ECLI:NL:RBOVE:2023:2396

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 juni 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
08.253730.22
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het bezitten en verspreiden van kinderporno met voorwaardelijke gevangenisstraf

Op 20 juni 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezitten en verspreiden van kinderporno. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het bezit van 508 kinderpornografische afbeeldingen, waarvan een deel toegankelijk was op zijn digitale gegevensdragers. De verdachte had deelgenomen aan een WhatsAppgroep waarin kinderpornografisch materiaal werd gedeeld. Tijdens de zitting op 6 juni 2023 heeft de officier van justitie, mr. G.C. Pol, gevorderd dat de verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling. De verdediging pleitte voor vrijspraak, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk kinderporno had verworven en in bezit had gehad, en dat hij een gewoonte had gemaakt van het bezit en de verspreiding van dit materiaal. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf op van 12 maanden met een proeftijd van drie jaar, en stelde bijzondere voorwaarden vast om herhaling te voorkomen. De uitspraak benadrukt de ernst van het delict en de impact op de slachtoffers van kindermisbruik.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.253730.22 (P)
Datum vonnis: 20 juni 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1989 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
6 juni 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. G.C. Pol en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. R.J.H. Titahena, advocaat in Leeuwarden, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 6 juni 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte kinderporno in zijn bezit heeft gehad, heeft verworven, heeft verspreid of zich daartoe toegang heeft verschaft, en daar een gewoonte van heeft gemaakt.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij
op of omstreeks 20 juli 2012 en/of in of omstreeks de periode van 01 juli 2020 tot en
met 07 december 2021 te [woonplaats] , in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal (telkens)
(een) (aantal) afbeelding(en), te weten (een)(aantal) foto(’s) en/of (een)(aantal)
video(’s) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) te weten
twee smartphones (Samsung Galaxy A50 en/of Samsung Galaxy S8) en/of een
Desktop computer (Coolermaster)
heeft
verworven en/of
verspreid en/of
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij
(telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt,
was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit
(onder meer):
het oraal en/of anaal penetreren met de penis van het lichaam van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt;
en/of
het oraal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met de penis;
(bestandna(a)m(en): [bestandsnaam 1] en - [bestandsnaam 2] )
en/of
het betasten en/of aanraken van de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd
van 18 jaar nog niet heeft bereikt met (een) vinger(s)/hand;
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een (ander) persoon door
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met (een)
vinger(s)/hand en/of de mond/tong;
en/of
het betasten en/of aanraken van de eigen geslachtsdelen door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met (een) vinger(s)/hand;
(bestandsna(a)m(e)(en): - [bestandsnaam 3] , [bestandsnaam 4] en
[bestandsnaam 5] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk
de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en)
poseert/poseren in een omgeving en/of (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd
past/passen en/of waarbij door het camerastandpunt en/of de uitsnede van de
afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten
en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een
onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(betstandsna(a)m(en): [bestandsnaam 6] , [bestandsnaam 7] ,
[bestandsnaam 8] en [bestandsnaam 9] )
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam en/of het spuiten
van/zichtbaar maken van sperma op dat gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (waarbij) de
afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot
seksuele prikkeling;
(bestandsna(a)m(en): [bestandsnaam 10] )
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend kan worden bewezen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van alle onderdelen van het ten laste gelegde feit en daartoe aangevoerd dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat.
Verdachte dient te worden vrijgesproken van het verspreiden van kinderporno, nu dit enkel ziet op een e-mailbericht dat op 20 juli 2012 is gestuurd vanaf het e-mailaccount van verdachte. Het is mogelijk dat de persoon met wie verdachte in die periode een relatie had, via het e-mailaccount van verdachte kinderporno heeft verstuurd.
Voorts heeft de raadsman gesteld dat verdachte geen opzet heeft gehad op het bezitten van kinderporno, nu het overgrote deel van de afbeeldingen niet toegankelijk was. Hoewel verdachte heeft verklaard kinderporno te hebben gedownload en dit materiaal daarna weer te hebben verwijderd, is het de vraag of deze verklaring ziet op de toegankelijke afbeeldingen. Niet kan worden vastgesteld dat de bestanden bewust op de telefoon zijn opgeslagen of dat de aanwezigheid van specifieke bestanden op zijn telefoon kenbaar en voorzienbaar waren voor verdachte als gevolg van het bezoeken van de website. Er dient daarom vrijspraak te volgen ten aanzien van de afbeeldingen die op de telefoon van verdachte zijn aangetroffen. Ook dient vrijspraak te volgen nu niet kan worden bewezen dat verdachte in de tenlastegelegde periode actieve handelingen heeft verricht om toegang te verkrijgen tot de aangetroffen afbeeldingen.
