ECLI:NL:RBOVE:2023:2430

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 juni 2023
Publicatiedatum
29 juni 2023
Zaaknummer
08.142926.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor bezit van kinderporno en ontuchtige handelingen met minderjarige

Op 29 juni 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van kinderporno en het bewegen van een minderjarige tot ontuchtige handelingen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan beide feiten. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling en een contactverbod met het slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, die 57 jaar oud was, misbruik heeft gemaakt van zijn overwicht ten opzichte van het slachtoffer, een minderjarige die fan van hem was. De verdachte heeft de minderjarige verleid tot het maken en versturen van seksueel getinte foto's en video's. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich bewust was van de kwetsbaarheid van het slachtoffer en dat hij zijn eigen lustgevoelens vooropstelde. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij beoordeeld, maar deze gedeeltelijk afgewezen. De rechtbank heeft de in beslag genomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer, aangezien deze zijn gebruikt bij het begaan van de strafbare feiten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.142926.22 (P)
Datum vonnis: 29 juni 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1964 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 15 juni 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. J.F. Menke en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. J.H. Rump, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:kinderporno heeft verspreid, vervaardigd, verworven, in zijn bezit heeft gehad en/of zich daartoe toegang heeft verschaft, en daar een gewoonte van heeft gemaakt;
feit 2:de minderjarige [slachtoffer] heeft verleid tot het plegen van ontucht.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 25 januari 2022 tot en met 9 juni 2022 te Amsterdam, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal
telkens een (groot) aantal afbeelding(en) en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten een smartphone (Iphone XR) en/of een laptop (MacBook) en/of een computer (iMac) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van
achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken
heeft verspreid en/of vervaardigd en/of
verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven -
bestonden uit:
het met de/een vinger en/of hand(en) en/of voorwerp(en) oraal en/of vaginaal penetreren van het (eigen) lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet had bereikt (afbeelding(en) 1 en/of 2 en/of 3 en/of 4 van de toonmap)
en/of
het met de/een vinger(s) en/of hand(en) en/of mond/tong en/of voorwerp(en) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van het (eigen) lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
had bereikt (afbeelding(en) 05 en/of 06 en/of 07 van de toonmap)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon
poseert met (een)
voorwerp(en) (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de uitsnede van de foto's /film(s)
nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze
persoon in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking
heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeelding(en) 8 en/of 9 en/of 10 en/of 11 en/of 12 van de toonmap)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 januari 2022 tot en met 9 juni 2022 te Amsterdam en/of Deventer, althans in Nederland,
door giften en/of beloften van geld en/of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding, door
- het betalen van twintig euro, althans een geldbedrag en/of
- het beloven van een exclusieve video, (althans de toegang daartoe) waarin hij, verdachte speelt en/of
- het boeken van een hotel en/of
- misbruik te maken van zijn voorbeeldfunctie en/of bekendheid voortvloeiend uit zijn rol als [rol] en/of
- misbruik te maken van de (psychische) kwetsbaarheid van [slachtoffer] en/of
- misbruik te maken van het (grote) leeftijdsverschil,
[slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 2004)
die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en/of van hem,
verdachte, te dulden, door
- die [slachtoffer] te (tong)zoenen en/of
- in de tepel van die [slachtoffer] te knijpen en/of
- de borst(en) van die [slachtoffer] te betasten en/of
- de schaamlippen en/of vagina van die [slachtoffer] te betasten en/of
- die [slachtoffer] zijn, verdachtes, penis te laten aanraken en/of
- het die [slachtoffer] laten brengen van haar eigen vinger(s) in haar vagina en/of mond en/of
- het die [slachtoffer] laten brengen van (een) voorwerp(en) in haar vagina en/of mond en/of
- het die [slachtoffer] uit elkaar laten trekken van haar schaamlippen en/of billen, althans het die [slachtoffer] laten betasten van haar schaamlippen en/of billen.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat beide feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat een bewezenverklaring kan volgen voor het onder 1 ten laste gelegde, met uitzondering van het ‘verspreiden’ van kinderpornografisch materiaal.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw vrijspraak bepleit en daartoe aangevoerd dat hoewel geconcludeerd kan worden dat sprake was van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, dit overwicht niet de reden was voor [slachtoffer] om de ontuchtige handelingen te plegen en te dulden. Voorts heeft de raadsvrouw gesteld dat indien wel wordt vastgesteld dat [slachtoffer] onder invloed van dit overwicht de ontuchtige handelingen heeft gepleegd en geduld, niet kan worden bewezen dat verdachte zich van dat overwicht bewust was en dat hij dit opzettelijk heeft ingezet om [slachtoffer] te verleiden die handelingen te plegen.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
3.3.1
Ten aanzien van feit 1
De rechtbank acht op grond van de hierna opgesomde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de ten laste gelegde periode schuldig heeft gemaakt aan het bezitten en verwerven van kinderpornografische afbeeldingen en dat hij zich daartoe toegang heeft verschaft. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte zich – door [slachtoffer] te verzoeken foto’s te maken waarop zij bepaalde poses aanneemt en die foto’s vervolgens naar hem te sturen – ook schuldig heeft gemaakt aan het vervaardigen van die afbeeldingen, zodat zij hem van dat onderdeel zal vrijspreken. De rechtbank zal verdachte eveneens vrijspreken van het ‘een gewoonte maken’ van het bezitten en verwerven van kinderpornografische afbeeldingen, nu de betreffende afbeeldingen van één minderjarige zijn en afkomstig waren uit één contact.
