Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
CLICKCONCEPTS B.V.,
te Deventer,
1.CLICKGROUP HOLDING B.V.,te Amsterdam, hierna te noemen [Partij D] ,
[Partij B],
te Emlichheim (Duitsland), hierna te noemen [Partij B] ,
CLICKPAYROLL B.V.,
te Amsterdam, hierna te noemen ClickPayroll,
SALEPAYROLL B.V.,
te Amsterdam, hierna te noemen SalePayroll,
MEDIPAYROLL B.V.,
te Amsterdam, hierna te noemen MediPayroll,
CAREPAYROLL B.V.
7.[Partij C] ,
[Partij D] B.V.,
TANDARTSPRAKTIJK DEVENTER B.V.,
TANDARTSPRAKTIJK HEINO B.V.,
TANDARTSPRAKTIJK LEMELERVELD B.V.,
1.1. De procedure
2.De zaak in het kort
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
De rechtbank acht voor het verwerpen van het beroep op matiging verder van belang dat het kennelijk onbehoorlijke bestuur niet beperkt is gebleven tot het niet (tijdig) publiceren van de jaarrekening en het niet nakomen van de administratieplicht. Als onvoldoende weersproken staat namelijk ook vast dat de failliet in de tweede helft van 2019, onder meer in augustus en september 2019, diverse kosten heeft betaald die ten laste van [Partij D] (waarvan [Partij D] eveneens bestuurder was), hadden moeten komen, zonder dat zij daarvoor is gecompenseerd, terwijl de baten in [Partij D] zijn gevallen. Aldus heeft het bestuur niet gehandeld zoals een redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden gedaan zou hebben, terwijl aangenomen moet worden dat dit handelen de benadeling van crediteuren ten gevolge heeft gehad en dat [Partij B] c.s. dit ook hebben moeten begrijpen. Weliswaar stellen [Partij B] c.s. zich op het standpunt dat zij niet bij deze handelwijze betrokken zijn, maar dit verweer is niet houdbaar, nu de betalingen in kwestie tevens hebben plaatsgehad gedurende de bestuursperiode van [Partij D] . Dat er fouten zijn gemaakt doordat de failliet en [Partij D] met één systeem werkten kan [Partij B] c.s. evenmin baten, nu deze keuze voor risico van [Partij D] dient te komen.
doorde bestuurder onverplicht verrichte rechtshandelingen en heeft dus betrekking op rechtshandelingen van de bestuurder zelf. De overdracht van de tandartspraktijken betreft niet een dergelijke rechtshandeling. De tandartspraktijken zijn immers niet door [Partij B] of [Partij D] maar door de oude tandartsvennootschappen aan de nieuwe tandartsvennootschappen overgedragen. Omdat de curator evenmin een beroep heeft gedaan op vereenzelviging van [Partij B] en [Partij D] met de oude tandartspraktijken, kan zijn beroep op artikel 2:248 lid 9 BW niet slagen.
€ 5.290,00 +(2,00 punten × € 2.645,00)
€ 3.760,00 +(2,00 punten × € 1.880,00)
€ 598,00 x 0,5)