6.3De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van meerdere ontuchtige handelingen met de toen veertienjarige [slachtoffer] . Verdachte en [slachtoffer] zijn via sociale media met elkaar in contact gekomen. In het contact dat zij hadden was verdachte dwingend en manipulatief. Op initiatief van verdachte hebben zij op een gegeven moment afgesproken om seks met elkaar te hebben. Toen [slachtoffer] eigenlijk niet meer wilde afspreken, heeft verdachte gezegd dat hij haar € 25,-- zou geven als ze toch zou komen en seks met hem zou hebben. Daarnaast heeft verdachte in de maanden januari en februari 2022 tijdens het chatcontact dat zij gedurende die tijd hadden kinderpornografisch materiaal van [slachtoffer] verworven en in zijn bezit gehad. Verdachte heeft [slachtoffer] opdrachten gegeven om seksueel getinte foto’s en video’s van zichzelf te maken waarop zij ook vergaande ontuchtige handelingen met zichzelf verricht. [slachtoffer] heeft deze foto’s en video’s vervolgens opgestuurd naar verdachte.
Het gaat om ernstige feiten. De wetgever heeft met de strafbaarstelling van het gedrag dat is omschreven in onder meer artikel 245 Sr, beoogd de jeugdige te beschermen in de normale (seksuele) ontwikkeling. De gevolgen van de strafbaar gestelde gedragingen kunnen namelijk ingrijpend zijn: verwarring over het eigen lichaam en de eigen seksualiteit van de jeugdige, gevoelens van schuld of schaamte en (de angst voor) negatieve reacties vanuit de sociale omgeving. Bovendien wordt door het plegen van dergelijke feiten de lichamelijke integriteit van de slachtoffers geschonden. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij zijn eigen lustgevoelens voorop heeft gesteld en zich niet heeft bekommerd om de gevolgen die hiervan voor [slachtoffer] te verwachten waren.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft rekening gehouden met het strafblad van verdachte van 11 april 2023, waaruit blijkt dat verdachte op 22 oktober 2018 is veroordeeld voor een zedenfeit, dat overeenkomsten vertoont met onderhavige zaak. Verdachte benaderde ook toen jonge meisjes via social media en dwong hen ontuchtige handelingen met zichzelf te verrichten en beelden daarvan met hem te delen. In die zaak is het, anders dan nu het geval is, niet tot een fysieke seksafspraak gekomen.
De rechtbank heeft voor wat betreft de persoon van verdachte kennisgenomen van de volgende over hem uitgebrachte rapportages.
In het advies van 12 april 2023 concludeert psychiater I. Maksimovic dat bij verdachte sprake is van een neurobiologische ontwikkelingsstoornis (ADHD, een autismespectrumstoornis en dyslexie), beperkingen op het gebied van cognitief, sociaal-emotioneel en adaptief functioneren en een parafiele stoornis. De parafiele stoornis uit zich in de vorm van periodes van hyperseksualiteit en een diffuse seksuele voorkeur, waar een voorkeur voor meisjes in de puberteit (hebefilie) een onderdeel van is. Ten tijde van het ten laste gelegde werd verdachte gedreven door hyperseksualiteit en zocht aldus seksueel getint contact met volwassen vrouwen en met minderjarige meisjes. Door een beperkt sociaal invoelend vermogen en door zijn concretistische manier van het denken, voortvloeiend uit zijn autismespectrumstoornis heeft verdachte een instrumentele kijk op seks. Zijn behoefte aan seks was zodanig hoog, dat hij ervoer dat hij geen rem had op zijn gedrag. Dit komt door een tekort aan oplossingsvaardigheden, een gebrekkig oordeelsvermogen en een gebrekkige mentale flexibiliteit. De psychiater concludeert dat verdachte ten tijde van het bewezenverklaarde lijdende was aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens dat het feit hem in verminderde mate kan worden toegerekend. De psychiater stelt dat er sprake is van een hoog recidiverisico en vanwege de noodzaak om gedurende lange tijd toezicht en controle toe te passen, is er een langdurig en stringent juridisch kader nodig, dat tevens de nodige behandeling kan garanderen. De psychiater adviseert daarom om tbs met voorwaarden op te leggen.
In het advies van 17 april 2023 concludeert GZ-psycholoog M.J.E. van Kempen dat bij verdachte sprake is van een licht verstandelijke beperking, een stoornis in het autismespectrum, een aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis, een stoornis in de impulscontrole en een parafiele stoornis. Volgens de psycholoog is verdachte hierdoor zeer beperkt in staat tot intimiteit, zijn gedragskeuzes worden gestuurd door eigen korte termijn behoeften en verdachte is slecht bestand tegen uitstel van die behoeften en andere frustraties zoals verveling, krenking en afwijzing. De genoemde stoornissen en functionele tekorten worden door de psycholoog als sturend en beperkend gezien in de gedragskeuzes van verdachte. Ook de psycholoog adviseert verdachte het bewezenverklaarde in verminderde mate toe te rekenen. Het recidiverisico wordt ingeschat als zeer hoog en om het risico te verminderen is er volgens de psycholoog langdurige behandeling, gericht op de dynamische risicofactoren nodig. Er moet volgens de psycholoog rekening worden gehouden met een langdurige afhankelijkheid van externe structurering, sturing en steun. Hoewel verdachte zich gemotiveerd en begeleidbaar heeft opgesteld en de behandeling in het huidige kader een gunstige ontwikkeling tot stand heeft gebracht, acht de psycholoog de motivatie van verdachte, gezien zijn beperkte impulscontrole, frustratietolerantie en neiging tot zelfoverschatting, te weinig stabiel om op zijn vrijwilligheid te vertrouwen. De te verwachten lange duur en intensiteit van behandeling past, in het geval van strafoplegging, niet in het kader van bijzondere voorwaarden. De psycholoog acht het kader van een tbs met voorwaarden het meest passend.
