ECLI:NL:RBOVE:2023:2328

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 juni 2023
Publicatiedatum
22 juni 2023
Zaaknummer
08/279953-22 en 05/075505-23 (ttz. gev.) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van oplichting en witwassen via WhatsApp-fraude gericht op ouderen

Op 22 juni 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meervoudige oplichting en witwassen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 304 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 120 uren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen ouderen heeft opgelicht door zich voor te doen als hun kinderen via WhatsApp, waarbij hij hen verleidde tot het overmaken van geldbedragen onder valse voorwendselen. De verdachte heeft in de periode van 27 september 2021 tot en met 28 maart 2022 en van 27 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 meerdere slachtoffers benaderd, waarbij hij gebruik maakte van de zogenaamde 'vriend-in-nood-fraude'. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een actieve rol speelde in het opzetten van deze oplichtingspraktijken en dat hij betrokken was bij het witwassen van de verkregen gelden. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte aansprakelijk is voor de schade die hij heeft veroorzaakt. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen telefoons verbeurd verklaard, aangezien deze zijn gebruikt bij de gepleegde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08/279953-22 en 05/075505-23 (ttz. gev.) (P)
Datum vonnis: 22 juni 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2000 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
8 juni 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. C.P. Dronkers en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. D.C. Vlielander, advocaat in Utrecht, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, onder parketnummer 05/075505-23, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 27 september 2021 tot en met 28 maart 2022 alleen dan wel samen met anderen:
feit 1:zes personen heeft opgelicht;
feit 2:een geldbedrag van € 16.455,70 heeft witgewassen.
De verdenking komt er, onder parketnummer 08/279953-22, na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van
8 juni 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 27 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 alleen dan wel samen met anderen:
feit 1:[slachtoffer 1] heeft opgelicht dan wel heeft geprobeerd hem op te lichten;
feit 2:[slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft opgelicht;
feit 3:een geldbedrag van € 2.264,92 heeft witgewassen;
feit 4:een geldbedrag van € 4.729,34 heeft witgewassen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Ten aanzien van parketnummer 05/075505-23
1.
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks de periode van 27 september 2021 tot en met 28 maart 2022 te [woonplaats] , gemeente [woonplaats] , althans op een of meer plaatsen in Nederland (telkens), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 4] (€2580) en/of
- [slachtoffer 5] (€1910) en/of
- [slachtoffer 6] (€1000) en/of
- [slachtoffer 7] (€4277,12) en/of
- [slachtoffer 8] (€4256,13) en/of
- [slachtoffer 9] (€2432,45) en/of
- een of meer ander(e) slachtoffer(s), telkens heeft/hebben bewogen tot de afgifte van voornoemde geldbedrag(en),
- door zich in een of meer whatsapp-berichten, verzonden naar die personen/ aangevers, tegenover die personen/aangevers voor te doen als zijnde de dochter of zoon van die personen/aangevers en
- daarbij/daarin aan die personen/aangevers mede te delen/te verzoeken – zakelijk weergegeven –
* dat zij of hij (tijdelijk) een nieuw of een ander 06-nummer heeft en
* dat zijn of haar oude telefoon kapot is en/of gecrasht is en/of niet volledig bruikbaar is en
* dat zij of hij, een of meer factu(u)r(en)/rekening(en) over het hoofd heeft gezien en/of openstaande factu(u)r(en)/rekening(en) heeft die per direct/met spoed voldaan moeten worden en zij of hij geen toegang krijgt tot het bank/betaalsysteem en/of haar of zijn internetbankieren en/of in geldnood zit en die personen/aangevers derhalve deze betalingen voor haar of hem kan voorschieten en
* (vervolgens) daartoe in meerdere whatsapp-berichten een of meer betaalverzoeken middels een link (een zogenoemde tikkie) en/of de te betalen
bedragen inclusief het rekeningnummer en de naam van de crediteur, aan die personen/aangevers heeft verzonden, althans handelingen van soortgelijke strekking, als gevolg waarvan die personen/aangevers, werden bewogen tot afgifte/betaling van een of meer geldbedragen (tot een totaalbedrag van ongeveer 16.455,70 euro);
2.
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks de periode van 27 september 2021 tot en met 28 maart 2022, te [woonplaats] , gemeente [woonplaats] , althans op een of meer plaatsen in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen (van) een voorwerp, te weten een geldbedrag van ongeveer €16.455,70 (MD: dit bedrag moet 9 euro meer zijn), althans een geldbedrag
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of.
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den) en/of
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
- gebruik heeft gemaakt door
een of meer medeverdachte(n) of ander(en)/katvanger(s) te benaderen en/of te regelen dat een of meerdere bankrekeningnummer(s) (op naam van een ander dan verdachte en/of als katvanger) beschikbaar werd(en) gesteld aan en/of gebruikt konden worden door verdachte en/of zijn medeverdachte(n), terwijl dat/die geldbedrag(en) (telkens) op die bankrekeningnummer(s) werd(en) gestort, en/of (vervolgens) dat/die geldbedrag(en) heeft opgenomen en/of heeft doen/laten opnemen en/of ontvangen en/of uitgegeven, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat/die
voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
Ten aanzien van parketnummer08/279953-22
1.