Tot slot kan niet worden bewezen dat er sprake is van een “
gewoonte”, nu onvoldoende inzichtelijk is met welke frequentie de website is bezocht en hoe en wanneer de afbeeldingen zijn gedownload. De hoeveelheid van de afbeeldingen zegt niets over de periode waarin afbeeldingen zijn gedownload.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van het dossier en van wat op de zitting is besproken de volgende feiten en omstandigheden vast. [1]
Naar aanleiding van een strafrechtelijk onderzoek tegen een derde, is als gevolg daarvan ook een onderzoek ingesteld naar verdachte. Daaruit kwam naar voren dat verdachte als deelnemer deelnam aan een WhatsAppgroep genaamd “
fun”. Deze WhatsAppgroep is aangemaakt op 20 juli 2020. In deze WhatsAppgroep werden kinderpornografische afbeeldingen gedeeld en daar werd vervolgens op gereageerd door de deelnemers van de groepsapp. [2]
Onder verdachte zijn op 7 december 2021 twee telefoons en een desktop inbeslaggenomen en onderzocht. [3] Door de politie is geconstateerd dat er in totaal 508 afbeeldingen voorkwamen die volgens de criteria kinderpornografisch zijn. [4] Bij de kinderpornografische afbeeldingen is sprake van penetratie, ontuchtige handelingen, poseren en overige seksuele gedragingen. De leeftijden van de afgebeelde personen varieerde tussen de 8 jaar en 18 jaar. [5] De als kinderpornografisch geclassificeerde afbeeldingen hebben een aanmaakdatum in juli 2012 of in de periode juli 2020 tot en met december 2021. [6] Vier van de in totaal 508 afbeeldingen waren toegankelijk voor de gebruiker van de gegevensdragers. De aanwezigheid van de vier toegankelijke afbeeldingen was te herleiden naar een verzonden Google Mail in het Google account [e-mailadres 1] . Volgens de verbalisant is dit een sterke aanwijzing dat dit e-mailaccount is gebruikt voor het verspreiden van kinderpornografisch geclassificeerde afbeeldingen. [7] De e-mail – die op 20 juli 2012 is verstuurd naar het e-mailadres [e-mailadres 2] – had 26 bijlagen, die allemaal pornografische afbeeldingen betroffen, waarvan vier kinderpornografisch. [8]
In de collectiescan – die is gemaakt naar aanleiding van alle 508 aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen in de gegevensdragers van verdachte – is een overzicht weergegeven van de bestandsnamen waarop de volgende strafbare elementen zichtbaar zijn:
- penetratie: [bestandsnaam 1] en [bestandsnaam 2] ;
  • ontuchtige handelingen: [bestandsnaam 3] , [bestandsnaam 4] , [bestandsnaam 5] ;
  • poseren door minderjarige, met nadruk op geslachtsdelen / borsten en billen: [bestandsnaam 6] , [bestandsnaam 7] , [bestandsnaam 8] , [bestandsnaam 9] ; en
  • overige seksuele gedragingen: [bestandsnaam 10] .
