ECLI:NL:RBOVE:2023:2653

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 juli 2023
Publicatiedatum
11 juli 2023
Zaaknummer
71.130152.22
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorbereiding en uitvoering van mensensmokkel met levensgevaar voor anderen

Op 11 juli 2023 heeft de Rechtbank Overijssel in Zwolle uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, met aftrek van de tijd die hij in verzekering heeft doorgebracht. De zaak betreft de voorbereiding van mensensmokkel waarbij levensgevaar voor anderen te duchten was, en het feit dat deze mensensmokkel in vereniging met anderen is gepleegd. De verdachte was betrokken bij het faciliteren van de illegale overtocht van migranten van Frankrijk naar Engeland via rubberboten, waarbij hij gebruik maakte van gehuurde voertuigen en boten die op zijn naam stonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk voorwerpen en vervoermiddelen heeft verworven en voorhanden heeft gehad met het oog op mensensmokkel. De verdachte heeft tijdens het proces wisselende verklaringen afgelegd over zijn betrokkenheid en de bestemming van de aangetroffen goederen. De rechtbank heeft op basis van de verzamelde bewijsmiddelen, waaronder GPS-data en getuigenverklaringen, geconcludeerd dat de verdachte wist dat de migranten geen geldige reisdocumenten hadden en dat hun toegang tot Frankrijk wederrechtelijk was. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in het illegale circuit van mensensmokkel zwaar meegewogen in de strafoplegging.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 71.130152.22 (P)
Datum vonnis: 11 juli 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1977 in [geboorteplaats] (Iran),
wonende aan [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 23 augustus 2022, 3 januari 2023 en 27 juni 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. Y. Oosterhof. Verdachte is niet ter terechtzitting verschenen.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:mensensmokkel heeft voorbereid;
feit 2:zich schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel dan wel daaraan medeplichtig is geweest.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 17 juli 2020 tot en met 18 februari 2021 te Rotterdam, althans in Nederland, en/of Calais, althans in Frankrijk, en/of in België, ter voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten mensensmokkel waarbij levensgevaar was te duchten (artikel 197a lid 5 van het Wetboek van Strafrecht), opzettelijk voorwerpen en/of vervoermiddelen, te weten
- een Zodiac type MK Futura [registratieteken] , welke op 17 juli 2020 gearriveerd is in Engeland met aan boord 19 vluchtelingen, en/of
- een Quicksilver RIB 430 HD met registratienummer [registratienummer] , welke op 7 augustus 2020 in Engeland betrokken is geweest bij een smokkelincident met 13 vreemdelingen, en/of
- 5, althans meerdere, reddingsvesten en/of
- een Mercedes Vito met kenteken [kenteken 9] gehuurd van [bedrijf 1] BV voor de periode van 21 september 2020 tot en met 1 oktober 2020, welke Mercedes op 22 september 2020 in Calais (Frankrijk) is gesignaleerd terwijl het een rubberboot en een groot aantal migranten vervoerde en welke Mercedes op 25, 27, 28 en 29 september in Calais (Frankrijk) is geweest, en/of
- een Mercedes Sprinter met kenteken [kenteken 1] gehuurd van [bedrijf 1] BV voor de periode van 8 oktober 2020 tot en met 10 oktober 2020 en van 16 oktober 2020 tot en met 21 oktober 2020, welke Mercedes op 9 oktober 2020 een boot heeft vervoerd naar het strand van Calais (Frankrijk) en van 17 oktober tot en met 19 oktober 2020 in Calais (Frankrijk) is geweest, en/of