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks de periode van 27 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 te [woonplaats] , gemeente [woonplaats] , althans op een of meer plaatsen in Nederland (telkens), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten afgifte van een geldbedrag van 4729,34 euro door:
- voornoemde [slachtoffer 1] te bellen en zich (vervolgens) voor te doen als een bankmedewerker en/of
- ( vervolgens) voornoemde [slachtoffer 1] te vertellen dat iemand probeerde een geldbedrag van zijn rekening te halen en/of
- ( vervolgens)voornoemde [slachtoffer 1] te vragen/verzoeken een app tegen virussen, Any Desk, te installeren en/of voornoemde [slachtoffer 1] te helpen met het installeren van die app en/of
- ( vervolgens) voornoemde [slachtoffer 1] te vragen om in te loggen op voornoemde App en/of
- ( vervolgens) te vertellen dat voornoemde [slachtoffer 1] uit voorzorg het geld over moest maken op een veilige rekening van de bank en/of
- ( vervolgens) daartoe het bedrag te noemen dat voornoemde [slachtoffer 1] moest overmaken en/of het rekeningnummer aan voornoemde [slachtoffer 1] te geven, met het verzoek het geld daar naartoe over te maken,
althans handelingen van soortgelijke strekking, als gevolg waarvan voornoemde [slachtoffer 1] werd bewogen tot afgifte/betaling van voornoemd geldbedrag;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks de periode van 27 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 te [woonplaats] , gemeente [woonplaats] , althans op een of meer plaatsen in Nederland (telkens), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 1] te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten afgifte van een geldbedrag van 4729,34 euro
- voornoemde [slachtoffer 1] heeft gebeld en zich voor heeft gedaan als een bankmedewerker, en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] heeft verteld dat iemand probeerde een gelbedrag van zijn rekening te halen en/of
- vervolgens tegen voornoemde [slachtoffer 1] heeft gezegd dat hij een app tegen virussen, Any Desk, moest installeren en/of voornoemde [slachtoffer 1] heeft geholpen met het installeren van die app en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] heeft gevraagd om in te loggen op voornoemde app en/of voornoemde [slachtoffer 1] heeft verteld dat hij uit voorzorg het geld over moest maken op een veilige rekening van de bank en/of
- ( vervolgens) daartoe het bedrag heeft genoemd dat voornoemde [slachtoffer 1] moest overmaken en/of het rekeningnummer aan voornoemde [slachtoffer 1] heeft gegeven, met het verzoek het geld daar naartoe over te maken,
althans handelingen van soortgelijke strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks de periode van 27 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 te [woonplaats] , gemeente [woonplaats] , althans op een of meer plaatsen in Nederland (telkens), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 2] (1132,46 euro) en/of
- [slachtoffer 3] (1132,46 euro) een of meer ander(e) slachtoffer(s), telkens heeft/hebben bewogen tot de afgifte van voornoemde geldbedrag(en),
- door zich in een of meer whatsapp-berichten, verzonden naar die personen/ aangevers, tegenover die personen/aangevers voor te doen als zijnde de dochter of zoon van die personen/aangevers en
- daarbij/daarin aan die personen/aangevers mede te delen/te verzoeken – zakelijk weergegeven –
* dat zij of hij (tijdelijk) een nieuw of een ander 06-nummer heeft en
* dat zijn of haar oude telefoon kapot is en/of gecrasht is en/of niet volledig bruikbaar is en
* dat zij of hij, een of meer factu(u)r(en)/rekening(en) over het hoofd heeft gezien en/of openstaande factu(u)r(en)/rekening(en) heeft die per direct/met spoed voldaan moeten worden en zij of hij geen toegang krijgt tot het bank/betaalsysteem en/of haar of zijn internetbankieren en/of in geldnood zit en die personen/aangevers derhalve deze betalingen voor haar of hem kan voorschieten en
* (vervolgens) daartoe in meerdere whatsapp-berichten een of meer betaalverzoeken middels een link (een zogenoemde tikkie) en/of de te betalen bedragen inclusief het rekeningnummer en de naam van de crediteur, aan die
personen/aangevers heeft verzonden, althans handelingen van soortgelijke strekking, als gevolg waarvan die personen/aangevers, werden bewogen tot afgifte/betaling van een of meer geldbedragen (tot een totaalbedrag van ongeveer 2264,92 euro);
3.
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks de periode van 27 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 te [woonplaats] , gemeente [woonplaats] , althans op een of meer plaatsen in Nederland (telkens), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen (van) een voorwerp, te weten een geldbedrag van ongeveer €2264,92 euro, althans een geldbedrag
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den) en/of
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
- gebruik heeft gemaakt
door een of meer medeverdachte(n) of ander(en)/katvanger(s) te benaderen en/of te regelen dat een of meerdere bankrekeningnummer(s) (op naam van een ander dan verdachte en/of als katvanger) beschikbaar werd(en) gesteld aan en/of gebruikt konden worden door verdachte en/of zijn medeverdachte(n), terwijl dat/die geldbedrag(en) (telkens) op die bankrekeningnummer(s) werd(en) gestort, en/of (vervolgens) dat/die geldbedrag(en) heeft opgenomen en/of heeft doen/laten opnemen en/of ontvangen en/of uitgegeven, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
4.
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks de periode van 27 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 te [woonplaats] , althans op een of meer plaatsen in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen (van) een geldbedrag van ongeveer €4729,34 euro euro, althans een geldbedrag
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den) en/of
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
- gebruik heeft gemaakt
door te regelen dat een of meerdere bankrekeningnummer(s) op naam van verdachte beschikbaar werd(en) gesteld aan en/of gebruikt konden worden door verdachte en/of zijn medeverdachte(n), terwijl dat/die geldbedrag(en) (telkens) op die bankrekeningnummer(s) werd(en) gestort, en/of (vervolgens) dat/die geldbedrag(en) heeft opgenomen en/of heeft doen/laten opnemen en/of ontvangen en/of uitgegeven, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf.

3.De voorvragen

3.1
Het standpunt van de raadsman
De raadsman heeft partiële nietigheid van het onder parketnummer 05/075505-23 onder 1 en onder parketnummer 08/279953-22 onder 2 tenlastegelegde bepleit ter zake van het zevende respectievelijk het tweede gedachtestreepje dat luidt: “een of meer andere personen” respectievelijk “een of meer ander(e) slachtoffer(s)”, nu te weinig specifiek is uitgeschreven welke aangevers dit betreft en de verdediging zich hier niet tegen kan verdedigen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De officier van justitie heeft hieromtrent geen standpunt ingenomen.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder parketnummer 05/075505-23 onder 1 zevende gedachtestreepje en onder parketnummer 08/279953-22 onder 2 tweede gedachtestreepje stelt de rechtbank vast dat deze gedachtestreepjes niet nader feitelijk zijn uitgewerkt. De rechtbank is van oordeel dat het niet de bedoeling is (geweest) om de oplichting van meer aangevers dan de genoemde personen ten laste te leggen. De rechtbank is aldus van oordeel dat dit onderdeel van de tenlastelegging niet voldoet aan de eisen gesteld in artikel 261 Sv en verklaart de dagvaardingen in zoverre partieel nietig.
De rechtbank stelt vast dat de dagvaardingen voor het overige geldig zijn, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaken, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van het onder parketnummer 05/075505-23 onder 1, met uitzondering van [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] en [slachtoffer 9] en onder 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Verder heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat verdachte van het onder parketnummer 08/279953-22 onder 4 tenlastegelegde moet worden vrijgesproken. Voor het onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte voor het onder parketnummer 05/075505-23 onder 1 en 2 en voor het onder parketnummer 08/279953-22 onder 1 primair en 4 tenlastegelegde moet worden vrijgesproken wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
Verder heeft de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd voor het onder parketnummer 08/279953-22 onder 2 en 3 tenlastegelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Parketnummer 05/075505-23 ten aanzien van feiten 1 en 2
Feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt vast dat er in totaal zes aangiftes zijn van oplichtingen gepleegd in een half jaar tijd, van 27 september 2021 tot en met 28 maart 2022. Alle aangevers zijn opgelicht via WhatsApp (zogenoemde ‘vriend-in-nood-fraude’). Op basis van deze aangiftes en de andere bewijsmiddelen gaat de rechtbank op hoofdlijnen uit van de volgende werkwijze voor de ‘vriend-in-nood-fraude’. De aangeefster ontvangt via WhatsApp een bericht van een onbekend telefoonnummer. Deze persoon stelt, al dan niet impliciet (voordoen alsof), de dochter of zoon te zijn van de aangeefster en een nieuw telefoonnummer te hebben, omdat de oude telefoon kapot is gegaan. Na het vertrouwen te hebben gewonnen van de aangeefster wordt gesteld dat op de nieuwe telefoon de betaal-app van de bank nog niet werkt, maar dat er wel dringend een rekening moet worden betaald. De aangeefster wordt gevraagd of zij deze rekening kan voorschieten, waarna de gegevens worden toegestuurd. Hierbij zijn rekeningen gebruikt op naam van verschillende personen, zogenaamde geldezels of katvangers. Het geld is vervolgens weer doorgestort naar een andere rekening, omgezet in cryptovaluta of opgenomen bij een geldautomaat. Hierdoor is het geld ook witgewassen.
