeft genomen.
3.7.
De gemachtigde van verzoekster heeft bij brief van 28 november 2022 de executeur geschreven dat hij is tekortgeschoten tegenover de erfgenamen, onder andere door geen boedelbeschrijving op te maken en geen inlichtingen te geven en door het saldo op de bankrekening van erflaatster in contanten op te nemen. Aan de executeur wordt een termijn van twee weken geboden om zijn taak vrijwillig neer te leggen. Verder wordt aangekondigd dat er bij het uitblijven van een reactie een procedure zal volgen tot ontslag van de executeur en tot benoeming van broer [belanghebbende 2] als opvolgend executeur.
3.8.
Per email van 12 december 2022 reageert [naam 3] (de jongste broer, niet erfgenaam) namens de executeur. Hij vraagt om tijd voor zijn broer om te kunnen reageren op de brief van DAS van 28 november 2022.

4.Het verzoek

4.1.
Verzoekster vraagt de kantonrechter om:
(1) [verweerder] te ontslaan uit zijn taak van executeur,
(2) [verweerder] gedurende het onderzoek te schorsen in zijn taak van executeur en als voorlopige voorziening de heer [belanghebbende 2] , dan wel een notaris, aan te wijzen als tijdelijk executeur,
(3) [belanghebbende 2] , dan wel een notaris, te benoemen als opvolgend executeur,
(4) verweerder te gebieden om binnen 10 dagen na de te wijzen beschikking alle relevante informatie die nodig is voor de uitvoering van de taak als executeur te verstrekken, met inbegrip van de volledige administratie, alle dagafschriften van de bankrekeningen van erflater van vijf jaren voor het overlijden tot de overlijdensdatum, waaronder ook wordt verstaan een opgaaf van de door erflater in het verleden gedane giften/schenkingen en alle – desverlangd – daartoe strekkende inlichtingen zulks op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag of dagdeel, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, dat verweerder daarmee in gebreke is;
(5) de te wijzen beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, met veroordeling van verweerder in de kosten van de procedure.
4.2.
Verzoekster legt aan het verzoek ten grondslag dat verweerder tekortschiet in de uitoefening van zijn taak als executeur. Dat tekortschieten bestaat volgens verzoekster uit het ontbreken van een boedelbeschrijving, het niet verstrekken van inlichtingen aan de erfgenamen, het in contanten opnemen en onder zich houden van de banksaldi van erflaatster, het nalaten om de aangifte erfbelasting te verzorgen en het verstrekken van een geldbedrag aan de broer die geen erfgenaam is. Om die redenen is het volgens verzoekster noodzakelijk dat verweerder wordt ontslagen uit zijn taak van executeur en moet er een andere executeur benoemd worden. De andere bij testament aangewezen broer, [belanghebbende 2] , is bereid en in staat om die taak op zich te nemen. Daarom wordt primair verzocht om laatstgenoemde tot executeur te benoemen.
4.3.
Verweerder heeft verweer gevoerd tegen de verzoeken en hij vraagt om afwijzing daarvan. Verweerder voert samengevat aan dat hij zijn taak als executeur serieus neemt en dat anderen de uitoefening van zijn taak juist bemoeilijken. Verweerder voert ook verweer tegen het verzoek om [belanghebbende 2] als executeur te benoemen.
4.4.
Op de standpunten van partijen wordt hierna nader ingegaan, voor zover dat van belang is voor de beoordeling van het verzoek.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter is van oordeel dat er redenen aanwezig zijn die voldoende zwaarwegend zijn om verweerder te ontslaan uit zijn taak van executeur. Er is sprake van gewichtige redenen in de zin van artikel 4:149 lid 2 BW. Dat wordt hierna toegelicht.
5.2.