- een of meerdere rubberbo(o)t(en), type RIB, en/of
- geldbedragen,

bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;

2
hij op of omstreeks 19 februari 2021 te Rotterdam en/of Breda, althans in Nederland, en/of Moëres, althans in Frankrijk, tezamen en in vereniging metanderen, althans alleen, anderen, te weten twee onbekend gebleven personen, behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot en/of doorreis door Nederland en/of België en/of Frankrijk, en/of hen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door
- voornoemde personen vanuit Nederland, door België, naar Frankrijk te (laten) vervoeren in een Citroën C4 met kenteken [kenteken 2] en/of
- telefonisch contact te onderhouden met (een) ander(en) over voornoemde toegang en/of doorreis en/of
- inlichtingen en/of aanwijzingen te geven over voornoemde toegang en/of doorreis en/of
- afspraken te maken over (een) te betalen/ontvangen geldbedrag(en) voor voornoemde toegang en/of doorreis

terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededaders wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang en/of die doorreis wederrechtelijk was;

subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 19 februari 2021 te Rotterdam en/of Breda, althans in Nederland, en/of Moëres, althans in Frankrijk, tezamen en in vereniging, althans alleen, twee personen behulpzaam is/zijn geweest bij het zich verschaffen van toegang tot en/of doorreis door Nederland en/of België en/of Frankrijk, en/of hen daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft/hebben verschaft door
- voornoemde personen vanuit Nederland, door België, naar Frankrijk te vervoeren in een Citroën C4 met kenteken [kenteken 2]
terwijl die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang en/of die doorreis wederrechtelijk was,
bij en/of tot voornoemd misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 19 februari 2021 te Rotterdam en/of Breda, althans in Nederland, en/of Moëres, althans in Frankrijk, opzettelijk behulpzaam is geweest is door gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, door zijn auto, te weten een Citroën C4 met kenteken [kenteken 2] , ter beschikking te stellen aan voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] .

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. De bewijsmotivering
4.1
Inleiding
Op 21 april 2021 is naar aanleiding van een SIENA-bericht (Secure Information Exchange Network Application) een opsporingsonderzoek gestart onder de naam 27BINJARI dat is gericht op mensensmokkel door onder andere verdachte. Het onderzoeksteam heeft gedurende de onderzoeksperiode met tussenkomst van Europol informatieberichten uit Engeland, Frankrijk en België ontvangen en bestandsraadplegingen gedaan. Daarnaast heeft het onderzoeksteam historische gegevens van verdachte bij [bedrijf 2] B.V. opgevraagd en ook verkeersgegevens van telefoonnummers die aan verdachte kunnen worden gelinkt. Uit de informatieverstrekking door de Franse en Engelse autoriteiten blijkt dat verdachte in een grootschalig lopend onderzoek van een Frans-Engels onderzoeksteam naar voren komt vanwege zijn betrokkenheid bij het ter beschikking stellen van boten.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en wat op de terechtzitting is besproken de volgende feiten en omstandigheden vast. In de voetnoten in het vonnis zal worden verwezen naar de voor de bewezenverklaring redengevende bewijsmiddelen. [1]
Op 17 juli 2020 arriveert in Engeland een Zodiac, type MK3 Futura, met registratieteken [registratieteken] . Aan boord van deze motorboot bevinden zich 19 vluchtelingen. [2] De boot stond in de periode van 15 juli 2020 tot 19 maart 2021 op naam van verdachte. [3]