Betrokkenheid van verdachte
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij gebruik maakt van het Snapchataccount [accountnaam 1] en dat hij medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] kent. Ook heeft hij verklaard dat hij in de tenlastegelegde periode een soort ‘regelaar’ was voor de geldezels.
Verder heeft verdachte verklaard dat hij in een Snapchatgroep zat met allemaal jongens die zich bezig hielden met oplichtingen door middel van WhatsApp (zogenoemde ‘vriend-in-nood-fraude’). In deze groep werden screenshots van bankpassen, ID-kaarten en ingelogde telebankieren omgevingen gedeeld. Verdachte heeft van deze bankpassen en ingelogde telebankieren omgevingen screenshots gemaakt omdat hij deze later mogelijk kon gebruiken. Verdachte heeft ontkend dat hij iets met de oplichtingen van [slachtoffer 8] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 9] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 5] en [slachtoffer 4] te maken heeft gehad.
Medeplegen
Op de onder verdachte in beslag genomen zes telefoons zijn grote hoeveelheden gegevens aangetroffen die rechtstreeks verband houden met oplichting. Het gaat hierbij onder meer om notities (scripts), ook in het Duits, met voorbeelden van tekstberichten die zijn gebruikt bij het benaderen van aangevers via WhatsApp. Ook zijn er ruim 32.000 contacten gevonden in de onder verdachte in beslag genomen telefoons. Verder zijn er veel berichten en afbeeldingen aangetroffen tussen [accountnaam 1] (verdachte), [accountnaam 2] (medeverdachte [medeverdachte 2] ) en [accountnaam 3] (medeverdachte [medeverdachte 1] ) die betrekking hebben op bankpassen, bankbiljetten, ingelogde telebankieren omgevingen, cryptovaluta en percentages. Ook op de onder de medeverdachten in beslag genomen telefoons zijn notities (scripts) met (voorbeelden van) tekstberichten die zijn gebruikt bij het benaderen van aangevers via WhatsApp gevonden, ook in het Duits en Engels. Verder zijn er ronselvideo’s om pinpassen aan te leveren, vele contacten (meer dan honderdduizend) en berichten tussen de medeverdachten en verdachte die zien op bankpassen, ingelogde telebankieromgeving, geld, et cetera aangetroffen.
Deze informatie kan niet anders worden uitgelegd dan dat hieruit blijkt dat verdachte een wezenlijke bijdrage heeft gehad in de oplichting. Gezien de omvang en duur van de zaak, de verschillende handelingen die werden verricht - van het benaderen van katvangers voor het ter beschikking stellen of openen van een bankrekening tot en met het versturen van de WhatsAppberichten aan de gedupeerden - en de informatie uit het dossier waaruit blijkt van de betrokkenheid van de medeverdachten, is duidelijk dat verdachte dit niet alleen heeft gepleegd. Telkens is er sprake van samenwerkingsverbanden waarin in meer of mindere mate wordt samengewerkt. Het gegeven dat niet - of niet in alle gevallen - kan worden vastgesteld wie exact de mededaders waren bij de desbetreffende oplichting doet hieraan niet af.
De bijdrage van verdachte is naar het oordeel van de rechtbank van zodanig gewicht geweest dat wettig en overtuigend bewezen verklaard kan worden dat er sprake is van medeplegen van oplichtingen.
De rechtbank zal de betrokkenheid van verdachte per aangifte – samengevat – bespreken.
Zaak 1, [slachtoffer 8]
Aangeefster [slachtoffer 8] heeft verklaard dat zij op 27 maart 2022 een WhatsAppbericht van [telefoonnummer 1] ontving van, naar zij dacht, haar zoon. Hij vertelde dat zijn telefoon was gecrasht en dat hij nog een rekening moest betalen. Hij kon zijn telefoon niet gebruiken en hij vroeg aangeefster de betaling te doen. [slachtoffer 8] heeft vervolgens door middel van een betaalverzoek € 4.265,13 overgemaakt ten name van [betrokkene 1] op bankrekeningnummer [rekeningnummer 1] .
Op de in beslag genomen telefoon van verdachte zijn screenshots aangetroffen met daarop zichtbaar een ID-kaart en bankpassen op naam van geldezel [betrokkene 1] . Ook zijn gesprekken met medeverdachte [medeverdachte 1] rondom de periode van oplichting aangetroffen op één van de telefoons van verdachte.
Bij de aanhouding van medeverdachte [medeverdachte 1] zijn een tweetal bankpassen aangetroffen op naam van [betrokkene 1] , waaronder de bankpas van bovengenoemde ING-bankrekening. Op de in beslag genomen telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] is op 27 maart 2022 het (oplichtings)gesprek met [slachtoffer 8] en een betaalverzoek gevonden van € 4.265,13.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging met medeverdachte(n) [slachtoffer 8] heeft opgelicht voor een bedrag van € 4.265,13 en dit bedrag heeft witgewassen doordat verdachte en zijn medeverdachte(n) dit bedrag hebben verworven en voorhanden hebben gehad.
Zaak 2, [slachtoffer 7]
Aangeefster [slachtoffer 7] heeft verklaard dat zij op 22 maart 2022 een WhatsAppbericht heeft ontvangen van [telefoonnummer 2] van, naar zij dacht, haar dochter. Zij vertelde dat haar telefoon was gecrasht en dat zij niet in haar mobielbankieren app kon. Zij vroeg of aangeefster een betaling wilde doen. [slachtoffer 7] heeft vervolgens op 22 maart 2022 een betaling gedaan van € 4.277,12 op rekeningnummer [rekeningnummer 2] ten name van [betrokkene 1] .
Op de in beslag genomen telefoon van verdachte zijn meerdere screenshots aangetroffen van de ingelogde telebankieren omgeving van [betrokkene 1] waarop te zien is dat het geld van [slachtoffer 7] is gestort. Deze screenshots zijn gemaakt op 22 maart 2022 om 23:52 en 23:56 uur. Ook zijn er op de in beslag genomen telefoon van verdachte screenshots aangetroffen van een Rabobank-bankpas op naam van [betrokkene 1] , welke is gebruikt bij de oplichting van [slachtoffer 7] , gemaakt op 21 maart 2022.
Op de onder medeverdachte [medeverdachte 1] in beslag genomen telefoon is een screenshot aangetroffen van een ingelogde telebankieren omgeving van de Rabobank waarop te zien is dat er € 4.277,12 is overgeboekt door [slachtoffer 7] . Het screenshot is aangemaakt op 22 maart 2022 om 23:35 uur.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging met (zijn) medeverdachte(n) [slachtoffer 7] heeft opgelicht voor een bedrag van € 4.277,12 en dit bedrag heeft witgewassen doordat verdachte en zijn medeverdachte(n) dit bedrag hebben verworven en voorhanden gehad.
