ECLI:NL:RBOVE:2023:2252

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 juni 2023
Publicatiedatum
16 juni 2023
Zaaknummer
08.301727.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 21-jarige man voor meerdere inbraken in vereniging met gevangenisstraf en taakstraf

Op 16 juni 2023 heeft de Rechtbank Overijssel een 21-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 192 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, voor het plegen van meerdere inbraken in vereniging. Daarnaast is hem een taakstraf van 180 uur opgelegd. De zaak kwam aan het licht na inbraken op 18 november 2022 in Hengelo, waarbij de verdachte samen met anderen goederen heeft gestolen uit verschillende woningen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij hij zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de aangiftes van de slachtoffers in overweging genomen, evenals het bewijs dat is verzameld tijdens het onderzoek. De verdachte heeft bekend betrokken te zijn geweest bij de inbraak aan [adres 2] en heeft verklaard op de uitkijk te hebben gestaan bij de inbraak aan [adres 3]. De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldoende bewijs is voor de betrokkenheid van de verdachte bij de inbraken, maar heeft hem vrijgesproken van de inbraak bij [adres 4] wegens onvoldoende bewijs. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn strafblad en de impact van de inbraken op de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.301727.22 (P)
Datum vonnis: 16 juni 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2002 in [geboorteplaats 1] ,
wonende aan [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 26 mei 2023 en 9 juni 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. K.J.L. de Valk en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. E.D. van Elst, advocaat in Veenendaal, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 26 mei 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte al dan niet samen met een ander heeft ingebroken en goederen heeft gestolen uit woningen aan [adres 2] , [adres 3] en [adres 4] , dan wel medeplichtig is geweest aan het inbreken en stelen van goederen uit de woning aan [adres 3] en [adres 4] , dan wel al dan niet samen met een ander goederen heeft geheeld.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 18 november 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een woning(gelegen aan [adres 2] )
-ongeveer € 250,- contant geld en/of
-meerdere, althans een fles(sen) met sterke drank en/of meerdere, althans een fles(sen) wijn en/of
-een hoeveelheid (gouden) sieraden en/of een trouwring (met inscriptie " [inscriptie] ) en/of
-enig(e) ander(e) goed(eren) van zijn/hun gading
en/of
in/uit een woning (gelegen aan [adres 3] )
-een hoeveelheid zilveren (euro)munten en/of
-ongeveer 200( tweehonderd) 0,50 eurocent munten en/of
-een of twee herkenningsmunten en/of
-enig(e) ander(e) goed(eren) van zijn/hun gading
en/of
in/uit een woning (gelegen aan [adres 4] )
-een gele fles met Palmoliveshampoo en/of
-enig(e) ander(e) goed(eren) van zijn/hun gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan (respectievelijk) [aangever 1] en/of [aangever 2] en/of [aangever 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen voornoemd (telkens) onder zijn/hun bereik heeft/hebben
gebracht door middel van braak, verbreking, en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 18 november 2022 te Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen in/uit een woning (gelegen aan [adres 3] )
-een hoeveelheid zilveren (euro)munten en/of
-ongeveer 200 (tweehonderd) 0,50 eurocent munten en/of
-een of twee herkenningsmunten en/of
-enig(e) ander(e) goed(eren) van zijn/hun gading
en/of
in/uit een woning (gelegen aan [adres 4] )
-een gele fles met Palmoliveshampoo en/of
-enig(e) ander(e) goed(eren) van zijn/hun gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 2] en/of [aangever 3] , in elk geval aan een ander dan aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op/in of omstreeks 18 november 2022 te Hengelo (O) opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, immers heeft hij -verdachte- toen en daar op de uitkijk gestaan;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 18 november 2022 te Stroe, gemeente Barneveld(Rijksweg A1 ter hoogte van hectometerpaal 67.0), tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal
-een grote hoeveelheid 0,50 eurocent munten(t.w.v. ongeveer € 100,--)
en/of
-(in totaal) 8 zilveren 10 euro muntstukken althans een of meer goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist(en), althans redelijkerwijs hadden moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
3. De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair aan verdachte ten laste gelegde feit wettig en overtuigend kan worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich gerefereerd ten aanzien van het primair ten laste gelegde feit met betrekking tot [adres 2] .
De raadsvrouw heeft zich verder op het standpunt gesteld dat ten aanzien van het adres [adres 3] sprake is van medeplichtigheid, zoals subsidiair ten laste is gelegd.
Ten aanzien van het adres [adres 4] heeft de raadsvrouw vrijspraak bepleit en daartoe aangevoerd dat er onvoldoende overtuigend bewijs is dat verdachte dit onderdeel van het primair ten laste gelegde feit dan wel het subsidiair of meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Vaststelling van feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen de navolgende feiten en omstandigheden vast.