Op 7 augustus 2020 treft men in Engeland een Quicksilver 4.30 HD met registratienummer [registratienummer] aan, met daarop 13 illegale migranten. [4] Kort daarna, op 24 augustus 2020, wordt deze RHIB motorboot op naam van verdachte gezet. [5] Verdachte verklaart bij de politie: “
Ik heb de boot eerder gekocht, maar de man heeft de boot pas later op mijn naam gezet. [6]
Op 17 augustus 2020 om 10.15 uur controleert de Belgische douane op een parkeerplaats ter hoogte van Westkerke in België op de A18/E40 een Mercedes-Benz Vito met het Nederlandse kenteken [kenteken 3] . De bestuurder identificeert zich met een Nederlandse verblijfsvergunning als verdachte. Tijdens de controle worden er in de laadbak van het voertuig vijf nieuwe reddingsvesten aangetroffen. [7]
Op 22 september 2020 wijst een betrouwbare bron de grenspolitie Coquelle in Frankrijk op de aanwezigheid van een voertuig type Mercedes-Benz Vito met kenteken [kenteken 4] of een soortgelijk kenteken op het strand. Dit voertuig vervoert een rubberboot en een groot aantal migranten die naar zee worden begeleid. [8] Het onderzoeksteam vermoedt dat het gaat om de Mercedes-Benz Vito met Nederlands kenteken [kenteken 5] , die destijds op naam stond van [bedrijf 3] B.V.. [9]
Verdachte heeft deze Mercedes-Benz Vito in de periode van 21 september 2020 tot 1 oktober 2020 bij [bedrijf 3] B.V. gehuurd. [10] Verdachte bevestigt dit bij de politie. [11] De bij het verhuurbedrijf opgevraagde GPS-data geven weer dat deze Mercedes-Benz Vito op 22, 25, 27, 28 en 29 september 2020 in Calais in Frankrijk is geweest. [12]
Op 9 oktober 2020 verneemt de grenspolitie Coquelle in Frankrijk van dezelfde betrouwbare bron dat op dezelfde plek opnieuw een bootje te water wordt gelaten. Het bootje wordt vervoerd met een transportwagen van het type Mercedes-Benz Sprinter met kenteken [kenteken 6] . [13] De Mercedes Sprinter met kenteken [kenteken 6] stond destijds op naam van [bedrijf 3] B.V.. [14]
Verdachte heeft deze Mercedes-Benz Sprinter met kenteken [kenteken 1] in de periode van 8 oktober 2020 tot en met 10 oktober 2020 samen met een steekwagen bij [bedrijf 3] B.V. gehuurd en ook in de periode 16 oktober 2020 tot en met 21 oktober 2020. [15] Verdachte bevestigt dit tegenover de politie. [16] De bij het verhuurbedrijf opgevraagde GPS-data geven weer dat de Mercedes-Benz Sprinter na op 8 oktober 2020 te zijn opgehaald bij het verhuurbedrijf in Dordrecht is gestopt aan de [adres 1] in [vestigingsplaats] . Op dit adres is een bedrijf gevestigd dat handelt in boten. De Mercedes-Benz Sprinter is vervolgens gestopt in Rotterdam en op 9 oktober 2020 in Calais. Verder geven de bij het verhuurbedrijf opgevraagde GPS-data weer dat het voertuig van 17 tot 19 oktober 2020 in Calais in Frankrijk is geweest. [17]
Op 30 november 2020 wordt verdachte in de nachtelijke uren gecontroleerd als bestuurder van een bestelbus Mercedes-Benz Vito met kenteken [kenteken 7] . Deze controle vindt plaats op de A16 te Hazeldonk bij de grensovergang tussen Nederland en België. In de bestelbus bevindt zich een RIB-boot en een buitenboordmotor. [18]
Overwegingen en conclusies