Erflaatster is op [overlijdensdatum] 2021 overleden. Dat is inmiddels al ruim anderhalf jaar geleden. Om voor een goede afwikkeling van de nalatenschap zorg te dragen, is het van belang dat er wordt beschreven waar de nalatenschap uit bestaat. Het gaat daarbij om bezittingen en schulden. Ondanks het tijdsverloop en ondanks het feit dat de andere erfgenamen daarom hebben gevraagd is er tot op heden door de executeur in deze nalatenschap nog geen boedelbeschrijving opgemaakt. Ook verstrekt de executeur geen nadere inlichtingen aan de erfgenamen als zij daar om vragen. Daarnaast heeft de executeur € 2.000,00 uit hoofde van de nalatenschap aan zijn broer [naam 3] gegeven, terwijl die broer geen erfgenaam is. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de executeur weliswaar gezegd dat dit bedrag is terugbetaald, maar hij heeft geen documentatie ter beschikking gesteld waaruit dit blijkt. Deze omstandigheden zijn tezamen al als gewichtige redenen voor ontslag van de executeur aan te merken.
5.3.
Daar komt in dit geval bij dat de executeur de gelden die op de bankrekening(en) van erflaatster stonden contant heeft opgenomen. Er is daarom voor de erfgenamen geen enkel zicht meer op de gelden die tot de nalatenschap behoren. Weliswaar is het geld naar eigen zeggen van de executeur op een veilige plek opgeborgen, maar die enkele verklaring is niet voldoende concreet en ook niet genoeg om vast te stellen waar het geld uit de nalatenschap is opgeborgen. De executeur heeft deze onduidelijke situatie ten aanzien van het geld laten ontstaan en dat had niet mogen gebeuren. Dit vormt naast het voorgaande ook een gewichtige reden om de executeur uit zijn taak te ontslaan, zoals bedoeld in artikel 149 lid 2 in samenhang met lid 1 sub f van dat artikel uit Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek. Het ontslag wordt hem verleend met ingang van heden.
5.4.
De executeur heeft tijdens de mondelinge behandeling aangeboden het geld – volgens hem ongeveer € 8.000,00 – weer op een bankrekening te storten. Gelet op het voorgaande is die toezegging niet voldoende om executeur te blijven, maar het is wel belangrijk dat de executeur die toezegging nakomt, zodat het geld goed beheerd wordt en partijen zicht krijgen op de omvang en het verloop daarvan.
5.5.
Verweerder heeft nog aangevoerd dat hij bij de uitvoering van zijn taak als executeur tegenwerking heeft ondervonden van de andere erfgenamen en van de heer [naam 2] (de partner van erflaatster). Zo zouden de andere erfgenamen, buiten hem om twee percelen grond op het terrein van “ [locatie] ” hebben verkocht en zou [naam 2] hem niet hebben binnengelaten in de woning aan de [adres 1] . De kantonrechter is van oordeel dat deze omstandigheden gelet op het voorgaande niet tot een ander oordeel kunnen leiden. Dat sprake zou zijn van tegenwerking door de andere erfgenamen is bovendien door verzoekster en de belanghebbenden op de zitting weersproken. Volgens hen is er geen sprake geweest van tegenwerking van hun kant. Zij hebben verklaard dat verweerder instemde met de verkoop van het stukje grond aan de zoon van [belanghebbende 3] en dat [belanghebbende 2] de opbrengst heeft gebruikt om schulden van de nalatenschap te kunnen betalen. Het restant van de opbrengst heeft hij vervolgens overgedragen aan de executeur. Volgens verzoekster en de andere erfgenamen is verweerder er zelf debet aan dat [naam 2] hem niet wilde binnenlaten in zijn huis, omdat verweerder zich agressief gedroeg. Hoe dit ook zij, deze stellingen van verweerder kunnen niet tot een ander oordeel leiden, omdat die niet afdoen aan de gewichtige redenen voor ontslag zoals gemotiveerd onder 5.2. en 5.3.
5.6.