Verdachte heeft verklaard dat de hierboven genoemde gegevensdragers van hem zijn en dat hij kinderporno heeft gedownload via de website [website] . Hij heeft dit naar eigen zeggen gedaan zodat de politie via hem twee “
kwaadwillende mannen” op het spoor zou kunnen komen. Hij heeft tevens verklaard dat hij getest heeft of het bekijken van de afbeeldingen lustgevoelens bij hem op zouden wekken, wat niet het geval bleek te zijn. Na het downloaden zou hij de afbeeldingen telkens weer hebben verwijderd. Ook heeft verdachte verklaard dat er in de WhatsAppgroep “
fun” kinderpornografische afbeeldingen zijn gedeeld. Bovendien heeft verdachte verklaard dat het wel zou kunnen kloppen dat er kinderpornografische afbeeldingen op de inbeslaggenomen telefoons en computer zijn aangetroffen. Ook is het e-mailadres ' [e-mailadres 1] ' bij hem in gebruik, maar hij kan zich niet herinneren of hij in 2012 kinderporno per e-mail heeft verstuurd. [10]
Overwegingen en conclusies
De rechtbank is van oordeel dat uit de verklaring van verdachte blijkt dat zijn opzet was gericht op het bezit van kinderporno. Zo heeft hij tijdens de zitting verklaard dat hij bewust op zoek ging naar kinderporno en dat hij vervolgens over ging tot het downloaden – en dus verwerven – van die kinderporno. Ook heeft hij verklaard dat in de groepsapp “
fun”, waarin hij deelnam, kinderpornografische afbeeldingen werden gedeeld. Dat verdachte dit alles deed om de politie te leiden naar twee andere mannen, zoals hij heeft verklaard, doet aan dat opzet niets af, nog daargelaten of deze verklaring geloofwaardig is. Dat op de einddatum van de tenlastegelegde periode – toen de gegevensdragers in beslag werden genomen – een deel van de kinderporno was gewist, maakt dat evenmin anders. Het kan niet anders dan dat verdachte de kinderporno in de tenlastegelegde periode in zijn bezit heeft gehad. Daarbij was een klein deel van de kinderpornografische afbeeldingen wel toegankelijk. Daarmee is sprake van een voltooid delict. Ook komt dat naar het oordeel van de rechtbank uit het verhoor van verdachte naar voren dat hij in staat moet worden geacht deze bestanden alsnog te benaderen, immers, verdachte verklaart zelf over handelingen in verband met verwijdering, waaruit een zekere digitale vaardigheid naar voren komt. [11]
Alle in de tenlastelegging genoemde afbeeldingen zijn aangetroffen in de onder verdachte inbeslaggenomen gegevensdragers en het onderscheid in normaal toegankelijke en niet toegankelijke kinderporno acht de rechtbank in dit geval daarom niet relevant. Daarmee verwerpt de rechtbank dit verweer van de raadsman.
Op grond van de genoemde feiten en omstandigheden, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de tenlastegelegde periode schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk verwerven en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen.
Ten aanzien van het verspreiden van kinderporno
De door de verdediging geschetste mogelijkheid dat een derde via het e-mailaccount van verdachte kinderporno zou hebben verspreid, betreft niet een onderbouwde, aannemelijke en controleerbare suggestie. In het dossier of in hetgeen ter terechtzitting naar voren is gebracht is geen enkele aanwijzing te vinden voor de stelling dat het e-mailaccount voor een ander dan verdachte toegankelijk is geweest.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte kinderporno heeft verspreid.
Ten aanzien van “gewoonte”
De rechtbank acht ook bewezen dat verdachte van het verwerven, het bezit en verspreiden van kinderporno een gewoonte heeft gemaakt, gelet op de duur van de periode waarin het verweten gedrag heeft plaatsgevonden, het gericht zoeken naar kinderpornografische afbeeldingen en het downloaden daarvan op verschillende gegevensdragers. In totaal gaat het om het bezit van 508 kinderpornografische afbeeldingen.