Algemeen bekend is dat de laatste jaren op grote schaal illegale migratie plaatsvindt naar Groot-Brittannië door met bootjes vanaf het kustgebied bij Calais in Frankrijk het Kanaal over te steken. Bekend zijn ook de beelden van tientallen mensen die met zwemvesten aan proberen één van de drukst bevaren zeeroutes ter wereld over te steken in een (overvolle) rubberboot met buitenboordmotor. Dat deze wijze van overtocht levensgevaarlijk is, blijkt uit de vele slachtoffers die vallen. Het opzettelijk verwerven, voorhanden hebben, invoeren, doorvoeren en uitvoeren van vervoermiddelen en andere voorwerpen, bedoeld om deze illegale overtocht over het Kanaal te maken is een voorbereidingshandeling, strafbaar gesteld in artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat bij smokkelincidenten via de Kanaalroute rubberboten zijn gebruikt die op naam van verdachte stonden dan wel kort voor het smokkelincident door verdachte zijn aangekocht. Daarnaast zijn in Frankrijk tweemaal rubberboten naar het strand in Calais getransporteerd met bestelbusjes die door verdachte in Nederland zijn gehuurd, waarbij eenmaal ook een groot aantal migranten is vervoerd. Deze bestelbusjes zijn bij herhaling in Calais geweest. Verder zijn bij een controle van verdachte (nabij) de grensovergang tussen Nederland en België vijf nieuwe zwemvesten in zijn voertuig aangetroffen en later nog eens een RIB-boot en een buitenboordmotor. De rechtbank is van oordeel dat uit de uiterlijke verschijningsvorm van de in de voertuigen van verdachte aangetroffen boot, buitenboordmotor en zwemvesten en de richting waarin deze werden vervoerd een duidelijke bestemming kan worden afgeleid, namelijk mensensmokkel over het Kanaal. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat verdachte bij de douane en politie wisselende en onderling tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd over de aankoop van de aangetroffen zwemvesten en het doel en de bestemming van zijn reis. Verdachte heeft tegenover de Belgische douane verklaard dat hij uit Frankrijk kwam, waar hij aan de kust zwemvesten heeft gekocht. Verdachte verklaart bij de politie echter op de vraag waarom hij in Westkerke in België was: “
Ik ging zo maar een keer rond rijden.” Vervolgens verklaart verdachte dat hij de zwemvesten “
op de terugweg naar huis” heeft gekocht “
Bij een jongetje op een parkeerplaats in België.” Verdachte legt daarna een afwijkende verklaring af over het doel van zijn reis: “
Ik ging iets kopen voor het huis. Maar ik weet alleen niet meer wat” en “
Ik was de weg kwijt, had geen internet en vroeg de politie de weg naar Brussel.” Op basis van de GPS-data van de bus waarin verdachte op dat moment reed is de verklaring van verdachte leugenachtig: verdachte kwam niet uit de richting van Frankrijk, maar kwam uit Nederland. [19] De rechtbank concludeert uit het voorgaande dat verdachte vervoermiddelen en voorwerpen heeft verworven en voorhanden heeft gehad en daarnaast ook heeft ingevoerd, doorgevoerd en uitgevoerd met het oog op mensensmokkel waarvan levensgevaar te duchten is. [20]
De rechtbank stelt vast dat verdachte wist dat de vervoermiddelen en voorwerpen bestemd waren voor het plegen van mensensmokkel en overweegt daartoe als volgt.
Bij de doorzoeking van de woning van verdachte aan de [adres 2] in [plaats 1] op 14 september 2021 is een Apple iPhone 6s in beslag genomen. De gebruiker van deze telefoon betreft ten tijde van de onderzoeksperiode naar alle waarschijnlijkheid, [naam 1] , de minderjarige zoon van verdachte en zijn echtgenote [naam 2] . [21] In de telefoon is een WhatsApp chat aangetroffen tussen het daarin geregistreerde telefoonnummer [telefoonnummer 1] en telefoonnummer [telefoonnummer 2] , waarvan [naam 2] als gebruiker is geïdentificeerd. [22] In deze chat deelt [naam 1] in de middag van 29 juli 2020 een doorgestuurde afdruk van Google maps. Dit betreft de locatie [adres 3] , [plaats 2] , Frankrijk. [23] [naam 1] zegt daarna “
Dit is het afleverpunt”, waarop [naam 2] antwoordt “
