ECLI:NL:RBOVE:2023:2524

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 juli 2023
Publicatiedatum
4 juli 2023
Zaaknummer
08.034576.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het overnemen en doorgeven van niet-openbare gegevens van Hogeschool Saxion

Op 4 juli 2023 heeft de Rechtbank Overijssel in Almelo uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die schuldig is bevonden aan het overnemen en doorgeven van niet-openbare gegevens van Hogeschool Saxion. De verdachte, geboren in 1982, heeft in de periode van 27 augustus 2020 tot en met 14 februari 2022 opzettelijk en wederrechtelijk gegevens gekopieerd uit toetsen die waren opgeslagen in het toetsopslagsysteem (TOS) van de hogeschool. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachte heeft het feit bekend en de rechtbank heeft op basis van de bewijsmiddelen, waaronder de aangifte en de bekennende verklaring van de verdachte, tot bewezenverklaring van het feit besloten.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden en een taakstraf van 200 uren. De officier van justitie had een zwaardere straf geëist, maar de rechtbank hield rekening met de omstandigheden waaronder het feit was begaan en het feit dat de verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen voorwerpen, waaronder laptops en telefoons, verbeurd verklaard. De schadevergoeding die door Stichting Saxion was gevorderd, werd ingetrokken na een schikking. De uitspraak benadrukt de ernst van het feit en het vertrouwen dat de werkgever in de verdachte had gesteld, dat door zijn handelen ernstig is geschaad.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.034576.22 (P)
Datum vonnis: 4 juli 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1982 op [geboorteplaats],
wonende aan de [woonplaats]
.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 13 juni 2023 en 20 juni 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. ten Velde en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. D.H. van Bommel, advocaat in Winterswijk, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van 13 juni 2023 kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 27 augustus 2020 tot en met
14 februari 2022 toetsen van Hogeschool Saxion heeft gekopieerd en heeft doorgegeven aan anderen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 27 augustus 2020 tot en met 14 februari 2022 te Enschede, althans in Nederland opzettelijk en wederrechtelijk
niet openbare-gegevens, te weten een groot aantal opgaven uit toetsen en/of
volledige toetsen, toebehorend aan en/of in gebruik bij Hogeschool Saxion en/of Stichting Saxion die waren opgeslagen door middel van een geautomatiseerd werk, zijnde onder
meer het toetsopslagsysteem (TOS) toebehorende aan het toetsbureau van de
Hogeschool Saxion en/of Stichting Saxion, voor zichzelf en/of voor een ander heeft overgenomen danwel doorgegeven.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. De bewijsmotivering
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen. [1]
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] van 4 februari 2022 (pag. 31-34);
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 13 juni 2023 voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, Sv.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 27 augustus 2020 tot en met 14 februari 2022 in Nederland opzettelijk en wederrechtelijk niet openbare-gegevens, te weten opgaven uit toetsen en/of volledige toetsen, toebehorend aan en/of in gebruik bij Hogeschool Saxion en/of Stichting Saxion die waren opgeslagen door middel van een geautomatiseerd werk, zijnde onder meer het toetsopslagsysteem (TOS) toebehorende aan het toetsbureau van de Hogeschool Saxion en/of Stichting Saxion, voor een ander heeft overgenomen dan wel doorgegeven.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 138c van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
het opzettelijk en wederrechtelijk niet-openbare gegevens die zijn opgeslagen door middel van een geautomatiseerd werk, voor zichzelf/voor een ander overnemen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een taakstraf van 200 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden met een proeftijd van drie jaren.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. De verdediging acht een taakstraf passend omdat verdachte zich meewerkend heeft opgesteld tijdens het onderzoek en omdat hij first offender is.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het overnemen en doorgeven van niet-openbare gegevens, te weten toetsvragen die waren opgeslagen in het toestopslagsysteem (TOS) van Hogeschool Saxion/Stichting Saxion (hierna: Saxion) waartoe hij uit hoofde van zijn functie rechtmatig toegang tot had. Gegevens die alleen voor hem beschikbaar waren voor zover hij die nodig had voor het uitoefenen van zijn functie. Gedurende een periode van anderhalf jaar heeft verdachte op verzoek van twee studenten van Saxion – ook medeverdachten – en tegen betaling steeds toetsvragen opgezocht in TOS of andere systemen en ter beschikking gesteld aan hen. Verdachte was de sleutelfiguur tot het verkrijgen van de gegevens. Hij kreeg via WhatsAppberichten de codes van de toetsen door en liet vervolgens weten wanneer de toetsen beschikbaar kwamen en op welke wijze ze werden verstrekt. De gegevens die hij overnam stuurde hij via zijn privémailadres en WhatsApp naar de medeverdachten die de toetsvragen tegen betaling doorverkochten. Het geld werd in een kluisje van de hogeschool gelegd en na het doorgeven van een code kon verdachte de vergoeding eruit halen.
