ECLI:NL:RBOVE:2023:2699

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
13 juli 2023
Publicatiedatum
13 juli 2023
Zaaknummer
08.285509.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van verkrachting met betrekking tot verdachte in Zwolle

In de zaak met parketnummer 08.285509.22 (P) heeft de Rechtbank Overijssel op 13 juli 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van verkrachting. De tenlastelegging omvatte het handelen in groepsverband, het in een staat van onmacht brengen van het slachtoffer, en het negeren van signalen van verzet. De verdachte zou op 18 en/of 19 september 2021 samen met anderen het slachtoffer hebben verkracht, terwijl zij in een verminderde staat van bewustzijn verkeerde. Tijdens de openbare terechtzittingen op 20 en 29 juni 2023 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie, mr. H.M. Venselaar, en de verdediging van de verdachte, mr. R.W. van Faassen, gehoord. Ook is er een slachtofferverklaring voorgelezen door de advocaat van de ouders van het slachtoffer.

Na zorgvuldige overweging heeft de rechtbank, net als de officier van justitie en de verdediging, geconcludeerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om de verdachte te veroordelen. De rechtbank heeft daarom besloten om de verdachte vrij te spreken van zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit voorzitter mr. G.H. Meijer en de rechters mr. J. de Ruiter en mr. L.M.B. Soppe, in aanwezigheid van griffier mr. B.M. Hoek. Het vonnis is openbaar uitgesproken op 13 juli 2023.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.285509.22 (P)
Datum vonnis: 13 juli 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1997 in [geboorteplaats],
wonende aan de [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 20 en 29 juni 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. H.M. Venselaar en van wat door verdachte en zijn raadsman
mr. R.W. van Faassen, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht. Ook heeft de rechtbank kennis genomen van de namens de ouders van [slachtoffer] door mr. [naam] voorgedragen slachtofferverklaring.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte op 18 en/of 19 september 2021 samen met een ander of anderen [slachtoffer] heeft verkracht, dan wel dat hij seksueel bij haar is binnengedrongen, terwijl zij in verminderde staat van bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 18 september 2021 en/of 19 september 2021 te Zwolle,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere
feitelijkheid, te weten door
- te handelen in groepsverband,
- haar in een staat van onmacht te brengen en/of
- negeren van signalen van verzet,
[slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen
die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het
lichaam van die [slachtoffer];
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 18 september 2021 en/of 19 september 2021 te Zwolle,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met [slachtoffer], van wie hij, verdachte, wist dat deze in staat van
bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde,
een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit
het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer].

3.Vrijspraak

Evenals de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat verdachte van het primair en subsidiair tenlastegelegde moet worden vrijgesproken wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.

4.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Meijer, voorzitter, mr. J. de Ruiter en
mr. L.M.B. Soppe, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.M. Hoek, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2023.
Buiten staat
Mr. Meijer en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.