Ahha, dank je”. [naam 2] zegt vervolgens in de ochtend van 30 juli 2020 “
Als oom [naam 3] belt moet je niet zeggen dat wij in Frankrijk zijn”. Verder geeft [naam 2] aan “
Wij arriveerden laat, de boot was ook kapot” en “
Politie kwam en heeft iedereen opgepakt, Maar wij waren er niet, Wij waren bij het begin van de straat/steeg.” Vervolgens stuurt [naam 2] een audiobericht, waarin is te horen: “
bel met die man van de boot, zeg hem: “uw boot wat kapot, niet de golfbreker maar de bodem, mijn ouders hebben de boot niet kunnen oppompen, hij liep leeg, wij hebben de boot niet kunnen gebruiken, u moet ons geld teruggeven”.” [naam 1] zegt daarop “
Wij gaan met papa naar hem toe” en “
Hij zou zeggen: geef de boot terug dan pas geef ik het geld.”. [naam 2] reageert met een audiobericht, waarin is te horen: “
de boot ligt in het water, het lukt ons niet om hem eruit halen.” [naam 1] vraagt vervolgens “
Wanneer komen jullie?”, waarop [naam 2] antwoordt “
Wij komen in de avond, Papa heeft slaap, hij wil nu even slapen. Wij zijn in België. [24]
Op 3 en 4 augustus 2020 deelt [naam 2] vergelijkbare berichten in de chat. Zo stuurt [naam 2] in de avond van 3 augustus 2020 het volgende bericht door: “
In de buurt van Petit-Fort-Philippe, 59820 Gravelines is er een pinnetje, Frankrijk.”, waarna zij zegt “
Deze niet verwijderen.” Vervolgens stuurt [naam 2] in de nacht van 4 augustus 2020 een audiobericht, waarin is te horen: “
Wij hebben de boot niet afgeleverd, hun punt/gebied had een problemen waardoor wij het niet konden afleveren. Het wordt laat voordat wij terugkomen.” In de ochtend van 4 augustus 2020 zegt [naam 2] “
Wij hebben de boot afgeleverd maar zij zijn niet gegaan omdat er veel politie was, zij konden niet gaan. [25]
Uit de besproken onderwerpen en gebruikte bewoordingen in voornoemde chatgesprekken, in samenhang bezien met de gedeelde locaties van het stadje Gravelines, dat in het kustgebied bij Calais in Frankrijk ligt, valt naar het oordeel van de rechtbank onmiskenbaar af te leiden dat bij verdachte sprake was van een criminele intentie om door middel van het beschikbaar stellen van rubberboten mensensmokkel over het Kanaal te faciliteren. De rechtbank slaat in dit verband ook acht op de verklaring van verdachte bij de politie dat hij “
vaker dan 2 keer” in Calais is geweest. [26] Deze verklaring vindt bevestiging in de ANPR-gegevens van de Peugeot 307 met kenteken [kenteken 8] die verdachte in de periode van 24 februari 2020 tot 15 december 2020 op zijn naam had staan. Deze Peugeot is in de periode van 27 juli 2020 tot en met 22 oktober 2020 op zeven verschillende dagen geregistreerd in het grensgebied tussen Nederland en België en het grensgebied tussen België en Frankrijk bij De Panne. Daarnaast is de Peugeot in de periode van 17 augustus 2020 tot 22 oktober 2020 minstens vier keer de grensovergang tussen Nederland en België bij Hazeldonk gepasseerd. [27]
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 ten laste gelegde feit.
Ten aanzien van feit 2
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en wat op de terechtzitting is
besproken de volgende feiten en omstandigheden vast. In de voetnoten in het vonnis zal worden verwezen naar de voor de bewezenverklaring redengevende bewijsmiddelen. [28]
Op 25 februari 2021 verneemt de grenspolitie Coquelle in Frankrijk dat verdachte via telefoonnummer [telefoonnummer 3] contact heeft gehad met een zeker ‘ [medeverdachte 1] ’, die vertelde te zijn ‘verlinkt’ door twee illegale migranten die het tarief van € 8.000,-- hadden genoemd. Een zekere ‘ [medeverdachte 2] ’ werd door diezelfde illegale migranten genoemd als mensensmokkelaar.
