ECLI:NL:RBOVE:2023:2380

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 juni 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
10342625 \ CV EXPL 23-580
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande factuur voor reparatie van een autobus

In deze civiele procedure heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 20 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [Gezamenlijke eisers] en Connectrium B.V. De zaak betreft een vordering van [Gezamenlijke eisers] tot betaling van een openstaande factuur van € 6.775,88 voor reparatiewerkzaamheden aan een autobus, vermeerderd met rente en kosten. Connectrium heeft de factuur onbetaald gelaten en betwist dat er toestemming is gegeven voor de reparatie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Connectrium de factuur ten onrechte niet heeft betaald, aangezien de reparatiewerkzaamheden zijn uitgevoerd en de factuur is ontvangen. Connectrium heeft niet tijdig geklaagd over de factuur en is daarom gehouden tot betaling. De rechtbank heeft Connectrium veroordeeld tot betaling van het factuurbedrag, wettelijke handelsrente, en de proceskosten, die zijn begroot op € 1.283,33. Daarnaast is Connectrium veroordeeld tot betaling van € 132,00 aan nakosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer: 10342625 \ CV EXPL 23-580
Vonnis van 20 juni 2023
in de zaak van

1.[naam VOF] V.O.F.,

te [vestigingsplaats] ,
2.
[eiser 1],
te [woonplaats 1] ,
3.
[eiser 2],
te [woonplaats 2] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [Gezamenlijke eisers],
gemachtigde: mr. L.M. Winkelhorst,
tegen
CONNECTRIUM B.V.,
te Hengelo (Ov.) ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Connectrium,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis,
- de akte uitlating met producties van [Gezamenlijke eisers],
- de schriftelijke reactie met producties van Connectrium,
- de mondelinge behandeling, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. Namens [Gezamenlijke eisers] is ter zitting verschenen [eiser 2] , bijgestaan door mr. Winkelhorst voornoemd. Connectrium is niet verschenen, noch vertegenwoordigd.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald op vandaag.

2.Inleiding

2.1.
In deze procedure gaat het om de vraag of Connectrium moet worden veroordeeld tot betaling van een openstaande factuur voor de reparatie van een autobus door [Gezamenlijke eisers], vermeerderd met rente en kosten.
2.2.
De kantonrechter komt tot het oordeel dat Connectrium de factuur voor de reparatiewerkzaamheden ten onrechte onbetaald heeft gelaten. Connectrium wordt dan ook veroordeeld tot betaling van het factuurbedrag, vermeerderd met rente en kosten.

3.De feiten

3.1.
Connectrium heeft een onderneming die zich bezig houdt met goederenvervoer over de weg.
3.2.
Een medewerker van Connectrium, [betrokkene] (hierna: [betrokkene] ), heeft een autobus met kenteken [kenteken] (hierna: de auto) van Connectrium bij [Gezamenlijke eisers] aangeboden ter reparatie. [betrokkene] heeft de auto na de reparatiewerkzaamheden opgehaald.
3.3.
[Gezamenlijke eisers] heeft op 12 juli 2022 een factuur gestuurd voor de reparatiewerkzaamheden voor een totaalbedrag van € 6.775,88. Connectrium heeft voormelde factuur onbetaald gelaten.
3.4.
[Gezamenlijke eisers] heeft Connectrium op 26 juli 2022, 2 augustus 2022, 16 augustus 2022, 20 september 2022, 27 september 2022 en op 28 september 2022 aangemaand tot betaling van de openstaande factuur.
3.5.
Connectrium bericht [Gezamenlijke eisers] per e-mail op 28 september 2022 als volgt:
“(…) Ik heb voor de reparatie van het voertuig, geen toestemming voor gegeven. Voor het bedrag kon ik net zo goed het nieuwe voertuig aanbetaling doen. Dit betekent kortom dat ik niet eens ben met de levering van de factuur. Wie het voertuig het geregeld heeft, die moet dan maar ook zorgdragen. Om het problematisch door te schuwen, dat ik het maar moet regelen ben ik absoluut niet van gediend. Jij had mij ook geliever kunnen mailen of bellen, ik bedoel maar te zeggen dat je ook kon zeggen dat het niet rendabel is om het te repareren en alsnog is de werkzaamheden uitgevoerd wat niet verstandig is. Stuur maar gelijk door naar in de incasso. (…)”
3.6.
Connectrium is ook hierna niet overgegaan tot betaling van de openstaande factuur, waarna zij door [Gezamenlijke eisers] in rechte is betrokken.

