Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1] B.V.,
[gedaagde 2],
3.[gedaagde 3] ,
1.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 8 maart 2023,
- de “akte houdende uitlating na tussenvonnis” van [gedaagden] ,
- de “akte houdende uitlating na tussenvonnis” van [gedaagde 3] ,
- de “akte uitlaten” van [eiser] .
2.De verdere beoordeling
- volgens de definitie van het begrip ‘bedrijfswoning’ uit het bestemmingsplan dat in 2015 van kracht was, was de woning regulier bewoonbaar;
- het beleid van de banken kende in 2015 mogelijk minder beperkingen met betrekking tot de financiering van bedrijfswoningen dan nu het geval is.
Wilt u bij de beantwoording van de vragen, waar aangewezen en/of passend, ingaan op in de markt gebruikelijke marges én maatmancriteria. Werden die al dan niet overschreven”. Deze vraag is namelijk onvoldoende concreet geformuleerd en bovendien deels juridisch van aard.
3.De beslissing
op de roldatum van 12 juli 2023 bezwaar kunnen maken tegen de vaststelling van de hoogte van het voorschotvoor de kosten van de deskundige op € 3.500 exclusief btw;