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
1. het proces-verbaal van de terechtzitting van 15 juni 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
2. het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] , pagina’s 10 en 11;
3. het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, pagina’s 146 en 147.
3.3.2
Ten aanzien van feit 2
De rechtbank acht op grond van de hierna opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de ten laste gelegde periode door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht [slachtoffer] opzettelijk heeft bewogen tot het plegen en dulden van de tenlastegelegde ontuchtige handelingen. Het gaat hierbij om handelingen die zij tijdens hun ontmoeting op 31 maart 2022 bij elkaar hebben verricht en om handelingen die [slachtoffer] , al dan niet op aangeven van verdachte, bij zichzelf heeft verricht en waarvan zij het beeldmateriaal aan verdachte heeft toegestuurd.
Verdachte heeft erkend dat de ontuchtige handelingen zoals in de tenlastelegging beschreven, hebben plaatsgevonden. [2] Verdachte stelt evenwel dat misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht niet heeft gemaakt dat [slachtoffer] de ontuchtige handelingen heeft geduld of dat zij daardoor is bewogen die handelingen te plegen. Als dat al wel het geval is geweest dan volgt uit het dossier niet dat verdachte zich van dat overwicht bewust was en dat hij dat overwicht opzettelijk heeft ingezet om [slachtoffer] te verleiden tot deze ontuchtige handelingen. De rechtbank overweegt hierover als volgt.
Op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting stelt de rechtbank vast dat verdachte 40 jaar ouder is dan [slachtoffer] . [slachtoffer] was al jaren een groot fan van verdachte. Als gevolg daarvan zijn verdachte en [slachtoffer] , die toen zeventien jaar oud was, begin november 2022 via Instagram met elkaar in contact gekomen. [3] In de periode erna chatten zij veelvuldig met elkaar via Instagram en WhatsApp en vanaf eind november gingen zij ook geregeld videobellen. [4] Er ontstond een vriendschappelijke relatie. Op 25 januari 2023 vertelde [slachtoffer] aan verdachte over haar onzekerheden ten aanzien van
bepaalde delen van haar lichaam. Verdachte vroeg haar toen om onder andere een foto van haar billen te sturen, zodat hij kon beoordelen of haar onzekerheid terecht was. [5] Vanaf dat moment veranderde de relatie tussen hen: de berichten kregen steeds vaker een seksueel getinte inhoud en er werden geregeld seksueel getinte foto’s en video’s door [slachtoffer] aan verdachte gestuurd. [6] [slachtoffer] was op dat moment een jong, kwetsbaar meisje, dat onder meer kampte met depressies. Ook had zij een moeizame relatie met haar ouders en ging zij niet naar school. Daarnaast was [slachtoffer] groot fan van verdachte en dan met name van zijn rol als [rol] . In haar verklaring benoemt [slachtoffer] dat verdachte haar idool was en dat zij moest huilen van blijdschap toen verdachte haar ging volgen op Instagram. [7] Verdachte wist vanaf het begin dat [slachtoffer] fan van hem was. Ook was hij al voordat de berichten een seksueel getinte inhoud kregen, op de hoogte van de kwetsbaarheid van [slachtoffer] . [8] [slachtoffer] besprak haar problemen en onzekerheden namelijk openlijk met hem. Verdachte besprak daarentegen zijn eventuele problemen of onzekerheden niet op een gelijke wijze met [slachtoffer] . Daar komt bij dat verdachte wist dat het strafbaar was, dat hij dat naast zich neerlegde en dat hij werd getriggerd doordat [slachtoffer] zich onderdanig opstelde in het contact. [9]
Uit de verklaringen van verdachte en aangeefster, ondersteund door de inhoud van de chatberichten (van verschillende chatdiensten) in het dossier, leidt de rechtbank af dat [slachtoffer] tegen verdachte opkeek en dat zij bang was dat zij zijn vriendschap zou verliezen of dat hij het contact met haar zou verbreken. Daar heeft verdachte ook mee gedreigd, toen [slachtoffer] twijfelde of ze de afspraak wel wilde nakomen die zij met verdachte had gemaakt om met hem in een hotelkamer, die verdachte speciaal daarvoor had geboekt, te overnachten. Uiteindelijk heeft die overnachting niet plaatsgevonden, omdat [slachtoffer] op weg naar het hotel door politieagenten, die op de hoogte waren van de afspraak, werd tegengehouden. [10]
Op grond van de hiervoor genoemde omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat verdachte ten aanzien van [slachtoffer] een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht had. Blijkens het voorgaande was verdachte zich hier ook van bewust en heeft hij minst genomen de aanmerkelijke kans aanvaard dat dit overwicht [slachtoffer] heeft bewogen tot het dulden en plegen van de ten laste gelegde ontuchtige handelingen.