Zaak 4, [slachtoffer 6]
Aangeefster [slachtoffer 6] heeft verklaard dat zij op 22 november 2021 een WhatsApp-bericht van [telefoonnummer 3] heeft ontvangen van, naar zij dacht, haar dochter. Gedurende het gesprek gaf ‘haar dochter’ aan dat zij door een toestelwissel niet in haar mobiel bankieren app kon en dat zij nog een rekening moest betalen die nog op 22 november 2021 moest worden voldaan. [slachtoffer 6] heeft op 22 november 2021 een betaling van € 1.000,00 gedaan naar bankrekeningnummer [rekeningnummer 3] ten name van [betrokkene 2] .
[betrokkene 2] heeft aangifte gedaan en verklaard dat hij op 21 november 2021 in de middag op de Bosweg te Enschede werd aangesproken door medeverdachte [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . Hij werd door hen gedwongen zijn ABN-AMRO bankpas in te leveren. Uit de enkelbandgegevens van medeverdachte [medeverdachte 2] is gebleken dat hij om 15:04 uur op de Bosweg in Enschede was. Op 22 november 2021 werd [betrokkene 2] door onder andere medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] opgehaald en heeft hij betalingen moeten verrichten en hij moest met zijn bankpas geld pinnen. Uit het rekeningoverzicht van [betrokkene 2] blijkt dat er op 22 november 2021 om 18.24 uur € 1.000,-- op de rekening is gestort afkomstig van [slachtoffer 6] . Vervolgens is er om 18.31 uur een bedrag van € 650,-- gepind, om 18.43 uur is er bedrag van € 178,-- gepind bij de Albert Heijn en om 18.56 uur is er nog voor € 5,95 gepind bij de supermarkt Plus in [woonplaats] .
Verdachte heeft op 21 november 2021 omstreeks 15.20 uur contact met medeverdachte [medeverdachte 2] . Dit is kort nadat medeverdachte [medeverdachte 2] de pinpas van [betrokkene 2] in zijn bezit heeft gekregen. Ook is er een screenshot van de ABN-AMRO bankpas van [betrokkene 2] , welke is gebruikt is bij de oplichting van [slachtoffer 6] , op de telefoon van verdachte aangetroffen. Daarnaast is er een screenshot van een ingelogde telebankieromgeving van [betrokkene 2] op de telefoon van verdachte aangetroffen, welke is gemaakt op 22 november 2021 om 16.55 uur.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging met (zijn) medeverdachte(n) [slachtoffer 6] heeft opgelicht voor een bedrag van € 1.000,-- en dit bedrag hebben witgewassen doordat verdachte en zijn medeverdachte(n) dit bedrag hebben verworven.
Verklaring verdachte
De rechtbank acht gelet op de bewijsmiddelen en op grond van het vorenstaande de verklaring van verdachte dat hij enkel door anderen gedeelde screenshots op zijn telefoon had staan ongeloofwaardig. Verdachte heeft telkens rond de periode van de oplichtingen contact met medeverdachten [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] . Ook dateren de aangetroffen screenshots op de telefoon van verdachte van dezelfde periode als waarin de oplichtingen plaats heeft plaatsgevonden.
Partiële vrijspraak
De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende concrete feiten en omstandigheden uit het dossier naar voren zijn gekomen op basis waarvan de conclusie kan worden getrokken dat verdachte daadwerkelijk een rol heeft gespeeld bij de oplichting van aangevers [slachtoffer 9] (zaak 3), [slachtoffer 5] (zaak 5) en [slachtoffer 4] (zaak 6). Verdachte zal daarom van zowel de oplichting (‘vriend-in-nood-fraude’) als van het witwassen partieel worden vrijgesproken.
4.3.2.
Parketnummer 08/279953-22
Feit 1 primair en feit 4
Aangever [slachtoffer 1] werd op 29 juni 2022 gebeld door iemand die zich voordeed als medewerker van de ING-bank. [slachtoffer 1] werd medegedeeld dat er al meerdere keren was geprobeerd om grote geldbedragen van zijn rekening te halen. Om het probleem op te lossen moest [slachtoffer 1] een app downloaden tegen virussen, genaamd Any Desk. Vervolgens moest [slachtoffer 1] inloggen in zijn mobiel bankieren app en moest hij een bedrag van
€ 4.712,34 veiligstellen. Hij moest dit doen door dat bedrag over te maken op rekeningnummer [rekeningnummer 4] op naam van [betrokkene 3] .
Verdachte heeft verklaard dat hij wel betrokken was bij de oplichting van [slachtoffer 1] . Medeverdachte [medeverdachte 2] kwam bij verdachte met de gegevens van [slachtoffer 1] . Op de in beslag genomen telefoon van verdachte zijn e-mailberichten aangetroffen met daarin het uitgeschreven scripts om bankpasfraude te plegen. Ook zijn er screenshots op de telefoon van verdachte aangetroffen met daarin de gegevens van [slachtoffer 1] en de ingelogde telebankieren omgeving van [betrokkene 3] . Daarnaast zijn op de in beslag genomen telefoon van verdachte in een lijst met leads gegevens van [slachtoffer 1] aangetroffen.
Op een onder verdachte aangetroffen telefoon (iPhone 6s) is een afbeelding aangetroffen van een bankpas op naam van [betrokkene 3] met bankrekening [rekeningnummer 4] die verdachte op 27 juni 2022 naar medeverdachte [medeverdachte 2] heeft gestuurd.
De rechtbank acht op grond van het vorenstaande het onder 1 primair tenlastegelegde dat verdachte tezamen en in vereniging met (zijn) medeverdachte(n) (de rechtbank verwijst hiervoor naar het kopje ‘medeplegen’) aangever [slachtoffer 1] heeft opgelicht voor een bedrag van € 4.712.34 bewezen en dit bedrag hebben verdachte en zijn medeverdachte(n) witgewassen doordat zij dit bedrag hebben verworven en voorhanden hebben gehad.
Feiten 2 en 3
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Ten aanzien van parketnummer 05/075505-23
1.
hij in de periode van 27 september 2021 tot en met 28 maart 2022 in Nederland (telkens), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 6] (€ 1.000,--) en
- [slachtoffer 7] (€ 4.277,12) en
- [slachtoffer 8] (€ 4.265,13)
telkens hebben bewogen tot de afgifte van voornoemde geldbedrag(en),
- door zich in een of meer whatsapp-berichten, verzonden naar die personen/ aangevers, tegenover die personen/aangevers voor te doen als zijnde de dochter of zoon van die personen/aangevers en
- daarbij/daarin aan die personen/aangevers mede te delen/te verzoeken – zakelijk weergegeven –
* dat zij of hij (tijdelijk) een nieuw of een ander 06-nummer heeft en
* dat zijn of haar oude telefoon kapot is en/of gecrasht is en/of niet volledig bruikbaar is en
* dat zij of hij, een of meer factu(u)r(en)/rekening(en) over het hoofd heeft gezien en/of openstaande factu(u)r(en)/rekening(en) heeft die per direct/met spoed voldaan moeten worden en zij of hij geen toegang krijgt tot het bank/betaalsysteem en/of haar of zijn internetbankieren en/of in geldnood zit en die personen/aangevers derhalve deze betalingen voor haar of hem kan voorschieten en
* (vervolgens) daartoe in meerdere whatsapp-berichten een of meer betaalverzoeken middels een link (een zogenoemde tikkie) en/of de te betalen bedragen inclusief het rekeningnummer en de naam van de crediteur, aan die personen/aangevers heeft verzonden, als gevolg waarvan die personen/aangevers, werden bewogen tot afgifte/betaling van een of meer geldbedragen (tot een totaalbedrag van ongeveer 9.542,25 euro);
2.
