Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De procesafspraken
4.De voorvragen
- het proces-verbaal van bevindingen (bankrekeningen op Cyprus – [verdachte] ) van 11 juni 2019 (AMB-088);
- het proces-verbaal van bevindingen (uitvoeringsstukken RHV Zwitserland) van 28 oktober 2019 (AMB-102);
- het proces-verbaal van bevindingen (buitenlandse constructie [medeverdachte 3] – [verdachte] ) van 5 oktober 2020 (AMB-105);
- een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een bankafschrift van [bedrijf 6] Ltd van 7 juni 2014 (DOC-255);
- een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten ‘IBU Customer Economic/Business Profile’ van de Bank of Cyprus inzake [bedrijf 6] Limited (DOC-384);
- een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een bankafschrift van [bedrijf 7] Limited van 5 november 2009 (DOC-530);
- een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een leenovereenkomst tussen [verdachte] en [bedrijf 7] Limited (DOC-533a);
- een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een trustakte tussen [verdachte] en [bedrijf 8] Limited (DOC-534);
- een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een bankafschrift van [bedrijf 7] Limited van 3 december 2015 (DOC-539);
- een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een bankafschrift van [bedrijf 8] Limited van 24 september 2015 (DOC-460).
- de aangiften inkomstenbelasting ten name van [verdachte] over de jaren 2007 tot en met 2017 (DOC-589 t/m DOC-598);
- de ambtsedige verklaring inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen ten behoeve van [verdachte] over de jaren 2007 en 2008 van 27 november 2019 (DOC-696);
- de ambtsedige verklaring inkomstenbelasting ten behoeve van [verdachte] over de jaren 2009 t/m 2017 van 26 juni 2019 (DOC-581);
- een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten ‘Nadeelberekening [verdachte] ’ van 24 juni 2020 (DOC-733);
- het (overzichts)proces-verbaal belastingfraude [verdachte] van 5 oktober 2020 (4-PV), pag. 310 tot en met 320.
- het proces-verbaal van aangifte van ABN AMRO Bank N.V. 2 juli 2018 (AG-001);
- het proces-verbaal van onderzoeksbevindingen mailverkeer over start bedrijven (2-PV), pag. 199 en 200;
- het proces-verbaal van bevindingen ( [bedrijf 2] ) van 26 oktober 2018 (AMB-073);
- een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten ‘Opdracht tot inkoop van RFID-pashouders’ van de ABN-AMRO Bank N.V. aan [bedrijf 2] (DOC-175);
- een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een factuur van 21 januari 2016 van NVI aan [bedrijf 1] B.V. inzake bankpashouders (DOC-181);
- een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een factuur van 30 januari 2016 van [bedrijf 1] B.V. aan [bedrijf 2] (DOC-172);
- een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een factuur van 15 november 2013 van [bedrijf 2] aan ABN AMRO Bank N.V. (DOC-513);
- een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] van 4 juni 2019 (V-008-04);
- een proces-verbaal van verhoor van verhoor getuige [getuige] van 10 april 2019 (G-013-01);
- een proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] van 17 april 2019 (V-007-04).
- het proces-verbaal van aanvullende aangifte van ABN AMRO Bank N.V. van 13 januari 2020 (AG-002);
- het proces-verbaal van bevindingen (mogelijke prijsopslagen JSI-LH- [medeverdachte 3] - [verdachte] ) van 3 mei 2018 (AMB-089);
- het proces-verbaal van bevindingen (bankrekeningen Cyprus [medeverdachte 3] ) van 5 oktober 2020 (AMB-106);
- het proces-verbaal van bevindingen (aanvullend PV prijsopslag) van 5 oktober 2020 (AMB-108);
- een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een e-mailbericht van [verdachte] aan [medeverdachte 3] met 'goede bedragen berekenen' van 6 mei 2017 (DOC-196);
- een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5° Sv, te weten een e-mail van [e-mailadres 1] naar [e-mailadres 2] met een excel-bestand (breakdown.LH.xlsx) van 9-12-2013 (DOC-245);
- een proces-verbaal van verhoor getuige [medeverdachte 3] bij de rechter-commissaris van de rechtbank Overijssel van 25 oktober 2022.
6.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
7.De strafbaarheid van verdachte
8.De op te leggen straf of maatregel
9.De schade van benadeelde
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte:
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
.ter zake het onder 4 bewezenverklaarde toe tot een bedrag van € 316.000,00 (driehonderdzestienduizend euro), bestaande uit materiële schade;
ABN AMRO Bank N.V.(feit 4): van een bedrag van
€ 316.000,00(zegge: driehonderdzestienduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 juni 2023;