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte door het betalen van twintig euro en het beloven van een exclusieve video [slachtoffer] heeft bewogen tot het dulden en/of plegen van ontuchtige handelingen, zodat zij hem van dit deel van de tenlastelegging zal vrijspreken.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de hiervoor opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 25 januari 2022 tot en met 9 juni 2022 te Amsterdam, meermalen,
telkens een (groot) aantal afbeeldingen en gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten een smartphone (iPhone XR) en een laptop (MacBook) en een computer (iMac) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt is betrokken, heeft verworven en in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een vinger en/of hand(en) en/of voorwerp(en) oraal en/of vaginaal penetreren van het eigen lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (afbeeldingen 1, 2, 3 en 4 van de toonmap)
en
het met de/een vinger(s) en/of hand(en) en/of mond/tong en/of voorwerp(en) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van het (eigen) lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingen 5, 6 en 7 van de toonmap)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert met (een)
voorwerp(en) (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (afbeeldingen 8, 9, 10, 11en 12 van de toonmap).
2.
hij in de periode van 25 januari 2022 tot en met 9 juni 2022 te Amsterdam en/of Deventer, althans in Nederland,
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, door
- het boeken van een hotel en
- misbruik te maken van zijn bekendheid voortvloeiend uit zijn rol als [rol] en
- misbruik te maken van de (psychische) kwetsbaarheid van [slachtoffer] en
- misbruik te maken van het grote leeftijdsverschil,
[slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 2004) die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en/of van hem, verdachte, te dulden, door
- die [slachtoffer] te (tong)zoenen en
- in de tepel van die [slachtoffer] te knijpen en
- de borst(en) van die [slachtoffer] te betasten en
- de schaamlippen en/of vagina van die [slachtoffer] te betasten en
- die [slachtoffer] zijn, verdachtes, penis te laten aanraken en
- het die [slachtoffer] laten brengen van haar eigen vinger(s) in haar vagina en/of mond en
- het die [slachtoffer] laten brengen van (een) voorwerp(en) in haar vagina en/of mond en
- het die [slachtoffer] uit elkaar laten trekken van haar schaamlippen en/of billen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 240b en 248a van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:een afbeelding en gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verwerven en in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen;
feit 2
het misdrijf:door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot achttien maanden gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met aftrek van de tijd die verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht. Aan het voorwaardelijk strafdeel dienen de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden te worden verbonden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht bij het bepalen van de straf rekening te houden met de media-aandacht die er is voor verdachte en deze zaak is en waardoor verdachte al zijn baan heeft verloren. De raadsvrouw heeft bepleit aan verdachte enkel een voorwaardelijke straf op te leggen met daaraan gekoppeld de door de reclassering geadviseerde voorwaarden – waar verdachte aan mee wil werken – dan wel een voorwaardelijke gevangenisstraf met daarnaast een taakstraf.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Het contact tussen [slachtoffer] en verdachte begon onschuldig, maar gaandeweg heeft verdachte de toen zeventienjarige [slachtoffer] verleid tot het plegen van ontucht. Daarnaast heeft verdachte in een periode van ruim vier maanden kinderpornografisch materiaal van die [slachtoffer] verworven en in zijn bezit gehad.
