Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
mr. Y. Oosterhof en van wat door verdachte en haar raadsvrouw mr. D.J. Troost, advocaat in Rotterdam, naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
zij op of omstreeks 12 juli 2022 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in de woning [adres] ) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid (van een materiaal bevattende) cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
zij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 11 juli 2022 te Utrecht en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
zij op een of meer tijdstip (pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 12 juli 2022, te Utrecht en/althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
a)telkens) (van) één of meer voorwerp (en), te weten één of meer (contant(e)) geldbedrag(en), de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op de/het geldbedrag(en)/voorwerp(en) was/waren, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie een voorwerp/voornoemde geldbedrag(en) /voorwerp(en), voorhanden heeft gehad, terwijl zij en/of haar mededader(s) wist(en) dat die/dat voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf,
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
4 augustus 2021 acht geplastificeerde blokken te zien zijn en op de foto van 26 augustus 2021 zestien geplastificeerde blokken die op het fornuis liggen. De foto van 29 augustus 2021 toont een gedeelte van een blok op het aanrecht. [13]
Het is 1 partij”. De politie stelt vast dat de foto’s van 28 februari 2022 vlak voor verzending in de keuken van de [adres] zijn gemaakt met eenzelfde type telefoon als de telefoon van [medeverdachte 1] en concludeert op basis van camerabeelden en zendmastgegevens dat [medeverdachte 1] zich op het moment dat de foto’s zijn gemaakt op de [adres] bevond. [17]
Die c”, “
Allemaal b” en “
Boli” en verstuurt [medeverdachte 1] meerdere afbeeldingen en een filmpje van meerdere blokken. Op
4 maart 2022 bericht NN aan [medeverdachte 1] “
Ik koop die ook”, waarop [medeverdachte 1] op 5 maart 2022 drie foto’s verstuurt van een blok. [medeverdachte 1] geeft daarbij desgevraagd aan dat dit “
Colo” is. Op 7 maart 2022 wordt in de chat over prijzen gesproken en geeft [medeverdachte 1] desgevraagd aan dat de prijs van 1 stuk “
26’25” is. De politie stelt ambtshalve vast dat “
c”, “
b”, “
colo” en “
bolie” in het criminele circuit bekende en gangbare benamingen zijn voor Colombiaanse en Boliviaanse cocaïne en verder dat met “
26’25” vermoedelijk 25 à 26 duizend wordt bedoeld, wat doorgaans een redelijke prijs is voor een kilo cocaïne. [19]
twee auto’s” heeft klaarliggen en “
als ze daarmee kunnen bewegen, dan breng ik (regel ik) vandaag tien of vijftien”. [20] De politie stelt op basis van camerabeelden vast dat [medeverdachte 1] kort na dit telefoongesprek vanaf de [adres] vertrekt en diezelfde middag om 14.41 uur samen met een persoon (NN1) terugkomt. [21] NN1 draagt een gele plastic tas. In een OVC-gesprek van
14 juni 2022 is te horen dat [medeverdachte 1] met NN1 de woning binnenkomt en dat er later een derde persoon bijkomt. De politie hoort bij het uitluisteren veelvuldig geritsel gelijkend op goederen die worden in- of uitgepakt en verder dat [medeverdachte 1] , NN1 en NN2 een gesprek voeren. NN1 zegt in het gesprek “
Ja klopt dat is die ene die ik je liet zien is brokkelig [FON] geworden, ja klopt”, waarop [medeverdachte 1] antwoordt “
Hij is goed alleen hij is heel zacht”. Even later is te horen dat [medeverdachte 1] spreekt over testen en dat hij zegt “
Goed voor snuif”, waarop NN2 antwoordt “
Ja hij is goed voor snuif”. [22] [medeverdachte 1] , NN1 en NN2 verlaten om 15.00 uur de [adres] zonder gele plastic tas. [23]
dat geld” wil ophalen en vraagt [medeverdachte 1] verdachte of zij “
52450” kan geven. [medeverdachte 1] zegt vervolgens dat er “
56500” ligt waarvan verdachte “
