In deze zaak heeft Budget Thuis B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde voor de betaling van twee termijnbedragen en een eindnota, inclusief opzegvergoeding. De partijen hebben een overeenkomst gesloten voor de levering van energie, waarbij de gedaagde stelt dat hij het contract heeft opgezegd na zijn verhuizing in november 2018. Budget Thuis betwist deze opzegging en stelt dat de gedaagde de overeenkomst pas op 8 februari 2021 heeft beëindigd. De kantonrechter oordeelt dat er geen bewijs is dat de overeenkomst eerder is opgezegd of dat deze is overgenomen door de neef van de gedaagde. De vorderingen van Budget Thuis worden toegewezen, en de gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van de verschuldigde bedragen, inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft de vordering ook getoetst aan de consumentenrechtelijke bepalingen en concludeert dat deze niet oneerlijk zijn. De gedaagde wordt in de proceskosten veroordeeld.