ECLI:NL:RBOVE:2023:2578

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
25 mei 2023
Publicatiedatum
6 juli 2023
Zaaknummer
08.770218.18
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een veroordeelde met complexe problematiek en recidiverisico

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 25 mei 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene, geboren in 1973, die verblijft in FPC De Woenselse Poort te Eindhoven. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 april 2021, na bewezenverklaring van diefstal met geweld en bedreiging. De rechtbank heeft de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren toegewezen, na een zorgvuldige afweging van de medische en psychologische rapportages en de huidige situatie van de terbeschikkinggestelde.

De rechtbank heeft kennisgenomen van het verlengingsadvies van de kliniek, waarin wordt aangegeven dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een verstandelijke ontwikkelingsstoornis, een neurobiologische ontwikkelingsstoornis en verslavingsproblematiek. Ondanks enige positieve ontwikkelingen in de behandeling, zoals een verbeterde samenwerking met het personeel en een aanvraag voor begeleid verlof, blijft het recidiverisico hoog. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde nog aan het begin van zijn behandeling staat en dat er verschillende risicofactoren aanwezig zijn die aandacht vereisen.

De rechtbank heeft de verzoeken van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman tot aanhouding van de zaak afgewezen, omdat er voldoende inzicht is in de problematiek en de medische situatie niet van doorslaggevend belang is voor de beslissing. De rechtbank benadrukt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling vereisen. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, met de hoop dat de terbeschikkinggestelde zijn positieve ontwikkeling kan voortzetten en dat er in de toekomst mogelijkheden zijn voor een lager beveiligingsniveau.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.770218.18
Datum uitspraak: 25 mei 2023
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1973 te [geboorteplaats]
verblijvende in FPC De Woenselse Poort te Eindhoven,
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

1.De aanleiding

De terbeschikkinggestelde is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 14 april 2021 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, na bewezenverklaring van het misdrijf: diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 29 april 2021 en deze eindigt, behoudens nadere voorziening, op 19 april 2023.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
  • het verlengingsadvies van FPC De Woenselse Poort (hierna: de kliniek) van 14 februari 2023, opgemaakt en ondertekend door [GGZ-medewerker] , directeur behandelzaken, hoofd van de inrichting, M.P.M. den Haan, psychiater/ psychotherapeut/cognitief gedragstherapeut VGCt en A.M.J. de Kuiper, GZ-psycholoog/regiebehandelaar;
  • de wettelijke aantekeningen over de periode van januari 2022 tot en met april 2023.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 13 maart 2023 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van
11 mei 2023.
De rechtbank heeft op die zitting gehoord:
  • de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman
  • mr. F.M.M.M. Vogels, advocaat te Amsterdam;
  • de officier van justitie C.P. Dronkers;
  • M. de Haas, klinisch psycholoog/psychotherapeut, verbonden aan de kliniek als deskundige.
De terbeschikkinggestelde is via een videobeeldbelverbinding gehoord.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaren.
De raadsman van de terbeschikkinggestelde heeft verzocht nieuwe pro Justitia rapportages op te laten stellen omdat er in de vorige deskundigenrapporten onjuistheden staan. De terbeschikkinggestelde en zijn raadsman hebben daarnaast verzocht om de beslissing op het verzoek tot verlenging aan te houden. De medische toestand van de terbeschikkinggestelde is zorgelijk, hij ondergaat verschillende onderzoeken in het ziekenhuis. De uitslagen van deze onderzoeken zijn maandag 15 mei 2023 beschikbaar. De terbeschikkinggestelde moet volgens zijn arts uitgaan van het ergste. Hij wil, mocht de prognose slecht zijn, niet in de kliniek verblijven. De terbeschikkinggestelde en zijn raadsman vragen de rechtbank de verlengingsbeslissing aan te houden totdat de uitslagen bekend zijn. De rechtbank kan de informatie over zijn medische toestand dan meenemen in haar beslissing.