hij in de periode van 27 september 2021 tot en met 28 maart 2022 in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen een voorwerp, te weten een geldbedrag van ongeveer € 9.542,25 heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat voorwerp afkomstig was uit enig (eigen) misdrijf;
Ten aanzien van parketnummer08/279953-22
1. primair
hij in de periode van 27 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 in Nederland (telkens), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten afgifte van een geldbedrag van 4729,34 euro door:
- voornoemde [slachtoffer 1] te bellen en zich (vervolgens) voor te doen als een bankmedewerker en
- ( vervolgens) voornoemde [slachtoffer 1] te vertellen dat iemand probeerde een geldbedrag van zijn rekening te halen en
- ( vervolgens)voornoemde [slachtoffer 1] te vragen/verzoeken een app tegen virussen, Any Desk, te installeren en/of voornoemde [slachtoffer 1] te helpen met het installeren van die app en
- ( vervolgens) voornoemde [slachtoffer 1] te vragen om in te loggen op voornoemde App en
- ( vervolgens) te vertellen dat voornoemde [slachtoffer 1] uit voorzorg het geld over moest maken op een veilige rekening van de bank en
- ( vervolgens) daartoe het bedrag te noemen dat voornoemde [slachtoffer 1] moest overmaken en/of het rekeningnummer aan voornoemde [slachtoffer 1] te geven, met het verzoek het geld daar naartoe over te maken,
als gevolg waarvan voornoemde [slachtoffer 1] werd bewogen tot afgifte/betaling van voornoemd geldbedrag;
2.
hij in de periode van 27 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 in Nederland (telkens), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 2] (€ 1.132,46) en
- [slachtoffer 3] (€ 1.132,46),
telkens hebben bewogen tot de afgifte van voornoemde geldbedrag(en),
- door zich in een of meer whatsapp-berichten, verzonden naar die personen/ aangevers, tegenover die personen/aangevers voor te doen als zijnde de dochter of zoon van die personen/aangevers en
- daarbij/daarin aan die personen/aangevers mede te delen/te verzoeken – zakelijk weergegeven –
* dat zij of hij (tijdelijk) een nieuw of een ander 06-nummer heeft en
* dat zijn of haar oude telefoon kapot is en/of gecrasht is en/of niet volledig bruikbaar is en
* dat zij of hij, een of meer factu(u)r(en)/rekening(en) over het hoofd heeft gezien en/of openstaande factu(u)r(en)/rekening(en) heeft die per direct/met spoed voldaan moeten worden en zij of hij geen toegang krijgt tot het bank/betaalsysteem en/of haar of zijn internetbankieren en/of in geldnood zit en die personen/aangevers derhalve deze betalingen voor haar of hem kan voorschieten en
* (vervolgens) daartoe in meerdere whatsapp-berichten een of meer betaalverzoeken middels een link (een zogenoemde tikkie) en/of de te betalen bedragen inclusief het rekeningnummer en de naam van de crediteur, aan die personen/aangevers heeft verzonden,
als gevolg waarvan die personen/aangevers, werden bewogen tot afgifte/betaling van een of meer geldbedragen (tot een totaalbedrag van ongeveer € 2.264,92);
3.
hij in de periode van 27 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 in Nederland (telkens), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen een voorwerp, te weten een geldbedrag van ongeveer € 2.264,92, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat voorwerp afkomstig was uit enig (eigen) misdrijf;
4.
hij in de periode van 27 juni 2022 tot en met 29 juni 2022 in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldbedrag van ongeveer
€ 4.729,34 euro, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat voorwerp afkomstig was uit enig (eigen) misdrijf.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
5. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 47, 326 en 420bis.1 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 08/279953-22 onder 2 en parketnummer 05/075505-23 onder 1
het misdrijf: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
parketnummer 08/279953-22 onder 3 en parketnummer 05/075505-23 onder 2
het misdrijf: medeplegen van eenvoudig witwassen, meermalen gepleegd;
parketnummer 08/279953-22 onder 1 primair
het misdrijf: medeplegen van oplichting;
parketnummer 08/279953-22 onder 4
het misdrijf: medeplegen van eenvoudig witwassen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het onder parketnummer
05/075505-23 onder 1 en 2 en voor het onder parketnummer 08/279953-22 onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 304 dagen waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in verzekering en voorlopige hechtenis. Aan het voorwaardelijk strafdeel dient de bijzondere voorwaarde van een meldplicht bij de reclassering te worden verbonden.
Daarnaast heeft de officier van justitie een taakstraf voor de duur van 120 uur gevorderd.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht rekening te houden met artikel 63 Sr. Verder heeft de raadsman verzocht aan verdachte voor het onder parketnummer 08/279953-22 onder 1 subsidiair, 2 en 3 tenlastegelegde een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van één maand, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich, samen met anderen, schuldig gemaakt aan oplichtingen via WhatsApp (‘vriend-in-nood-fraude’) waarvan oudere mensen het slachtoffer zijn geworden. Verdachte en zijn mededaders hebben zich daarbij uitgegeven als zoon of dochter van aangeefster. Ook hebben verdachte en zijn mededaders zich uitgegeven als medewerker van een bank (helpdesk-fraude). Verdachte en zijn mededaders hebben op zeer geraffineerde wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen dat hij en zijn mededaders in die hoedanigheid van de slachtoffers wisten te winnen. Met een listig verhaal hebben verdachte en zijn mededaders de slachtoffers daarbij bewogen tot het overmaken van een geldbedrag. Verdachte en zijn mededaders hebben vervolgens het geld dat zij met de oplichting hebben verdiend witgewassen. Dit zijn op zichzelf reeds ernstige feiten, die naast financiële schade vaak veel overlast en gevoelens van onmacht bij de gedupeerden teweeg brengen. Daarbij komt dat verdachte bij het plegen van deze feiten kennelijk doelbewust, stelselmatig, en op doordachte wijze ouderen, behorend tot een bijzonder kwetsbare doelgroep, als slachtoffer heeft uitgekozen. Verdachte heeft hierbij slechts uit eigen financieel gewin gehandeld, zonder zich te bekommeren om de uitwerking van zijn handelen op – juist – deze slachtoffers. Door het handelen van verdachte en zijn mededaders is het vertrouwen van de slachtoffers in de medemens, van wie ouderen in toenemende mate afhankelijk zijn, in ernstige mate geschaad. De rechtbank rekent dit alles verdachte zeer aan.