Dat het handelen van verdachte werd ontdekt is gekomen door een melding van twee oud-studenten. Indien dat destijds niet was gebeurd, valt niet uit te sluiten dat verdachte zich nog steeds schuldig zou maken aan het plegen van dit strafbare feit. Dit blijkt ook uit de verklaring van verdachte ter zitting waarin hij zegt hij er niet uit zichzelf mee zou zijn gestopt omdat het te makkelijk ging. Verdachte heeft met zijn gedragingen het vertrouwen dat zijn werkgever Saxion in hem stelde ernstig geschaad. Door zijn handelen heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een vorm van fraude en de rechtbank rekent verdachte dit aan.
Ook heeft verdachte schade toegebracht aan Saxion evenals aan de studenten. Immers als Saxion de betrouwbaarheid van de toetsen niet meer zou kunnen garanderen, zou de situatie zijn ontstaan dat Saxion toetsen ongeldig had moeten verklaren. Dit zou vele studenten hebben getroffen en de door Saxion als gevolg van de ontdekte fraude genomen maatregelen hadden studievertraging tot gevolg kunnen hebben voor de studenten. Ook voor oud-studenten had het handelen van verdachte grote gevolgen kunnen hebben, omdat destijds niet kon worden uitgesloten dat getuigschriften moesten worden ingetrokken met alle gevolgen van dien. Daarnaast heeft verdachte met zijn handelen de reputatie van Saxion op het spel gezet.
Bij de op te leggen straf houdt de rechtbank rekening met het strafblad van verdachte van
2 juni 2023 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Ook houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte als gevolg van zijn handelen door Saxion is ontslagen, inmiddels een nieuwe baan heeft gevonden waar hij niet met gevoelige gegevens hoeft te werken.
De rechtbank is, alles afwegende, van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd, zij het in voorwaardelijke vorm. Hiermee wordt de ernst van het feit benadrukt en wordt verdachte er hopelijk van weerhouden in de toekomst strafbare feiten te plegen. Verder is de rechtbank van oordeel dat verdachte een taakstraf in de vorm van een werkstraf van na te noemen aantal uren moet worden opgelegd.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft de verbeurdverklaring gevorderd van de in beslag genomen goederen.
De verdediging heeft verzocht om teruggave van de in beslaggenomen privé laptop en privé telefoon aan verdachte. Het in beslaggenomen geldbedrag dient in mindering te worden gebracht op het door de rechtbank vast te stellen ontnemingsbedrag in de tegen verdachte aanhangig gemaakte ontnemingsprocedure.
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde goederen HP ProBook, Apple Notebook, Apple iPhone SE (privé), Apple iPhone SE (zakelijk) en Apple iPad moeten worden verbeurdverklaard, omdat het voorwerpen betreffen met betrekking tot welke het feit is begaan.
Het op de beslaglijst vermelde geldbedrag van € 330,-- moet worden verbeurdverklaard omdat het een voorwerp betreft dat aan verdachte toebehoort en dat geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van het strafbare feit is verkregen.
8. De schade van de benadeelde
Stichting Saxion heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces en heeft op
11 mei 2023 gevorderd verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 62.148,79.
Op de terechtzitting van 13 juni 2023 hebben de raadsvrouw en de gemachtigde van Saxion verzocht om aanhouding van de strafzaak teneinde nader overleg te hebben over de vordering. Bij e-mail van 20 juni 2023 hebben de raadsvrouw en de gemachtigde de rechtbank bericht dat zij een schikking hebben getroffen. De gemachtigde heeft eveneens bericht dat Saxion de vordering ten aanzien van verdachte intrekt. Gelet hierop behoeft de vordering geen beoordeling.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op het hiervoor genoemde wetsartikel. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33 en 33a Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
het opzettelijk en wederrechtelijk niet-openbare gegevens die zijn opgeslagen door middel van een geautomatiseerd werk, voor zichzelf/voor een ander overnemen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
200 (tweehonderd) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
100 (honderd) dagen;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart verbeurd de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
HP ProBook 455 G7;
Apple Notebook;
Apple iPhone SE (privé) (TDO nummer 22-0448-003);
Apple iPhone SE (zakelijk) (TDO nummer 22-0448-004);
Apple iPad A1458;
Geldbedrag van € 330,--.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. M.A.H. Heijink en
mr. M.O. Frentrop, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.J. van der Leest, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 4 juli 2023.
Mr. Frentrop is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer ON2R022006/onderzoek Furud 22 van 29 juli 2022. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.