Op 18 november 2022 heeft [aangever 1] (hierna [aangever 1] ) aangifte gedaan van een woningbraak gepleegd aan [adres 2] in Hengelo. Deze inbraak moet die dag hebben plaatsgevonden tussen 16:20 uur en 18:30 uur. Een raam op de eerste verdieping was ontzet, er waren afdrukken van gereedschap in het kozijn en schoenafdrukken op de vloerbedekking onder het raam zichtbaar. Er is ongeveer € 250,00 aan contant geld (onder andere ongeveer € 50,00 aan zogenaamde twee euro munten), flessen wijn en sterke drank, gouden sieraden, waaronder een trouwring met de inscriptie “
[inscriptie] ”en zilveren munten weggenomen.
De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld waaruit naar voren is gekomen dat een buurtbewoner op 18 november 2022 om 17:15 uur een lamp aan zag gaan door een bewegingssensor die gericht is op [adres 2] en dat een andere buurtbewoner omstreeks 18:05 uur bij [adres 5] drie buitenlandse jongens zag lopen, waarvan één mogelijk negroïde.
Ook [aangever 2] (hierna: [aangever 2] ) heeft aangifte gedaan van een woninginbraak gepleegd aan [adres 3] in Hengelo. Deze inbraak vond plaats tussen 17 november 2022 omstreeks 07:15 uur en 18 november 2022 omstreeks 22:45 uur. Een raam stond open, er was schade aan het kozijn en de hendel van het raam lag op de grond. Verschillende lades en deurtjes van kasten stonden open en waren doorzocht. Er waren zilveren munten en ongeveer 200 muntstukken van 50 eurocent weggenomen.
Op camerabeelden is te zien dat om 18:39 uur drie personen naar de woning aan [adres 3] lopen. Aan de zijkant van de woning bevindt zich een raam. Op de beelden is te zien dat het raam meermalen beweegt, dat dit raam wordt opengeklapt en dat er een silhouet door het raam naar binnengaat. Even later gaat er op de bovenverdieping van de woning een lamp aan. Een andere persoon blijft buiten staan. Als de silhouet weer door het raam naar buiten komt, lopen drie personen met versnelde pas weg bij de woning.
Tot slot heeft [aangever 3] aangifte gedaan van een woninginbraak gepleegd aan [adres 4] in Hengelo, gepleegd tussen 15:00 uur op 18 november 2022 en 01:47 uur op 19 november 2022. Drie kamers waren doorzocht. Het raam was ontzet en er waren sporen van het hout zichtbaar op de grond. Ook was er een schoenafdruk op het bed zichtbaar. Daarnaast waren er schoensporen zichtbaar in de tuin onder het opengebroken raam.
Op 18 november 2022 omstreeks 22:00 uur kregen verbalisanten een ANPR hit op een auto rijdende ter hoogte van Apeldoorn richting Amersfoort. De aanduiding bij de ANPR hit was dat de auto mogelijk zou worden gebruikt door woninginbrekers. De verbalisanten wilden de auto controleren en zij zagen dat de persoon op de bijrijdersstoel voorin handelingen verrichtte die erop leken alsof hij spullen bij zijn geslachtsdeel aan het wegstoppen was. [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) bleek de bestuurder van de auto. [verdachte] (hierna: [verdachte] ) bleek op de bijrijdersstoel voorin te zitten en [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) zat achterin de auto. Na een identiteitsfouillering van [medeverdachte 2] bleek hij € 620,00 aan contant geld bij zich te hebben. [medeverdachte 1] had in zijn jaszak een paar handschoenen, twee zilveren munten en € 95,00 aan contant geld. Bij [verdachte] werden meerdere goederen bij zijn liesstreek aangetroffen waaronder: een paar handschoenen, twee bivakmutsen, meerdere goudkleurige sieraden, een trouwring met onder andere de inscriptie
“ [inscriptie] ”,zes zilveren munten en € 130,00 aan contant geld. In de auto werden twee zilveren munten aangetroffen, een diamantje en in totaal € 182,90 euro aan muntgeld waarvan 199 munten van 50 eurocent en 35 zogenaamde 2 euro munten.
Onderzoek wees uit dat de auto waarin [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] werden aangehouden, om 16:53 uur voorbij Azelo richting het oosten is gereden en om 21:23 uur weer voorbij Azelo terug is gereden. De woninginbraken aan [adres 2] en [adres 3] in Hengelo vonden plaats binnen deze tijdsperiode.
[aangever 1] herkent de onder de verdachten inbeslaggenomen, aan [adres 2] weggenomen, munten en sieraden als haar eigendom, waaronder een gegraveerde ring.