5000” moet afpakken en onder het bed moet leggen en even later “
Hij is bij u met 35 min”. Verdachte stuurt vervolgens via WhatsApp een video van zes bundels geld. De politie hoort [medeverdachte 1] zeggen “
je moet hem uit de elastiek halen schat. Moet je eraf halen en elke stapeltje is van duizend. Snap je? Niet die bundels. Die bundels zijn gewoon 10”. De politie hoort dat verdachte vervolgens in een door haar verstuurde video zegt “
Eén, twee, drie, vier, vijf” en ziet op de videobeelden dat zij tijdens het uitspreken van de cijfers elke keer een ander stapeltje geld in beeld brengt. Vervolgens zegt [medeverdachte 1] “
Hij gaat nu aanbellen”. [26]
8 maart 2022 aangetroffen dat plaatsvond via de chat applicatie Molly tussen [medeverdachte 1] en de onbekend gebleven gebruiker van het Spaanse telefoonnummer [telefoonnummer 4] (NN) met gebruikersnaam “
[alias 3]”. Daarin bericht [medeverdachte 1] aan [alias 3] “
Die maat kan pap ophalen” en “
Heb pap liggen voor 4 Stuks”. Het is de politie ambtshalve bekend dat met “
pap” geld wordt bedoeld. Vervolgens wordt om 15.26 uur met de Google Pixel een foto verstuurd van een tas met daarin bundels geld naar de onbekend gebleven gebruiker met telefoonnummer [telefoonnummer 5] , met de naam “
[alias 4]”. Even later vraagt [alias 3] “
Kan zo iemand Langsgaan voor die 4”, waarop [medeverdachte 1] zegt “
Jazeker Geef me alleen tijd”. [alias 3] zegt “
Isgoed”. In de avond gaat het gesprek tussen [medeverdachte 1] en [alias 3] verder en spreken zij af dat [medeverdachte 1] “
daar” om half negen zal zijn. [medeverdachte 1] bericht om 20.27 uur “
Ik ben daar”. [28]
die papieren” vraagt en zegt “
ons of 19 toch?”, waarop verdachte zegt “
Ik ga zo kijken ik weet het niet, maar geen 19 hoor”. Verdachte zegt vervolgens dat zij naar huis rijdt. [33] Even later hebben verdachte en [medeverdachte 1] weer telefonisch contact met elkaar. [medeverdachte 1] vraagt in dit gesprek “
Hoeveel heb je liggen dan?”, waarop verdachte zegt “
Ja, maar dan moet ik tellen, maar je hebt daar geen 19000”. [34] De rechtbank stelt vast dat bij de doorzoeking van de woning op 12 juli 2022 geen contante geldbedragen in de woning zijn aangetroffen. De rechtbank gaat er daarom van uit dat in de woning aan de [adres] aanwezige contante geldbedragen op enig moment zijn overgedragen.
zij op 12 juli 2022 te Utrecht tezamen en in vereniging met een ander in de woning [adres] opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid (van een materiaal bevattende) cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
subsidiairdat [medeverdachte 1] van 1 augustus 2021 tot en met 11 juli 2022 te Utrecht opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, bij/tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 11 juli 2022 in Utrecht opzettelijk gelegenheid heeft verschaft door haar woning aan de [adres] ter beschikking te stellen voor de opslag en overdracht van die cocaïne;
zij in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 12 juli 2022 te Utrecht tezamen en in vereniging met een ander meermalen,
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
medeplichtigheid aan opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2
medeplichtigheid aan opzettelijk handelen in strijd met een in artikel
medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd;
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden;
verklaard verbeurdde in beslag genomen voorwerpen, te weten de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 2 en 4;
verklaart onttrokkenaan het verkeer de in beslag genomen voorwerpen, te weten de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 6 tot en met 13 en 15 tot en met 23;
gelast de teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen, te weten de op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 1 en 3.
mr. R. ter Haar, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.K. van Haren, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 7 april 2023.