Persoon van de verdachte
Verdachte is blijkens een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 27 maart 2023 eerder voor soortgelijke feiten veroordeeld. Verder blijkt dat verdachte na het plegen van de onderhavige feiten reeds onherroepelijk is veroordeeld, hetgeen betekent dat artikel 63 Sr van toepassing is.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op de reclasseringsrapporten van 27 december 2022 en 26 mei 2023. Daaruit blijkt het volgende. Verdachte heeft een benedengemiddeld IQ. Cognitief gezien zou hij in staat moeten zijn om oorzaak en gevolg te kunnen overzien maar verdachte handelt impulsief. Ondanks de opgedane vaardigheden tijdens de leefstijl- en CoVa training is het voor verdachte moeizaam gebleken om zich blijvend te distantiëren van een negatief sociaal netwerk. Tijdens het schorsingstoezicht maakt verdachte kenbaar niet open te staan voor een langdurig reclasseringstraject. Verdachte leek zijn leven weer een goede invulling te geven. Echter blijft hij de spanningen van het criminele leven in combinatie met ‘snel geld maken’ nog te aantrekkelijk vinden om hier definitief uit te stappen.
De reclassering ziet (in tegenstelling tot het rapport van 27 december 2022) geen mogelijkheden om te werken aan gedragsverandering wat de kans op recidive zou doen afnemen, vanwege het niet openstaan van verdachte voor een langdurig reclasseringscontact. De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden.
De straf
Gezien de ernst van de feiten kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank rekening gehouden met straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, de persoonlijke omstandigheden van verdachte, het gegeven dat verdachte eerder voor soortgelijke strafbaar feiten is veroordeeld, het aantal oplichtingszaken dat bewezen is verklaard en de bedragen die daarmee zijn gemoeid.
Alles afwegende legt de rechtbank verdachte een gevangenisstraf op van 304 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Aan het voorwaardelijk strafdeel verbindt de rechtbank als bijzondere voorwaarde een meldplicht bij de reclassering.
Verdachte vindt het moeilijk om zich te blijven distantiëren van een negatief sociaal netwerk. De rechtbank is van oordeel dat een meldplicht bij de reclassering het risico op recidive kan verminderen. Daarnaast legt de rechtbank verdachte een taakstraf op voor de duur van 120 uren.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde telefoons moet worden verbeurdverklaard, omdat het voorwerpen betreffen met betrekking tot welke de feiten zijn begaan.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
[slachtoffer 8] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. [slachtoffer 8] vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 4.256,13, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de afschrijving van de bankrekening als gevolg van oplichting.
[slachtoffer 6] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. [slachtoffer 6] vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 833,95, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de afschrijving van de bankrekening als gevolg van oplichting minus de vergoeding door de verzekering.
[slachtoffer 4] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. [slachtoffer 4] vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 2.320,56, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de afschrijving van de bankrekening als gevolg van oplichting minus de vergoeding door de verzekering.
[slachtoffer 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. [slachtoffer 2] vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 1.132,46, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de afschrijving van de bankrekening als gevolg van oplichting.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van [slachtoffer 4] niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat verdachte ter zake van dit feit dient te worden vrijgesproken. De vorderingen van [slachtoffer 8] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 2] kunnen in het geheel hoofdelijk worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vorderingen van [slachtoffer 8] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 6] niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard nu de raadsman vrijspraak heeft bepleit. Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat de vorderingen van [slachtoffer 8] en [slachtoffer 6] niet-ontvankelijk moeten worden verklaard nu deze onvoldoende zijn onderbouwd. Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 2] heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat deze moet worden afgewezen dan wel niet-ontvankelijk moet worden verklaard nu de vordering niet is vertaald in het Nederlands.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
[slachtoffer 4]
De vordering van [slachtoffer 4] heeft betrekking op het onder parketnummer 05/075505-23 onder 1 ten laste gelegde. Omdat verdachte wordt vrijgesproken van de oplichting van [slachtoffer 4] , zal de rechtbank de benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, Sv niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
[slachtoffer 2]
De vordering van [slachtoffer 2] heeft betrekking op het onder parketnummer 08/279953-22 onder 2 ten laste gelegde. De gestelde vordering is niet vertaald vanuit het Duits naar het Nederlands.
Vertaling van de vordering acht de rechtbank in dit stadium van de procedure een onevenredige belasting van het strafproces. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
[slachtoffer 8] en [slachtoffer 6]
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan [slachtoffer 8] en [slachtoffer 6] .
De vordering van [slachtoffer 8] heeft betrekking op het onder parketnummer 05/075505-23 onder 1 ten laste gelegde. De rechtbank zal de vordering in het geheel toewijzen tot het gevorderde bedrag van € 4.256,13, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. De gevorderde schade is niet betwist en voldoende aannemelijk.
De vordering van [slachtoffer 6] heeft betrekking op het onder parketnummer 05/075505-23 onder 1 ten laste gelegde. De rechtbank zal de vordering in het geheel toewijzen tot het gevorderde bedrag van € 833,95, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. De gevorderde schade is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk.
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partijen voor het hele bedrag aansprakelijk is.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partijen [slachtoffer 8] en [slachtoffer 6] naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.
De rechtbank stelt vast dat verdachte jegens [slachtoffer 2] naar civielrechtelijke criteria aansprakelijk is voor de schade die hij onder parketnummer 08/279953-22 onder 2 bewezenverklaarde heeft veroorzaakt. Dat de rechtbank de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk verklaart, staat er niet aan in de weg dat de rechtbank verdachte ter vergoeding van de veroorzaakte schade en dus tot herstel van de rechtmatige toestand, de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Sr oplegt. De rechtbank acht oplegging van die maatregel passend en zal die opleggen voor een bedrag van € 1.132,46, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 57 en 60a Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 05/075505-23 onder 1 en 2 en het onder parketnummer 08/279953-22 onder 1 primair, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 08/279953-22 onder 2 en parketnummer 05/075505-23 onder 1
het misdrijf: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
parketnummer 08/279953-22 onder 3 en parketnummer 05/075505-23 onder 2
het misdrijf: medeplegen van eenvoudig witwassen, meermalen gepleegd;
parketnummer 08/279953-22 onder 1 primair
het misdrijf: medeplegen van oplichting;
parketnummer 08/279953-22 onder 4
het misdrijf: medeplegen van eenvoudig witwassen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 05/075505-23 onder 1 en 2 en het onder parketnummer 08/279953-22 onder 1 primair, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
304 (driehonderdvier) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
180 (honderdtachtig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardedat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Tactus Verslavingszorg, Raiffeisenstraat 75 te
Enschede op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen;
schadevergoedingen
[slachtoffer 4]
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 4] (parketnummer 05/075505-23 onder 1) in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
[slachtoffer 8]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8] (parketnummer 05/075505-23 onder 1) toe;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 8] van een bedrag van € 4.256,13, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 maart 2022 met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit en tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 4.256,13, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 maart 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 52 dagen kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
[slachtoffer 6]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6] (parketnummer
05/075505-23 onder 1) toe;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 6] van een bedrag van € 833,95, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 november 2021 met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit en tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 833,95, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 november 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 16 dagen kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
[slachtoffer 2]
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 2] (parketnummer 08/279953-22 onder 2) in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde onder parketnummer 08/279953-22 onder 2 ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 2] tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.132,46, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 juni 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 21 dagen kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart verbeurd de in beslag genomen voorwerpen, te weten de op de beslaglijst genoemde voorwerpen onder de nummers 1 tot en met 4;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M.B. Soppe, voorzitter, mr. E.J.M. Bos en mr. A.J. de Loor, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Greven-Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 22 juni 2023.
