Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
mr. G.J. Heidema en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. M.J.E.J. Coenraad, advocaat te 's-Gravenhage, naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
23 juni 2014 [bedrijf 1] heeft opgericht. Verdachte werd bestuurder en enig aandeelhouder. In het derde en vierde kwartaal van 2014 en eerste kwartaal van 2015 zijn door [bedrijf 1] auto’s ingevoerd vanuit het buitenland en doorverkocht binnen Nederland. Op 28 januari 2015 was nog geen aangifte omzetbelasting gedaan over het derde en vierde kwartaal van 2014. Daarom is het omzetbelastingnummer van [bedrijf 1] B.V. door de Belastingdienst afgevoerd. Op 4 februari 2015 is een nihilaangifte gedaan over het vierde kwartaal van 2014. Over het eerste kwartaal van 2015 is geen aangifte gedaan.
5.De beslissing
mr. J.T. Pouw, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.L. Vedder, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 30 januari 2023.