Conclusie
De rechtbank is op grond van al het voorgaande van oordeel dat verdachte in de ten laste gelegde periode kinderporno heeft verworven, verspreid, in zijn bezit heeft gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang toe heeft verschaft en daar een gewoonte van heeft gemaakt. De rechtbank acht het ten laste gelegde feit dan ook wettig en overtuigend bewezen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 20 juli 2012 en omstreeks de periode van 01 juli 2020 tot en met 7 december 2021 te [woonplaats] , meermalen, telkens afbeeldingen en gegevensdragers bevattende afbeeldingen te weten twee smartphones (Samsung Galaxy A50 en Samsung Galaxy S8) en een Desktop computer (Coolermaster) heeft verworven, verspreid, in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit onder meer:
het oraal en anaal penetreren met de penis van het lichaam van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt; en
het oraal penetreren van het lichaam van een ander persoon door een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met de penis;
(bestandnamen: [bestandsnaam 1] en - [bestandsnaam 2] ) en
het betasten van de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met vingers/hand; en
het betasten en aanraken van de geslachtsdelen van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met vingers/hand en de mond/tong; en
het betasten van de eigen geslachtsdelen door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met vingers/hand;
(bestandsnamen: - [bestandsnaam 3] , [bestandsnaam 4] en
[bestandsnaam 5] ) en
het geheel of gedeeltelijk naakt poseren van personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt, waarbij deze personen poseren in een omgeving en op een wijze die niet bij hun leeftijd past en waarbij door het camerastandpunt en de uitsnede van de afbeeldingen nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en billen in beeld gebracht worden waarbij de afbeeldingen aldus een onmiskenbaar seksuele strekking hebben en strekt tot seksuele prikkeling (betstandsnamen: [bestandsnaam 6] , [bestandsnaam 7] , [bestandsnaam 8] en [bestandsnaam 9] ) en
het houden van een (stijve) penis bij het gezicht/lichaam en het zichtbaar maken van sperma op dat lichaam van een personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt waarbij de afbeeldingen aldus een onmiskenbaar seksuele strekking hebben en strekken tot seksuele prikkeling; (bestandsnaam: [bestandsnaam 10] )
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 240b Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden met een proeftijd van drie jaren. De officier van justitie heeft daarbij gevorderd om aan het voorwaardelijk strafdeel alle door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden te verbinden, zoals die zijn opgenomen in het advies van 15 maart 2023 van Reclassering Nederland.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gesteld dat het type materiaal een rol moet spelen in de strafmaat nu een groot deel van het materiaal slechts bestaat uit afbeeldingen waarop geposeerd is. Verder moet in het voordeel van verdachte worden meegewogen dat het materiaal niet “normaal” toegankelijk was, de reden waarom verdachte het materiaal heeft gedownload, de geestelijke problemen van verdachte en het gegeven dat hij zelf hulp heeft gezocht bij Transforum.
De raadsman heeft bepleit dat een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden passend is. De raadsman heeft zich tot slot op het standpunt gesteld dat de bijzondere voorwaarde die ziet op de controle van gegevensdragers in frequentie moet worden beperkt, nu deze controles een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van verdachte vormen.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De aard en de ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het bezit van een grote hoeveelheid kinderporno. Bij de productie van kinderporno worden (veelal ook zeer jonge) kinderen op brute, verregaande en aangrijpende wijze seksueel misbruikt door volwassenen of daartoe aangezet. Het misbruik kan zeer nadelige gevolgen hebben voor de slachtoffers en zij kunnen ernstig worden geschaad in hun verdere ontwikkeling. De strekking van artikel 240b Sr is dan ook het tegengaan van seksueel misbruik van jeugdigen en de exploitatie van dergelijk misbruik. Centraal staat de bescherming van de (afgebeelde) jeugdige. Daarom is ook het enkele privé-bezit van kinderpornografie al strafbaar. De wereld van de kinderpornografie is een keiharde industrie waarin minderjarigen worden uitgebuit. De verdachte moet hiervoor mede verantwoordelijk worden gehouden, nu de vraag naar kinderpornografie bijdraagt aan de productie ervan en daarmee aan het daadwerkelijke misbruik van kinderen. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij door zijn handelen een bijdrage heeft geleverd aan de instandhouding van een markt waarop dergelijk verwerpelijk materiaal wordt aangeboden en vervaardigd.
De persoon van de verdachte
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met het strafblad van verdachte van 20 april 2023. Hieruit blijkt dat verdachte eerder een voorwaardelijk sepot, in de vorm van een schriftelijke waarschuwing, heeft gehad voor een soortgelijk strafbaar feit gepleegd in 2008.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 15 maart 2023. De reclassering vermoedt dat er een seksuele component aan het delict ten grondslag heeft gelegen, gezien het eerdere zedendelict (die voorwaardelijk geseponeerd is) en de pleegperiode van het onderhavige feit. Verdachte stelt echter dat er geen seksuele component was, maar dat hij als doel had om de politie te leiden naar twee mannen die dergelijk materiaal zouden delen. De verklaring over zijn delictgedrag lijkt een verdedigingsmechanisme. Verdachte is naar aanleiding van de verdenking op eigen initiatief gestart met een behandeling bij Transfore. Deze behandeling is voornamelijk gericht op de ernst van zijn beperkingen voortkomend uit zijn autismespectrumstoornis en het verminderen van stressklachten voortkomend uit de onduidelijkheid rondom het justitiële traject. Omdat niet duidelijk is wat ten grondslag heeft gelegen aan het delictgedrag van verdachte, ziet de reclassering noodzaak en meerwaarde in een nader reclasseringstraject. Een seksuele component, pedofilie en/of een parafiele stoornis lijken niet uitgesloten en de reclassering acht een behandeling gericht op zeden noodzakelijk. Daarnaast wil de reclassering op de achtergrond, ter monitoring van de behandeling en de periode daarna, aanwezig zijn. Dit stelt de reclassering in staat, indien zij dat nodig acht, de computer van verdachte te laten controleren. De reclassering adviseert dan ook om aan verdachte een deels voorwaardelijke straf met de volgende bijzondere voorwaarden op te leggen: meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling en het vermijden van kinderporno.