Buiten staat
Mr. L.M.B. Soppe en mr. A.J. de Loor zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2022048763 (onderzoek Balk) van 26 januari 2023. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Ten aanzien van parketnummer 05/075505-23 onder 1 en 2
Zaak [slachtoffer 8]
1. het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] van 30 maart 2022 met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 539-547:
Op 27 maart 2022 ontving ik een Whatsapp-bericht van [telefoonnummer 1] . Ik las het bericht en dat bleek van mijn zoon te zijn. De telefoon van mijn zoon was gecrasht. Mijn zoon zat met een betaling omhoog welke betaald moest worden. Hij vroeg mij een betaling te doen. Hij vroeg mij een bedrag over te maken van € 4.256,13 (rechtbank begrijpt € 4.265,13) ten name van [betrokkene 1] op [rekeningnummer 5] . Dit lukte niet. Vervolgens heeft hij mij een ING betaalverzoek gestuurd. Vervolgens is het bedrag afgeschreven van mijn rekeningnummer [rekeningnummer 6] .
[Afbeelding]
2. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 22 december 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 497-502:
Op 12 december 2022 deed ik onderzoek naar de data van de in beslag genomen Iphone 12 van [verdachte] .
#3: Zichtbaar zijn een viertal bankpasjes waarvan 1 niet leesbaar is en de andere
drie op naam staan van [betrokkene 1] en van de Rabobank, ABN AMRO en ING Bank zijn, aangemaakt in de telefoon op 21 maart 2022 om 15:51 uur.
#7: Zichtbaar is de layout van de applicatie SNAPCHAT en een gesprek met het account [accountnaam 3] . Zoals eerder door mij bevonden is dit het account van verdachte [medeverdachte 1] . Aangemaakt op 22 maart 2022 om 22:30 uur.
#8: Dezelfde layout is zichtbaar en hetzelfde account van [medeverdachte 1] . Onderin beeld is de bitmoji van [accountnaam 1] zichtbaar, het snapchat account van verdachte [verdachte] . Dit screenshot is aangemaakt op 22 maart 2022 om 22:54 uur.
[Afbeelding]
[Afbeelding]
3. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 5 december 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 465-473 476,:
Op 30 november 2022 deed ik onderzoek in de data van de onder verdachte
[verdachte] in beslag genomen Iphone 12.
Zaak 1: Onder afbeelding 6 is de ID kaart zichtbaar van geldezel [betrokkene 1] en onder 36
de bankpas van de bankrekening welke gebruikt is bij deze oplichting.
[Afbeelding]
[Afbeelding]
4. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 6 april 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 73-78:
Op 5 april 2022 deed ik onderzoek naar de data van de onder verdachte [medeverdachte 1] in beslag genomen Samsung J4+.
Ik zag dat er op 27 maart 2022 een gesprek plaats vond middels de applicatie
WhatssApp tussen het telefoonnummer van de gebruiker van het toestel en [nummer 1] . Ik zag dat de middels de bekende werkwijze deze [naam] werd opgelicht en kennelijk in de veronderstelling was dat haar zoon een nieuw telefoonnummer had.
5. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 6 april 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 88-89:
Op 5 april 2022 deed ik onderzoek naar de data van de onder verdachte [medeverdachte 1] in beslag genomen Samsung J4+.
Te zien is dat op 27 maart 2022 een betaalverzoek wordt gestuurd naar de gebruiker van de telefoon. Te zien is dat dit een doorgestuurd betaalverzoek is vanaf een ING bank rekening. Het bedrag wat gevraagd wordt betreft € 4.265,13.
6. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] van 4 april 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 54-55, 58:
Op 29 maart 2022 was ik verbalisant [verbalisant 2] betrokken bij de aanhouding van verdachte [medeverdachte 1] . Ik zag dat er twee betaalpassen op naam van [betrokkene 1] in de tas zaten.
[Afbeelding]
Zaak [slachtoffer 7]
7. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7] van 24 maart 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 553-557:
Ik werd benaderd via WhatsApp door het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . De persoon sprak mij aan met "Hoi mam", zo spreekt mijn dochter mij ook aan. Mijn dochter kon niet op haar internetbankieren. Zij moest een betaling voldoen, dat was een betaling voor het huis. Doordat haar telefoon zou zijn gecrasht kon zij niet op haar mobiel bankieren. Zij had het al op haar spaarrekening staan en kon het geld zo overmaken. Dit zou gaan over een betaling voor haar huis. Ik deed de betaling 22 maart 2022. Het bankrekeningnummer waar ik het geld naar overgemaakt had is [rekeningnummer 2] . Dit rekeningnummer stond op naam van [betrokkene 1] . Het gaat om 4.277,12 euro.
8. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 22 december 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 497-502:
Op 12 december 2022 deed ik onderzoek naar de data van de in beslag genomen Iphone 12 van [verdachte] . De onderstreepte en dikgedrukte nummers hebben opgeslagen
metadata en zijn derhalve vermoedelijk met de telefoon van verdachte [verdachte] gemaakt.
#1: Zichtbaar is een ABN AMRO pas op naam van [betrokkene 1] . In de data van de telefoon is zichtbaar dat dit screenshot is aangemaakt op 23 maart 2022 om 22:32 uur.
#4: Ingelogde telebankieren van [betrokkene 1] . Zichtbaar is dat het geld van aangever
[slachtoffer 7] uit zaak 2 gestort is. Screenshot aangemaakt op 22 maart 2022 om 23:53 uur.
#6: Idem, aangemaakt om 23:56 uur
#9: De ingelogde telebankieren omgeving van de Rabo rekening van geldezel [betrokkene 1]
welke gebruikt is bij zaak 2 is zichtbaar. Dit screenshot is aangemaakt op 23 maart
2022 om 00:29 uur.
#14: Screenshot van een bankpas van geldezel [betrokkene 1] welke gebruikt is bij zaak 2,
aangemaakt op 21 maart 2022 om 13:51 uur.
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
9. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 9 juni 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 204, :
Op 23 mei 2022 deed ik onderzoek naar de data van de onder [medeverdachte 1] in beslag genomen iPhone X.
Betreft een screenshot van een ingelogde telebankieren omgeving van de Rabobank waarop te zien is dat er 4277,12 euro is overgeboekt door [slachtoffer 7] .