4.Het geschil

4.1.
[Gezamenlijke eisers] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Connectrium veroordeelt om aan [Gezamenlijke eisers] te betalen een bedrag van € 7.740,66, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 6.775,88 vanaf 7 februari 2023 tot aan de dag van volledige betaling. Ook vordert [Gezamenlijke eisers] veroordeling van Connectrium in de proceskosten en de nakosten.
4.2.
[Gezamenlijke eisers] baseert haart haar vordering op de hiervoor opgenomen feiten waarbij zij het volgende nog heeft aangevoerd. Omdat van Connectrium geen betaling viel te verkrijgen van de openstaande factuur, zag zij zich genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven. De kosten daarvoor bedragen € 713,79 en komen voor rekening van Connectrium. Verder vordert [Gezamenlijke eisers] een bedrag van € 250,99 aan wettelijke handelsrente, berekend tot 7 februari 2023. Sindsdien vordert [Gezamenlijke eisers] de wettelijke handelsrente over de hoofdsom tot aan de dag van volledige betaling.
4.3.
Connectrium voert verweer tegen de vordering van [Gezamenlijke eisers]. Connectrium betwist dat zij toestemming of opdracht heeft gegeven voor de reparatie. Een oud medewerker van Connectrium, [betrokkene] , heeft de auto naar [Gezamenlijke eisers] gebracht ter reparatie en de auto nadien ook weer opgehaald. Werknemers van Connectrium hebben echter geen bevoegdheid om auto’s ter reparatie aan te bieden. Connectrium heeft voorafgaand aan de reparatie ook nimmer een prijsopgave gehad waarop zij akkoord heeft gegeven.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Aan de orde is of Connectrium moet worden veroordeeld tot betaling van de openstaande factuur van 12 juli 2022, vermeerderd met wettelijke handelsrente en kosten.
5.2.
[Gezamenlijke eisers] heeft ter zitting de stelling van Connectrium dat er voorafgaand aan de reparatiewerkzaamheden geen contact met Connectrium is geweest, betwist. Volgens [Gezamenlijke eisers] is er wel degelijk telefonisch contact geweest met Connectrium, namelijk met haar werknemer [betrokkene] . Ook bij eerdere reparatiewerkzaamheden die [Gezamenlijke eisers] heeft verricht voor Connectrium was het [betrokkene] die opdracht gaf voor de reparaties en de desbetreffende auto nadien ophaalde. De facturen voor die eerdere reparaties zijn door Connectrium altijd tijdig betaald. [Gezamenlijke eisers] is er dan ook terecht vanuit gegaan dat [betrokkene] bevoegd was om namens Connectrium opdracht en akkoord voor de reparatiewerkzaamheden te geven. [Gezamenlijke eisers] voert verder nog aan dat Connectrium niet tijdig heeft geklaagd. Eerst nadat [Gezamenlijke eisers] te kennen heeft gegeven haar vordering ter incasso uit handen te geven, heeft Connectrium de factuur betwist. Daarmee heeft Connectrium niet tijdig geklaagd.
5.3.
De kantonrechter overweegt als volgt. Connectrium heeft erkend dat de gefactureerde reparatiewerkzaamheden door [Gezamenlijke eisers] zijn uitgevoerd en dat de auto door een werknemer van hem, [betrokkene] , ter reparatie is aangeboden en is opgehaald. De ontvangst van de factuur van 12 jul 2022 en de uitvoering van de gefactureerde reparatiewerkzaamheden zijn door Connectrium niet betwist. Indien Connectrium het met die factuur niet eens was, had het toch voor de hand gelegen als zij op dat moment bij [Gezamenlijke eisers] had geklaagd. Vast staat echter dat Connectrium niet eerder dan bij e-mailbericht op 28 september 2022, nadat [Gezamenlijke eisers] te kennen had gegeven dat zij de vordering ter incasso uit handen zou geven, heeft geklaagd over de factuur. Daarmee heeft Connectrium niet tijdig geklaagd.
5.4.
Voor zover Connectrium nog heeft aangevoerd dat hij niet eerder zaken met [Gezamenlijke eisers] heeft gedaan, zal dit verweer worden gepasseerd. Uit de door Connectrium bij akte overgelegde vier facturen van 6 mei 2022 respectievelijk 31 mei 2022, blijkt dat partijen eerder zaken met elkaar hebben gedaan. De stelling van [Gezamenlijke eisers] ter zitting dat bij die reparatiewerkzaamheden de desbetreffende auto ook namens Connectrium ter reparatie werd aangeboden en werd opgehaald door [betrokkene] , is door Connectrium niet weersproken, zodat dit vast is komen te staan. Connectrium mocht er dan ook vanuit gaan dat [betrokkene] bevoegd was opdracht te geven voor de reparatiewerkzaamheden. Ook de stelling dat er voorafgaand telefonisch contact is geweest met [betrokkene] is door Connectrium niet langer weersproken. Connectrium moet de factuur dan ook betalen. De stellingen van Connectrium dat de kosten voor de reparatie niet opwegen tegen de waarde van de auto en dat hij daarvoor een nieuwe auto zou kunnen leasen maken het voorgaande niet anders.
5.5.
Uit wat hiervoor is overwogen volgt dat Connectrium gehouden is de openstaande factuur aan [Gezamenlijke eisers] te betalen. Nu daarmee tevens vast staat dat Connectrium deze factuur ten onrechte onbetaald heeft gelaten, is zij eveneens de wettelijke handelsrente verschuldigd geworden.
5.6.
[Gezamenlijke eisers] maakt verder aanspraak op een bedrag van € 713,79 aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Het door [Gezamenlijke eisers] gevorderde bedrag aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten komt de kantonrechter niet onredelijk voor en is daarmee eveneens toewijsbaar.
5.7.
Connectrium zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van [Gezamenlijke eisers] begroot op:
- kosten dagvaarding € 109,33
- griffierecht € 514,00
- salaris gemachtigde
€ 660,00(2 punten x tarief van € 330,00)
Totaal € 1.283,33
5.8.
Connectrium zal eveneens worden veroordeeld in de nakosten. Deze kosten worden aan de zijde van [Gezamenlijke eisers] begroot op € 132,- (1/2 punt x toepasselijk tarief van € 330,00, met een maximum van € 132,-).

6.De beslissing

6.1.
veroordeelt Connectrium om aan [Gezamenlijke eisers] te betalen een bedrag van € 7.740,66, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 6.775,88 vanaf 7 februari 2023 tot aan de dag van volledige betaling;
6.2.
veroordeelt Connectrium in de proceskosten, begroot op € 1.283,33;
6.3.
veroordeelt Connectrium in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 132,00;
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Marsman en in het openbaar uitgesproken op 20 juni 2023. (TD)