In het verlengde van de rapportages van de deskundigen heeft de reclassering op 25 mei 2023 een tbs-maatregelrapportage opgesteld. In overeenstemming met de deskundigen adviseert zij ook een behandeltraject in de vorm van een tbs met voorwaarden. Volgens de reclassering kan verdachte bij een veroordeling voor dit zedenfeit niet langer bij zijn huidige beschermde woonvorm, Intermezzo van Doorpakkers in [woonplaats] , verblijven.
Ondanks de inspanningen in het kader van onderhavig onderzoek, is het de reclassering thans nog niet gelukt om een andere passende beschermde woonvorm in te regio te vinden. De reclassering adviseert verder om een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel via artikel 38z Sr op te leggen, zodat gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende voorwaarden toegepast kunnen worden na afloop van de tbs-maatregel.
Straf of maatregel
De rechtbank neemt de gronden waarop de adviezen ten aanzien van de verminderde toerekeningsvatbaarheid rusten over en concludeert dat het bewezenverklaarde in verminderde mate aan verdachte kan worden toegerekend.
Gelet op de adviezen van de deskundigen en hun conclusies over het hoge recidiverisico is een intensieve behandeling met het oog op het terugdringen van de hoge recidivekans in een gedwongen kader noodzakelijk. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard in te zien dat een behandeling en een strak kader noodzakelijk zijn om op den duur weer volwaardig te kunnen functioneren in de maatschappij, maar hij hoopt dat dit in het kader van bijzondere voorwaarden kan worden gerealiseerd. Dit mede omdat het binnen het kader van de aan de schorsing van de voorlopige hechtenis voor deze zaak verbonden voorwaarden goed gaat met de behandeling en begeleiding.
De rechtbank ziet ook dat verdachte de voorwaarden die zijn verbonden aan de schorsing goed is nagekomen. Ook is te prijzen dat verdachte ter zitting volledige verantwoordelijkheid voor zijn handelen heeft genomen en is doordrongen van de noodzaak van behandeling en begeleiding. De rechtbank is desondanks van oordeel dat de maatregel van tbs met voorwaarden het aangewezen kader is voor de noodzakelijke behandeling van verdachte. Zij volgt daarbij dus de adviezen van de deskundigen en de reclassering. De rechtbank betrekt bij haar overweging dat hoewel verdachte al een serieuze start heeft gemaakt met zijn behandeling bij zijn huidige beschermde woonvorm, Intermezzo van Doorpakkers in [woonplaats] , en hij daar goed op zijn plek lijkt te zitten, ook duidelijk is geworden dat verdachte daar niet kan blijven, in het geval er een veroordeling volgt. Dat geeft de nodige onrust en onzekerheid over hoe de verdere behandeling en begeleiding eruit zal komen te zien. De deskundigen hebben benadrukt dat met een goede behandeling de nodige tijd gemoeid zal zijn. Moeilijke momenten of een terugval in motivatie zijn daardoor en vanwege de problematiek van verdachte niet uitgesloten. Ook op die momenten moet de behandeling van verdachte doorgang kunnen vinden. Oplegging van een tbs-maatregel met voorwaarden garandeert dat. De noodzaak van behandeling, de zwaarte van het verdere traject en de vooruitgang die verdachte inmiddels heeft geboekt, maken dat aan verdachte geen andere straf zal worden opgelegd.
Uit de rapportages blijkt dat verdachte de bewezenverklaarde feiten heeft gepleegd onder invloed van een ziekelijke stoornis en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Het bewezenverklaarde is een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld. Bovendien eist de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van de tbs-maatregel. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard daadwerkelijk gemotiveerd te zijn en te zullen meewerken. Gelet op het voorgaande is aan de wettelijke voorwaarden voor de oplegging van een maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden voldaan.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de bewezenverklaring, kwalificatie en strafmotivering sprake was van een misdrijf dat gericht was tegen of gevaar veroorzaakte voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Hieruit volgt dat er in de onderhavige zaak geen sprake is van een gemaximeerde tbs. De totale duur van de maatregel kan daarom – indien de tbs met voorwaarden zou worden omgezet naar tbs met verpleging van overheidswege – een periode van vier jaar te boven gaan.
De rechtbank zal, gelet op het hoge recidiverisico en in verband met de continuering van de behandeling, bevelen dat de tbs met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.
GVM
Door de reclassering is geadviseerd en door de officier van justitie is gevorderd om naast de tbs-maatregel met voorwaarden ook een GVM op te leggen, zodat ook na de tbs-behandeling toezicht op verdachte kan worden gehouden. De noodzaak hiervoor komt echter niet concreet uit de rapportages naar voren. Daarom zal de rechtbank geen GVM opleggen, ook omdat zowel de psycholoog als de psychiater de tbs-maatregel met voorwaarden, die in beginsel negen jaren kan duren, het passende juridisch kader vinden.