In verband met het ontslag van verweerder uit zijn taak van executeur moet er een andere executeur benoemd worden. Verzoekster heeft gevraagd om [belanghebbende 2] in zijn plaats te benoemen. De kantonrechter zal dat verzoek toewijzen en zal [belanghebbende 2] benoemen tot opvolgend executeur. Daarvoor is redengevend dat [belanghebbende 2] in het testament van erflaatster als opvolger is aangewezen. Bovendien is hij al eerder betrokken geweest bij financiële zaken (onder andere contact met de belastingdienst) van erflaatster en is hij ook bereid om de taak van executeur op zich te nemen. Bij deze stand van zaken bestaat er geen aanleiding om een notaris tot opvolger te benoemen. De benoeming van een notaris zou tot extra kosten leiden en op dit moment blijkt niet dat het noodzakelijk is om die kosten te maken.
5.7.
De benoeming van een andere executeur brengt mee dat verweerder al hetgeen hij met betrekking tot de nalatenschap onder zich heeft moet afgeven aan de nieuwe benoemde executeur. In verband hiermee wordt ook verwezen naar hetgeen hierna onder 5.10 wordt besproken.
5.8.
Op de mondelinge behandeling is gebleken dat een voorlopige voorziening voor de periode tussen de mondelinge behandeling en de uitspraak niet noodzakelijk is. De kantonrechter zal daarom geen voorzieningen treffen.
5.9.
De kantonrechter wijst verweerder er nog op dat hij ook na zijn ontslag als executeur op grond van artikel 4:151 BW verplicht blijft om aan degene die na hem tot het beheer is bevoegd rekening en verantwoording af te leggen op de wijze als voor bewindvoerders is bepaald.
5.10.
Verzoekster vraagt ook om verweerder te verplichten alle relevante informatie die nodig is voor de uitvoering van de taak als executeur te verstrekken. De kantonrechter begrijpt dit verzoek zo, dat verweerder de relevante informatie aan de opvolgend executeur moet verstrekken. Dat verzoek zal beperkt worden toegewezen. Verzoekster vraagt namelijk ook om bankafschriften en administratie voor de periode van vijf jaar voor het overlijden van erflaatster. Niet gesteld of gebleken is dat de executeur de beschikking heeft over die informatie uit de periode van voor het overlijden van erflaatster. Verweerder moet wel de administratie verstrekken van het beheer van de nalatenschap in de periode dat hij executeur was, waaronder in ieder geval begrepen eventuele facturen, correspondentie, belastingaangiften en – aanslagen, koop en leveringsakten en van de bankafschriften van erflaatster. Omdat onduidelijk is welke stukken verweerder heeft en de stukken niet zijn gespecificeerd zal het verzoek om een dwangsom worden afgewezen.
Proceskosten
5.11.
Partijen in deze procedure zijn familie van elkaar. Die omstandigheid geeft aanleiding om de proceskosten te compenseren, in die zin dat alle partijen hun eigen proceskosten dragen.

6.De beslissing

De kantonrechter,
6.1.
ontslaat de hiervoor genoemde [verweerder] , uit zijn taak van executeur in de nalatenschap van erflaatster;
6.2.
benoemt in zijn plaats tot opvolgend executeur: [belanghebbende 2] , geboren te [geboorteplaats 6] op [geboortedatum 6] 1964, wonende te [woonplaats 7] ;
6.3.
gebiedt [verweerder] om de administratie van de nalatenschap zoals omschreven onder 5.10 hiervoor, binnen tien dagen na betekening van deze beschikking over te dragen aan [belanghebbende 2] ;
6.4.
compenseert de proceskosten in die zin dat alle partijen hun eigen proceskosten dragen;
6.5.
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr. D.N.R. Wegerif en in het openbaar uitgesproken op 9 juni 2023. (ap)
Tegen deze beslissing kan, behoudens berusting, hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dagtekening van deze eindbeschikking door indiening van een beroepschrift (door een advocaat) ter griffie van het
gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.