De straf of maatregel
Bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen straf heeft de rechtbank acht geslagen op de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en op de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Voor het een gewoonte maken van het bezit van kinderporno wordt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één jaar als oriëntatiepunt gegeven, alsook voor het verspreiden van kinderporno.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de aard en de ernst van de gepleegde feiten, niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank ziet in de persoon van verdachte en de ouderdom van het feit aanleiding om een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van twaalf maanden, met een proeftijd van drie jaren, met daarbij de oplegging van de bijzondere voorwaarden: meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling en het vermijden van kinderporno. De voorwaardelijke gevangenisstraf dient als waarborg om verdachte ervan te weerhouden nieuwe strafbare feiten te plegen.
6.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat alle op de beslaglijst vermelde voorwerpen moet worden onttrokken aan het verkeer.
De raadsman heeft zich gerefereerd ten aanzien van de inbeslaggenomen telefoons. De raadsman heeft verzocht de in beslag genomen desktop, met uitzondering van de harde schijf, aan verdachte terug te geven, omdat de bestanden slechts op de harde schijf opgeslagen waren.
De rechtbank is van oordeel dat de op de als bijlage aangehechte beslaglijst vermelde goederen vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen het feit is begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36d en 57 Sr.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich binnen vijf dagen na het onherroepelijk worden van het vonnis meldt bij Reclassering Nederland op de Rosariumstraat 41, 7311 JR in Apeldoorn. Verdachte blijft zich gedurende de proeftijd melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig acht;
- in behandeling blijft bij Transfore of een door de reclassering nader te bepalen forensisch zorgverlener. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
- het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek en verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of verdachte kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van verdachte. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen voorwerpen, te weten de op de als bijlage aangehechte beslaglijst (met datum: 29 maart 2023) genoemde voorwerpen onder de nummers 1 tot en met 3.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.W. van Tol, voorzitter, mr. A. van Holten en
mr. S. Timmermans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. van der Hulst, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 juni 2023.
Buiten staat
Mr. A. van Holten is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland, Team Bestrijding Kinderpornografie en Kindersekstoerisme met dossiernummer ONRBD21070 (dossiernaam Vliet). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Het proces-verbaal Beschrijving kinderpornografisch materiaal, van verbalisant [verbalisant 1] , van 30 juni 2022 (pagina’s 34 en 39) en het proces-verbaal van verdenking, van verbalisant [verbalisant 1] , van 29 november 2021 (pagina’s 16 en 17)
3.Kennisgeving van inbeslagneming van 7 december 2021 (pagina’s 55 en 56).
4.Bij de beoordeling of een afbeelding al dan niet kinderpornografisch is, is gebruik gemaakt van de criteria zoals opgenomen in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht (Sr), de op dit punt geldende jurisprudentie en de Aanwijzing kinderpornografie van het College van procureurs-generaal, waarin deze criteria nader zijn uitgewerkt.
5.Het proces-verbaal Beschrijving kinderporno grafisch materiaal van verbalisant [verbalisant 1] , van 30 juni 2022 (pagina’s 33 tot en met 41).
6.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] , van 3 mei 2022 (pagina 53, onder periode).
7.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] , van 3 mei 2022 (pagina’s 51 tot en met 53).
8.Het proces-verbaal Beschrijving kinderpornografisch materiaal van verbalisant [verbalisant 1] , van 30 juni 2022 (pagina 38).
9.Het proces-verbaal Beschrijving kinderpornografisch materiaal, Bijlage I collectiescan, van verbalisant [verbalisant 1] , van 30 juni 2022 (pagina’s 42 tot en met 44).
10.Het proces-verbaal van de terechtzitting van 6 juni 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
11.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 14 juli 2022 (pagina’s 69 en 70).