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zijn op 19 februari 2021 aangehouden op de parkeerplaats Moëres langs de A16 in Ghyvelde in Frankrijk, wegens hulp aan illegale buitenlanders. [medeverdachte 2] was de bestuurder van een Citroën C4 met kenteken [kenteken 2] . [medeverdachte 1] was een van de passagiers en de twee andere passagiers waren illegale migranten uit Irak. Het voertuig stond geregistreerd op naam van verdachte. [29] Beide personen zijn overgebracht naar het detentiecentrum van Lesquin in Frankrijk. Er hebben meerdere telefoongesprekken plaatsgevonden tussen deze twee verdachten die in het detentiecentrum zijn ondergebracht en verdachte. De twee arrestanten hebben meermaals gevraagd geld op te sturen in verband met de aanschaf van telefoons of de betaling van advocaatkosten. In de contacten tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en verdachte leek verdachte zich te willen ontfermen over hun toekomst en nam hij een deel van de verantwoordelijkheid in de situatie op zich. [medeverdachte 1] wees hem ook op zijn verantwoordelijkheden, met name met betrekking tot de aanzienlijke bedragen (£ 70.000) die met elke ‘GAME’ gemoeid waren. [30]
Overwegingen en conclusies
De rechtbank is op grond van voornoemde feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, van oordeel dat verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel.
De rechtbank stelt vast dat verdachte [medeverdachte 2] tijdens het verhoor bij de politie aan de hand van een aan hem getoonde foto heeft herkend en over [medeverdachte 2] heeft verklaard “
als hij een auto nodig heeft, dan leent hij die soms van mij. [31] Voor de rechtbank staat in voldoende mate vast dat verdachte zijn auto op 19 februari 2021 aan [medeverdachte 2] heeft uitgeleend om twee migranten naar het kustgebied bij Calais in Frankrijk te brengen. Daarbij acht de rechtbank van belang dat verdachte bij herhaling telefonisch contact heeft gehad met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] terwijl zij vanwege het smokkelincident op 19 februari 2021 in Frankrijk in detentie zaten. Uit deze gesprekken valt af te leiden dat verdachte mede verantwoordelijk wordt gehouden, met name als het gaat om de aanzienlijke bedragen die met elke ‘
GAME’ gemoeid zijn en dat verdachte ook deels verantwoordelijkheid neemt voor de ontstane situatie. De rechtbank concludeert op grond hiervan dat verdachte de twee migranten die op 19 februari 2021 in Frankrijk in zijn auto zijn aangetroffen behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot Frankrijk.
Gelet op het voorgaande kan het niet anders zijn dan dat verdachte ook moet hebben geweten dat de migranten geen beschikking hadden over geldige reisdocumenten en dat de toegang tot Frankrijk zodoende voor hen wederrechtelijk was. De rechtbank laat daarbij meewegen dat hierboven al de betrokkenheid van verdachte bij mensensmokkel is vastgesteld en daarnaast ook dat verdachte op 6 februari 2020 in Griekenland is aangehouden in verband met het smokkelen van een persoon zonder de juiste documentatie. [32]
Uit de hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden blijkt dat bij het ten laste gelegde feit sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en anderen, zodat sprake is van medeplegen.
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 2 primair ten laste gelegde feit.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij in de periode van 17 juli 2020 tot en met 18 februari 2021 in Nederland, en in Frankrijk, en in België, ter voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten mensensmokkel waarbij levensgevaar was te duchten (artikel 197a lid 5 van het Wetboek van Strafrecht), opzettelijk voorwerpen en vervoermiddelen, te weten
- een Zodiac type MK3 Futura [registratieteken] , welke op 17 juli 2020 gearriveerd is in Engeland met aan boord 19 vluchtelingen, en
- een Quicksilver RIB 4.30 HD met registratienummer [registratienummer] , welke op 7 augustus 2020 in Engeland betrokken is geweest bij een smokkelincident met 13 vreemdelingen, en
- 5 reddingsvesten, en
- een Mercedes Vito met kenteken [kenteken 9] gehuurd van [bedrijf 1] BV voor de periode van 21 september 2020 tot en met 1 oktober 2020, welke Mercedes op 22 september 2020 in Calais (Frankrijk) is gesignaleerd terwijl het een rubberboot en een groot aantal migranten vervoerde en welke Mercedes op 25, 27, 28 en 29 september in Calais (Frankrijk) is geweest, en
