Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De vordering van de officier van justitie
2.De procedure
3.De beoordeling van de vordering
€ 68.515,- en een Volvo personenauto) verbeurd verklaard als baten uit hetzelfde feit dat ten grondslag ligt aan de onderhavige ontneming. Gelet op het rechtsherstellende karakter van de ontnemingsmaatregel, dat niet ten onrechte ook een bestraffend karakter moet krijgen, zal de rechtbank de vastgestelde waarde van de onder veroordeelde en medeveroordeelde verbeurd verklaarde goederen in mindering brengen op de betalingsverplichting. De rechtbank stelt daarom het bedrag dat door veroordeelde dient te worden betaald aan de Staat, vast op € 0,-. Gelet op de omvang van de betalingsverplichting, die de rechtbank in gelijke zin aan medeveroordeelde zal opleggen, vervalt het belang bij de verzochte hoofdelijkheid.
4.De wettelijke voorschriften
5.De beslissing
- stelt het bedrag waarop het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op € 101.861,-;
- legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling van € 0,- aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.