[Afbeelding]
Zaak [slachtoffer 6]
10. het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] van 25 november 2021 met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 567-569:
Ik kreeg een berichtje van het nummer [telefoonnummer 3] . Ik dacht dat dit mijn dochter was dus ik ging erop in. Gedurende het gesprek gaf diegene aan dat ze door de toestelwissel niet in haar mobiel bankieren app kon en dat ze een rekening moest betalen die dag dus dat ze mijn hulp hierbij nodig had. Ze gaf aan dat ze het meteen terug zou betalen als ze weer in haar bankieren app kon. Omdat ik dit begreep en me kon voorstellen dat dat zo was heb ik gevraagd hoeveel. Ik heb op 22 november 2021 een betaling van € 1.000,-- gedaan naar bankrekeningnummer [rekeningnummer 7] ten name van [betrokkene 2] .
11. het proces-verbaal van aangifte van [betrokkene 2] van 29 november 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 570-5749:
Op 21 november 2021 werd ik op de Bosweg aangesproken door [medeverdachte 3] . [medeverdachte 3] zei: “Ik moet je pinpas hebben”. Er kwam nog een jongen aanlopen. Het was een Negroïde jongen, hij droeg een enkelband en ik hoorde zijn naam, namelijk [medeverdachte 2] . Ik was zo bang, omdat ze bleven dreigen. Ik heb toen aan de [medeverdachte 3] mijn ABN-AMRO bankpas gegeven. Op 22 november 2021 werd ik opgehaald en heb ik bij de Albert Heijn voor € 178,-- moeten pinnen. Ook [medeverdachte 3] heeft met mijn pas geld gepind € 650,--.
12. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] van 15 juni 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 839-843:
Op 14 februari 2022 heb ik de bevraagde gegevens van [betrokkene 2] van de bank ontvangen en nader onderzocht. Hieruit kan het volgende worden vastgesteld:
- op 22-11-2021 om 18.24 uur een bedrag van 1.000,00 euro op de rekening wordt gestort, afkomstig van [rekeningnummer 8] op naam van [slachtoffer 10] en [slachtoffer 6] .
- op 22-11-2021 om 18.31 uur wordt er een bedrag van 650.00 euro is gepind aan de Uitslagsweg 9 in [woonplaats] met pasnummer [nummer 2] .
- op 22-11-2021 om 18.43 uur een bedrag van 178,00 euro bij Albert Heijn Bijen is gepind met pasnummer [nummer 2] . Deze supermarkt is gevestigd aan de Uitslagsweg in [woonplaats] .
13. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] van 15 juni 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 851-867:
Ik zag op deze screens dat de enkelband van [medeverdachte 2] op 21 november 2021 om 15.04 uur de Bosweg in Enschede uitstraalde.
14. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 22 december 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 497-502:
Op 12 december 2022 deed ik onderzoek naar de data van de in beslag genomen Iphone 12 van [verdachte] . De onderstreepte en dikgedrukte nummers hebben opgeslagen
metadata en zijn derhalve vermoedelijk met de telefoon van verdachte [verdachte] gemaakt.
#17: Zichtbaar is een screenshot van een video chat tussen verdachten [verdachte] en
[medeverdachte 2] . Dit screenshot is aangemaakt op 21 november 2021 om 15:20 uur.
#18: Screenshot waarop de ABN AMRO bankpas van geldezel [betrokkene 2] , welke gebruikt is bij zaken 4 en 5, zichtbaar is.
#19:Betreft een screenshot waarop de ingelogde telebankieren omgeving van geldezel [betrokkene 2] zichtbaar is. Dit screenshot is aangemaakt op 22 november 2021 om 16:55 uur.
15. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 8 juni 2023, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte:
Ik maak gebruik van het account van [accountnaam 1] . Ik ken de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Ik was in de tenlastegelegde periode een soort regelaar voor de geldezels.
Op mijn telefoon heb ik screenshots van bankpassen en ingelogde telebankieren omgevingen staan.
Ten aanzien van parketnummer 08/279953-22 onder 1 primair en 4
16. Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 30 juni 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 594-601:
Op 29 juni 2022 werd ik gebeld. Ik hoorde een mannenstem die zei dat hij van de afdeling fraude was en dat er meerdere keren geprobeerd was om grote geld bedragen weg te halen. Om het probleem te kunnen oplossen zei [alias] dat ik een app moest downloaden. [alias] zei dat ik Any Desk moest installeren. Nadat het Any Desk geïnstalleerde was moest ik inloggen op mijn mobiel bankieren. [alias] zei dat ik mijn geld moest gaan veiligstellen van mijn rekening naar een beveiligde rekening. Dit bankrekening nummer betrof: [rekeningnummer 4] , op naam van [betrokkene 3] . Het bedrag wat ik overmaakte op advies van [alias] betrof € 4.712,34.
17. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 22 december 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 465-473:
Op 30 november 2022 deed ik onderzoek in de data van de onder verdachte
[verdachte] in beslag genomen Iphone 12.
In de data van de telefoon trof ik een viertal e-mail berichten aan waarin de term
Anydesk voorkwam. Deze applicatie wordt gebruikt bij de zogenaamde
Bankhelpdeskfraude. Het betroffen uitgeschreven scripts om bankhelpdeskfraude te plegen.
18. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 22 december 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 497-499, 504:
Op 12 december 2022 deed ik onderzoek in de data van de in beslag genomen iPhone 12 van verdachte [verdachte] .
#20: Screenshot van een gesprek waar ik de layout van Snapchat herken. Er zijn geen
profielnamen zichtbaar, deze is onleesbaar gemaakt. Te lezen valt dat iemand de
gegevens van de vis stuurt. Het is mij ambtshalve bekend dat de term vis gebruikt
wordt voor slachtoffers van oplichting. Ik las in de tekst het volgende:
[slachtoffer 1]
[adres]
is zijn adres
[geboortedatum 2] -77.
#22: Screenshot van een ingelogde telebankieren omgeving van geldezel [betrokkene 3] .
#24: Screenshot waarop een ingelogde telebankieren omgeving te zien waarbij een
betaling afgekeurd is vanaf de rekening van aangever [slachtoffer 1] , en de beoogde
bankrekening van geldezel [betrokkene 3] is zichtbaar.
[Afbeelding]
[Afbeelding]
19. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] van 1 augustus 2022, met bijlage, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina’s 404-408, 410:
Op 30 juli 2022 deed ik onderzoek in de data van de in beslag genomen iPhone
6S van verdachte [medeverdachte 2] .
Ik zag dat er in de data van genoemde telefoon een gesprek middels de applicatie Snapchat stond tussen de gebruiker van de telefoon met het account [accountnaam 2] en [accountnaam 1] . Het was door mij reeds bevonden dat [accountnaam 1] in gebruik was bij [verdachte] .
Op genoemde afbeelding is een bankpas te zien op naam van [betrokkene 3] met bankrekening [rekeningnummer 4] . Op 27 juni 2022 werd deze bankpas door [verdachte] naar [medeverdachte 2] gestuurd.
20. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 8 juni 2023, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte:
Ik heb wel een vinger in de pap gehad bij de oplichting van [slachtoffer 1] op 29 november 2022. [medeverdachte 2] kwam bij mij met de gegevens van [slachtoffer 1] .
Ten aanzien van parketnummer 08/279953-22 onder 2 en 3
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 28 maart 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 28 juni 2022, met bijlage, pagina’s 602-610;
het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 28 juni 2022, met bijlage, pagina’s 611-621.