- een Mercedes Sprinter met kenteken [kenteken 1] gehuurd van [bedrijf 1] BV voor de periode van 8 oktober 2020 tot en met 10 oktober 2020 en van 16 oktober 2020 tot en met 21 oktober 2020, welke Mercedes op 9 oktober 2020 een boot heeft vervoerd naar het strand van Calais (Frankrijk) en van 17 oktober tot en met 19 oktober 2020 in Calais (Frankrijk) is geweest, en
- rubberboten,
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven en ingevoerd en doorgevoerd en uitgevoerd en voorhanden heeft gehad;
2
hij op 19 februari 2021 in Nederland en in Frankrijk, tezamen en in vereniging met anderen, anderen, te weten twee onbekend gebleven personen, behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot Frankrijk, en hen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, door
- voornoemde personen naar Frankrijk te laten vervoeren in een Citroën C4 met kenteken [kenteken 2] en
- inlichtingen en aanwijzingen te geven over voornoemde toegang terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededaders wisten dat die toegang wederrechtelijk was.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 46, 47 en 197a Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
voorbereiding van mensensmokkel, terwijl van het feit levensgevaar voor een ander te duchten is, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf:
mensensmokkel, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren, met aftrek van de duur van het voorarrest.
7.2
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel en het faciliteren daarvan via de Kanaalroute tussen Frankrijk en Engeland, waarbij vreemdelingen levensgevaar te duchten hadden. Verdachte heeft met zijn handelen de gevaarlijke situaties voor de gesmokkelden voor lief genomen en bijgedragen aan het in stand houden van een illegaal circuit dat allerhande maatschappelijke ongewenste effecten met zich brengt en het Europese asielbeleid ondermijnt. Verdachte heeft, ondanks zijn eigen ervaringen als vluchteling, bijgedragen aan de instandhouding van dit illegale circuit, waarbij vaak misbruik gemaakt wordt van de kwetsbare positie van vluchtelingen. De vreemdelingen zijn bereid grote risico’s te nemen en betalen forse bedragen aan de smokkelaars. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 29 mei 2023. Verdachte is in Nederland niet eerder voor soortgelijke feiten veroordeeld.
Gezien de ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Alles afwegende wordt, conform de eis van de officier van justitie, een gevangenisstraf voor de duur drie jaren, met aftrek van de duur van het voorarrest, passend en geboden geacht.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op artikel 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, het misdrijf:
voorbereiding van mensensmokkel, terwijl van het feit levensgevaar voor een ander te duchten is, meermalen gepleegd;
feit 2, het misdrijf:
mensensmokkel, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 primair bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.K. Huisman, voorzitter, mr. E.J.M. Bos en
mr. M.J.A.L. Beljaars, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.K. van Haren, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2023.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de District Landelijke en Buitenlandse Eenheden met nummer 27BINJARI / 27FCC210002. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Pagina 34
3.Proces-verbaal van bevindingen Bevraging tenaamstelling motorboten (pagina’s 1-2 met bijlagen)
4.Pagina 32
5.Proces-verbaal van bevindingen Bevraging tenaamstelling motorboten (pagina’s 1-2 met bijlagen)
6.Pagina 285
7.Pagina’s 37-40
8.Pagina 34
9.Pagina 518
10.Pagina’s 468-470
11.Pagina 277
12.Pagina’s 468-470
13.Pagina 34
14.Pagina 518
15.Pagina’s 470-471
16.Pagina 277
17.Pagina 509
18.Pagina 458
19.Pagina 466
20.Pagina’s 274-276
21.Pagina 927
22.Pagina 928 en pagina’s 116-121
23.Pagina 1013
24.Pagina’s 988-990
25.Pagina’s 990-991
26.Pagina 261
27.Pagina 203
28.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de District Landelijke en Buitenlandse Eenheden met nummer 27BINJARI / 27FCC210002. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
29.Pagina 100
30.Pagina’s 36-37
31.Pagina 282
32.Pagina 923