4.De beoordeling

De vordering is op 13 maart 2023 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek
van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over de terbeschikkinggestelde opgemaakte verlengingsadvies en de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking.
Het verlengingsadvies van de kliniek
Het rapport van de kliniek houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van veelsoortige problematiek, te weten een verstandelijke ontwikkelingsstoornis, een ongespecificeerde neurobiologische ontwikkelingsstoornis en diverse stoornissen in gebruik van middelen, te weten een stoornis in gebruik van een opioïde, een stoornis in gebruik van alcohol en een stoornis in het gebruik van cocaïne. Het gebruik van deze middelen is in vroege remissie in een gereguleerde omgeving behalve het gebruik van opïode (Methadon). Daarnaast zijn er trekken van een antisociale persoonlijkheidsstoornis aanwezig.
De verschillende hulpverleningstrajecten hebben tot op heden onvoldoende effect gehad. Bij het verminderen van de externe structuur valt de terbeschikkinggestelde snel terug in delictgedrag. Klinische behandelingen zijn voortijdig afgebroken of geëindigd in detentie. De terbeschikkinggestelde kreeg drie keer een ISD-maatregel opgelegd. De behandelingen binnen de intra- en extramurale fase van de ISD-maatregelen hadden onvoldoende effect.
De terbeschikkinggestelde zit nog aan het begin van zijn behandeling. De begeleiding van de terbeschikkinggestelde ziet dat hij makkelijker in contact is dan aan het begin van de opname. Ook is hij rustiger geworden, waardoor er een betere behandelrelatie begint te ontstaan. Vijandigheid staat vaak nog op de voorgrond. De terbeschikkinggestelde verzet zich met regelmaat tegen de afspraken en regels, met name als iets hem onduidelijk is. Deze vijandigheid neemt af zodra hij stopt met middelengebruik. Hij heeft de laatste maanden veelvuldig cannabis gebruikt. Ondanks dit, volgt hij het programma zo goed als mogelijk en zet hij zich goed in bij de blokken arbeid en ook bij de individuele psychotherapie. De terbeschikkinggestelde heeft nog weinig zicht op zijn individuele valkuilen. Het gaat dan om verslaving, impulsiviteit, persoonlijkheidsproblematiek en copingvaardigheden. Meerdere keren is er sprake geweest van ruis rondom handel. Voor het aanvragen van begeleid verlof is nodig dat hij een periode van drie maanden abstinent is van drugs.
Het risico op een terugval in fysiek gewelddadig gedrag bij de terbeschikkinggestelde wordt als hoog ingeschat, wanneer hij zich vrij in de maatschappij zou kunnen bewegen. De verwachting is dat de terbeschikkinggestelde langdurig een klinische behandeling zal moeten ondergaan met een voldoende beveiligingsniveau. In de aankomende twee jaren moet worden toegewerkt naar de behandeldoelen, naar vermindering van de risicofactoren, het starten van begeleid verlof met uiteindelijk transmuraal verlof (in de regio van herkomst). Daarnaast dienen deze twee jaar gebruikt te worden om de benodigde stabiele omgeving, die aansluit bij de ontwikkeling van de terbeschikkinggestelde verder te optimaliseren. Op de lange termijn wil de kliniek toewerken naar een verblijf op een lager beveiligingsniveau, mogelijk naar een forensisch beschermde woonvorm, waarbij de begeleiding aansluit bij de cognitieve (on)mogelijkheden van de terbeschikkinggestelde. De kliniek adviseert de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen.
De toelichting van de deskundige ter zitting
Ter zitting heeft de deskundige het advies van de kliniek gehandhaafd en aanvullend meegedeeld dat de risicofactoren nog steeds aanwezig zijn. De deskundige merkt echter op dat de laatste drie maanden een verschil laten zien met de bevindingen neergelegd in het rapport van de kliniek. De terbeschikkinggestelde is, zoals afgesproken, al drie maanden clean, werkt meer samen met het personeel en volgt verschillende modules. Op basis van deze drie bereikte doelen is inmiddels begeleid verlof aangevraagd. Er is dus zeker sprake van een positieve ontwikkeling in het behandeltraject.
De afgelopen twee jaar beschouwend zijn er wel nog verschillende punten om aan te werken. Om deze reden is ook besloten tot een verlenging van twee jaar. De terbeschikkinggestelde staat nog aan het begin van zijn behandeling en het lijkt de laatste maanden beter te gaan. De kliniek hoopt op de ingeslagen weg verder te kunnen gaan. Hopelijk gaat dit lukken, mede gelet op de gezondheidstoestand van de terbeschikkinggestelde.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. Op grond van de inhoud van de rapportage van de kliniek en hetgeen ter zitting is toegelicht, stelt de rechtbank vast dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een stoornis en van recidiverisico. Aan de criteria voor de verlenging van de terbeschikkingstelling is daarom voldaan.
De rechtbank wijst de verzoeken van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman tot aanhouding van de zaak af. De noodzaak om nieuwe deskundigenrapportages op te laten stellen is niet gebleken. Er is voldoende inzicht in de problematiek van de terbeschikkinggestelde en ook over de diagnose bestaat geen discussie. Wat de medische situatie van de terbeschikkinggestelde betreft overweegt de rechtbank dat de resultaten van de medische onderzoeken niet van rechtstreeks belang zijn voor de beslissing om de terbeschikkingstelling wel of niet te verlengen. De rechtbank begrijpt de zorgen van de terbeschikkinggestelde. De situatie lijkt ernstig en hij gaat een onzekere periode tegemoet. Dit zal zeker gevolgen hebben voor zijn behandeltraject. Dit kan er echter niet toe leiden dat de rechtbank de maatregel nu niet zou moeten verlengen. De rechtbank gaat ervan uit dat de kliniek en/of het Ministerie de humanitaire maatregelen zal nemen die voor de gezondheidstoestand van de terbeschikkinggestelde nodig zijn.
De rechtbank stelt vast dat de terbeschikkinggestelde de afgelopen drie maanden in de kliniek een positief beeld laat zien. Hij stelt zich meer open voor zijn behandeling en bouwt een betere band op met zijn begeleiders. Vanwege deze positieve wending is een traject voor begeleid verlof aangevraagd. De rechtbank hoopt dat de terbeschikkinggestelde deze positieve lijn kan vasthouden.
De rechtbank stelt echter ook vast dat, de gehele afgelopen twee jaren beschouwend, er verschillende risicofactoren aanwezig zijn, zoals probleeminzicht, impulsiviteit en verslavingen. Daaraan moet door de terbeschikkinggestelde worden gewerkt om het recidiverisico te verminderen. Zodra dat het geval is kan de kliniek zich gaan oriënteren op het vervolgtraject van de terbeschikkinggestelde. De recente aanvraag van het begeleid verlof is hierin de eerste stap en mogelijk volgt daarna onbegeleid verlof. Indien de terbeschikkinggestelde de positieve ontwikkeling doorzet, zal in de toekomst worden gekeken naar een geschikte vervolgafdeling voor de terbeschikkinggestelde. Dit traject zal nog geruime tijd in beslag nemen. Er zal nog langere tijd hulp en ondersteuning vanuit het kader van de terbeschikkingstelling vereist zijn. De rechtbank zal daarom de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]met twee jaren.
Aldus gegeven door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mr. C. Verdoold, en
mr. D.K. ten Cate, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.S. de Bruin als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 mei 2023.
Buiten staat
mr. Van der Lecq is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.
De griffier is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.