In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 28 juni 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de curator van een failliete onderneming en de gedaagde huurder. De curator, mr. O.J. de Vries, vorderde ontruiming van de woning die door de failliete onderneming aan de gedaagde was verhuurd. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde ernstig tekort was geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst, onder andere door het gebruik van verdovende middelen en het veroorzaken van overlast. De gedaagde was niet verschenen op de zitting, waardoor verstek werd verleend. De rechtbank heeft de vordering van de curator toegewezen en de gedaagde veroordeeld om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis de woning te ontruimen en de proceskosten te betalen, die zijn vastgesteld op € 744,86, vermeerderd met wettelijke rente. De nakosten zijn begroot op € 132,00, eveneens vermeerderd met wettelijke rente. De uitspraak benadrukt de ernst van de tekortkomingen van de gedaagde en de noodzaak van ontruiming in het belang van de curator en de failliete boedel.