Verdachte, een man van destijds 57 jaar, heeft de jonge [slachtoffer] opdrachten gegeven om seksueel getinte foto’s en video’s van zichzelf te maken en hij heeft haar bewogen om ontuchtige handelingen met zichzelf, deels met behulp van een voorwerp, te verrichten. [slachtoffer] heeft deze foto’s en video’s vervolgens via haar telefoon opgestuurd naar verdachte. Ook heeft zij vanuit haarzelf seksueel getinte afbeeldingen naar hem gestuurd. Verdachte heeft het verder tot een ontmoeting laten komen, waarbij hij en [slachtoffer] elkaar stiekem, buiten het zicht van de vader van [slachtoffer] , hebben gezoend en betast.
[slachtoffer] is op jonge leeftijd door verdachte meegesleept in zowel fysieke als digitale ontuchtige handelingen, terwijl het juist op de weg van verdachte had gelegen [slachtoffer] in bescherming te nemen; zo nodig ook tegen haarzelf. Uit de verklaring van [slachtoffer] blijkt dat verdachte, acteur in [rol] , haar idool was en dat zij hem graag ter wille wilde zijn, omdat ze niet wilde dat hij het contact zou verbreken. Verdachte heeft met zijn handelwijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van [slachtoffer] en haar normale en gezonde seksuele ontwikkeling doorkruist. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij misbruik heeft gemaakt van het overwicht dat hij had en dat hij daarbij zijn eigen lustgevoelens en ego voorop heeft gesteld en zich daarbij onvoldoende heeft bekommerd om de gevolgen die hiervan voor [slachtoffer] te verwachten waren. De gevolgen van de strafbaar gestelde gedragingen kunnen namelijk ingrijpend zijn: verwarring over het eigen lichaam en de eigen seksualiteit van de jeugdige, gevoelens van schuld of schaamte en (de angst voor) negatieve reacties vanuit de sociale omgeving.
Voor wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op het over verdachte opgemaakte reclasseringsadvies van 9 juni 2023, opgemaakt door mevrouw [naam] . Uit dit rapport komt naar voren dat de mogelijke vatbaarheid voor de niet aflatende
aandacht van [slachtoffer] voor verdachte, waarbij hij door haar op een voetstuk werd geplaatst, in samenhang met de persoonlijkheidsstructuur van verdachte een rol zou kunnen hebben gespeeld bij de totstandkoming van de onderhavige delicten. Verdachte is in 2017 gediagnosticeerd met borderline- en narcistische problematiek. Daarbij werden er onder meer intimiteits- en autoriteitsproblemen op basis van grootheidsfantasieën en niet waargemaakte grootheid binnen (liefdes)relaties geconstateerd. Hiervoor heeft verdachte toen anderhalf jaar op vrijwillige basis psychologische behandeling gekregen. Op de andere leefdomeinen lijkt verdachte zijn leven redelijk goed op orde te hebben. Verdachte heeft een woning, werk, een steunend netwerk van vrienden en familie, geen schulden en er is geen sprake van middelenafhankelijkheid- of verslaving. Verdachte geeft te kennen gemotiveerd te zijn voor gedragsverandering en open te staan voor psychologische behandeling, zodat hij zichzelf beter kan leren begrijpen. Het risico op recidive aangaande zeden wordt ingeschat als laag. Door zowel de behandelaar ‘zeden’ van De Waag als de reclassering worden voldoende aanknopingspunten gezien om tot interventies te komen middels een reclasseringstoezicht met bijzondere voorwaarden. De reclassering adviseert dan ook aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf met een vijftal bijzondere voorwaarden op te leggen.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met het strafblad van verdachte van 11 april 2023 waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld.
Gezien de ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, passend en geboden is. De bijzondere voorwaarden inhoudende meldplicht, ambulante behandeling, een contactverbod met [slachtoffer] en het vermijden van contact met minderjarigen, zullen, mede met het oog op het weerhouden van verdachte om opnieuw soortgelijke feiten te plegen, aan de voorwaardelijke straf worden gekoppeld. De geadviseerde voorwaarde dat verdachte kinderpornografisch materiaal moet vermijden en digitale gegevensdragers moet laten controleren acht de rechtbank in deze zaak niet nodig. Verdachte had weliswaar de beschikking over kinderpornografisch materiaal, maar dat lijkt voort te vloeien uit het contact dat hij had met [slachtoffer] . Er zijn geen aanwijzingen dat hij zich anderszins voor dergelijk materiaal interesseert. Bovendien is het bezit van kinderpornografisch materiaal een strafbaar feit en reeds daarom verboden.
6.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat alle op de beslaglijst vermelde goederen dienen te worden onttrokken aan het verkeer.
De raadsvrouw heeft geen inhoudelijk standpunt ingenomen ten aanzien van het beslag.
