7.3De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zijn huisgenoot, [slachtoffer 2] , mishandeld door hem tegen zijn lies te schoppen. Met dit handelen heeft hij een inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van [slachtoffer 2] . Ook heeft verdachte de telefoon van [slachtoffer 2] beschadigd. Hij heeft daarmee blijk gegeven van een gebrek aan respect voor de eigendom van anderen.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van verdachte van 14 maart 2023, waaruit blijkt dat verdachte een uitgebreide justitiële voorgeschiedenis heeft. Het strafblad telt op dit moment 21 pagina’s en begint wanneer verdachte slechts zeventien jaar oud is. Na die eerste veroordeling is verdachte vele malen met justitie in aanraking gekomen. Verdachte is in de vijf jaar voorafgaand aan de door hem gepleegde feiten ten minste driemaal ter zake van misdrijven tot een vrijheidsbenemende straf, dan wel taakstraf veroordeeld. Deze vonnissen zijn onherroepelijk. De in deze zaak bewezen verklaarde feiten zijn begaan na de tenuitvoerlegging van de eerder genoemde straffen. Verdachte voldoet aan de definitie van zeer actieve veelpleger als bedoeld in de Richtlijn voor strafvordering bij meerderjarige veelplegers. De rechtbank stelt vast dat de straffen die tot op heden aan de verdachte zijn opgelegd hem er niet van hebben weerhouden om opnieuw strafbare feiten te plegen.
Verder heeft de rechtbank kennis genomen van de over verdachte opgemaakte rapporten.
Uit het advies van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) van 7 februari 2023 komt naar voren dat verdachte bekend is met middelengebruik en agressie-regulatieproblematiek. Ook zijn er aanwijzingen dat bij verdachte sprake is van
ontwikkelingsproblematiek, maar omdat het middelengebruik op dit moment zo op de voorgrond staat, kunnen de rapporteurs hier geen definitieve uitspraken over doen. Zij zien geen contra-indicatie voor het opleggen van een ISD-maatregel.
Uit het ten behoeve van de zitting over verdachte opgemaakte reclasseringsrapport van 11 mei 2023 komt, kort samengevat, naar voren dat oplegging van een ISD-maatregel als wenselijk en noodzakelijk wordt gezien, gelet op het resultaat van eerder ingezette interventies en gezien het hoge recidiverisico. De voornaamste risicofactoren zijn verdachtes verslavingsproblematiek in combinatie met eerder gediagnostiseerde autisme spectrum problematiek, een gedragsstoornis, een stoornis in het cannabisgebruik en zwakbegaafdheid. Verdachte heeft nauwelijks inzicht in zijn eigen gedrag, houdt zich niet aan voorwaarden én wijst hulp van de hand. Zo heeft verdachte toen hij van de reclassering bij wijze van een laatste kans in het najaar van 2022 een klinische behandeling kreeg aangeboden deze behandeling op het laatste moment afgewezen, omdat hij vond dat hij deze hulp niet nodig had. Bij verdachte is sprake van een delictpatroon dat onder andere bestaat uit geweldsdelicten die gepleegd worden onder invloed van middelen. Er zijn nauwelijks beschermende factoren. Hierdoor wordt het risico op recidive én op letselschade als hoog ingeschat. Het risico op onttrekking wordt bij het opleggen van een voorwaardelijke straf of maatregel eveneens hoog ingeschat. De reclassering ziet dan ook geen mogelijkheden meer om met interventies en/of toezicht de risico’s te beperken.
Reclasseringswerker M. ter Wengel, als deskundige ter zitting gehoord, heeft de conclusies uit het rapport bevestigd. Zij heeft hieraan toegevoegd dat, hoewel verdachte nu oprecht gemotiveerd lijkt, in het verleden is gebleken dat hij impulsief is en vaak verkeerde keuzes maakt waarvan hij later spijt krijgt. Het is voor verdachte moeilijk om verleidingen te weerstaan. Zij is van mening dat verdachte in een klinische setting kan leren om andere keuzes te maken. Voor deze behandeling moet voldoende tijd worden uitgetrokken zodat het nieuwe gedrag bij verdachte in kan slijten.
De rechtbank onderschrijft de conclusie van de rapporteurs en de reclasseringswerker ter zitting dat de hardnekkige verslavingsproblematiek van verdachte in combinatie met vermoedelijk andere onderliggende problematiek maakt dat hij hulp, begeleiding en behandeling nodig heeft. Ook is het van belang dat er opnieuw onderzoek wordt gedaan naar de persoon en intelligentie van verdachte. De oplegging van de ISD-maatregel is daarom aangewezen. De rechtbank stelt vast dat aan de vereisten voor het opleggen van de ISD-maatregel, zoals neergelegd in artikel 38m Sr, is voldaan.
De rechtbank is zich bewust van de zwaarte van de ISD-maatregel, maar is - alles
afwegende - van oordeel dat het belang van de maatschappij om tegen verdachtes handelen te worden beschermd, zwaarder moet wegen dan het verzoek van en namens verdachte tot oplegging van een andere straf. Zonder langdurige behandeling van verdachte binnen een klinische setting moet er ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte - ondanks zijn ter zitting beleden motivatie - zijn huidige levenswijze niet vrijwillig kan en zal veranderen en ook in de toekomst (gewelds)misdrijven zal blijven plegen. De veiligheid van personen en goederen eisen dan ook de oplegging van de maatregel.
Om de ISD-maatregel zoveel mogelijk kans van slagen te geven is het, in lijn met het advies van de deskundige ter zitting, van groot belang dat voldoende tijd wordt genomen om de ISD-maatregel ten uitvoer te leggen. De rechtbank zal daarom aan verdachte de ISD-maatregel opleggen voor de maximale termijn van twee jaren. De tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht wordt niet in mindering gebracht op de duur van de maatregel. Op dezelfde gronden zal de rechtbank niet bepalen dat een tussentijdse beoordeling als bedoeld in artikel 38n, derde lid, Sr zal plaatsvinden.