De rechtbank is van oordeel dat de op de als bijlage aan dit vonnis gehechte beslaglijst vermelde goederen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met behulp van deze voorwerpen de feiten zijn begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

7.De schade van benadeelde

7.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 8.032,39, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schadevergoeding bestaat uit de volgende posten:
- aanschaf pietenpak € 150,--;
- telefoon € 348,75;
- laptop € 359,40;
- reiskosten meet & greet Amsterdam € 132,--;
- reiskosten therapiesessies € 42,24.
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 7.000,-- gevorderd.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat de gevorderde materiële schade die ziet op de reiskosten toewijsbaar is. Voor wat betreft de vergoeding van de immateriële schade heeft de officier van justitie gesteld dat het gevorderde bedrag aan de hoge kant is en gesteld dat de rechtbank gebruik dient te maken van haar schattingsbevoegdheid.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gesteld dat de reiskosten die zijn gemaakt ten behoeve van de therapiesessies niet zijn onderbouwd, zodat de benadeelde partij om die reden voor dat deel van de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De overige materiële schade vormt geen schade die direct of indirect is ontstaan door het strafbare feit, zodat de vordering in zoverre niet voor toewijzing vatbaar is.
Voor wat betreft de immateriële schade heeft de raadsvrouw gesteld dat de benadeelde partij ten aanzien daarvan, gelet op de door haar bepleitte vrijspraak van feit 2, niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Subsidiair heeft zij verzocht het bedrag te matigen.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Materiële schade
De opgevoerde schade onder de posten ‘aanschaf pietenpak’, ‘telefoon’, ‘laptop’ en ‘reiskosten meet & greet Amsterdam’ staat naar het oordeel van de rechtbank in een dusdanig ver verwijderd verband met de bewezenverklaarde gedragingen, dat de rechtbank de vordering ten aanzien van deze posten zal afwijzen.
De opgevoerde reiskosten voor het zien van een (bevriende) therapeut zijn betwist en onvoldoende onderbouwd. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Immateriële schade
De opgevoerde immateriële schade is onvoldoende onderbouwd. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom ook in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf:een afbeelding en gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verwerven en in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen;
feit 2
het misdrijf:door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij de Reclassering Nederland aan de Wibautstraat 12 te (1091GM) Amsterdam en dat hij zich gedurende de proeftijd blijft melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt;
- zich ambulant laat behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt en verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact opneemt of onderhoudt met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2004, zo lang het Openbaar Ministerie en de reclassering dit verbod nodig vinden;
- buiten het werk om, op geen enkele wijze contact zoekt met minderjarigen, zolang de
reclassering dit nodig acht. Verdachte vermijdt deze contacten zoveel mogelijk en als contacten toch onvermijdelijk zijn, zorgt hij dat hierbij een andere volwassene aanwezig is;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij af tot een bedrag van € 990,15;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor een deel van € 7.042,24 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen voorwerpen, te weten de op de als bijlage aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 1, 2 en 3.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.P.K van Rosmalen, voorzitter, mr. J. de Ruiter en
mr. W.W. van Tol, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Seuters, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 29 juni 2023.
Buiten staat
Mr. Van Tol is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, dienst regionale recherche, team zeden, met onderzoeksnummer ONRBC22038/ SCALA. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 15 juni 2023, voor zover inhoudende, de verklaring van verdachte.
3.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 15 juni 2023, voor zover inhoudende, de verklaring van verdachte; Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer] van 9 juni 2022, pagina’s 7 en 8.
4.Het proces-verbaal van bevindingen ontvangen bestanden van 10 juni 2022 pagina’s 36 tot en met 41; Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer] van 9 juni 2022, pagina 8.
5.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 15 juni 2023, voor zover inhoudende, de verklaring van verdachte; Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer] van 9 juni 2022, pagina’s 8 en 9.
6.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 15 juni 2023, voor zover inhoudende, de verklaring van verdachte; Het proces-verbaal van bevindingen ontvangen bestanden van 10 juni 2022 pagina’s 36 tot en met 41.
7.Het proces-verbaal van verhoor [slachtoffer] van 9 juni 2022, pagina’s 7 en 8.
8.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 15 juni 2023, voor zover inhoudende, de verklaring van verdachte; Het proces-verbaal van bevindingen ontvangen bestanden van 10 juni 2022 pagina’s 36 tot en met 41.
9.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 15 juni 2023, voor zover inhoudende, de verklaring van verdachte.
10.Het proces-verbaal van bevindingen van 9 juni 2022, pagina’s 4 en 5.