4.3.2
Overwegingen en conclusies
Ten aanzien van [adres 4]
Onderzoek wijst uit dat de schoensporen in de tuin zijn veroorzaakt met een schoen die soortgelijk is aan de schoenen die onder [medeverdachte 1] en [verdachte] in beslag zijn genomen, maar niet kon worden vastgesteld dat de sporen daadwerkelijk zijn veroorzaakt door de schoenen van [medeverdachte 1] en [verdachte] vanwege het ontbreken van specifieke kenmerken. Naast dit bewijsmiddel is er enkel de aangifte. Dat is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om tot wettig en overtuigend bewijs te komen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de inbraak bij de woning aan de [adres 4] op 18 november 2022. De rechtbank zal verdachte dan ook van dat onderdeel van het onder 1 primair ten laste gelegde partieel vrijspreken.
Ten aanzien van [adres 2] en [adres 3]
Verdachte heeft bekend bij de woning aan [adres 2] goederen te hebben weggenomen. Ook heeft hij verklaard dat hij bij de woning aan [adres 3] op de uitkijk heeft gestaan. Verdachte heeft niets over eventuele medeverdachten willen verklaren.
De rechtbank ziet zich nog voor de vraag gesteld of sprake is van medeplegen en zij overweegt daaromtrent als volgt.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard, indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Daarbij moet de van medeplegen verdachte persoon aan de totstandkoming van het delict een wezenlijke bijdrage hebben geleverd, waaruit blijkt van opzet op zowel de samenwerking als het plegen van het strafbare feit. Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Uit de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen leidt de rechtbank het volgende af. Bij [adres 2] zijn in de tijdspanne dat de inbraak gepleegd moet zijn, drie buitenlands uitziende jongens gezien, waarvan één mogelijk negroïde. [medeverdachte 2] , die samen met [medeverdachte 1] en [verdachte] in de auto is aangetroffen met gestolen goederen uit de woningen aan [adres 2] en [adres 3] , is negroïde. [verdachte] heeft bekend uit de woning aan [adres 2] goederen te hebben gestolen. Bovendien kan op basis van camerabeelden in combinatie met de bekennende verklaring van [verdachte] afgeleid worden dat [verdachte] samen met twee andere personen naar [adres 3] is gelopen, dat de drie personen zich bij het raam bewogen, dat ten minste één van hen bij de woning door het raam naar binnen is gegaan en dat één van hen op de uitkijk bleef staan. [verdachte] heeft bekend dat hij de persoon is geweest die bij een inbraak op de uitkijk bleef staan. Nadat een persoon weer door het raam naar buiten kwam, liepen de drie personen gezamenlijk met een versnelde pas bij de woning vandaan, zoals te zien is op de camerabeelden. [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] werden vervolgens een paar uur later gezamenlijk staande gehouden en de gestolen goederen uit de woningen aan [adres 2] en [adres 3] werden bij [verdachte] , bij [medeverdachte 1] en in de auto aangetroffen. Tenslotte is duidelijk geworden dat [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] elkaar kennen, onder meer nu zij ook twee dagen eerder samen in een auto staande zijn gehouden.
Uit de wijze waarop de beide inbraken hebben plaatsgevonden en het aantreffen van verdachten samen in een auto met de buit kan worden afgeleid dat er sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking tussen [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] . De rechtbank acht op grond van de hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden en de (deels) bekennende verklaring van verdachte dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de woninginbraken aan [adres 2] en [adres 3] samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft gepleegd, zoals primair ten laste gelegd.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen en de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 18 november 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo tezamen en in vereniging met anderen, uit een woning (gelegen aan [adres 2] )
- ongeveer € 250,- contant geld en
- meerdere flessen met sterke drank en meerdere flessen wijn en
- een hoeveelheid (gouden) sieraden en een trouwring (met inscriptie “ [inscriptie] ”) en
- andere goederen van hun gading en
uit een woning (gelegen aan [adres 3] )
- een hoeveelheid zilveren munten en
- ongeveer 200 0,50 eurocent munten en
- andere goederen van hun gading,
die aan (respectievelijk) [aangever 1] en [aangever 2] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
primair
het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. De officier van justitie heeft verder gevorderd om aan het voorwaardelijke strafdeel de bijzondere voorwaarde van verplicht reclasseringscontact te verbinden.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht aan verdachte een gevangenisstraf op te leggen die gelijk is aan de duur die verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht. De raadsvrouw heeft bepleit dat aan verdachte een voorwaardelijke straf kan worden opgelegd met een lange proeftijd en onder de algemene voorwaarde. Verplicht reclasseringscontact heeft geen toegevoegde waarde en is niet geadviseerd.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere inbraken in vereniging. Verdachte heeft er bij het plegen van deze misdrijven blijk van gegeven andermans eigendomsrechten niet te respecteren, geen rekening te houden met de veiligheidsgevoelens van de slachtoffers en de impact van een inbraak op de bewoners van een huis. Verdachte heeft alleen maar aan zijn eigen financieel gewin gedacht. De rechtbank rekent dat verdachte zwaar aan.
De persoon van de verdachte
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met het strafblad van verdachte van 22 november 2022. Hieruit volgt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het “
voortgangsverslag toezicht aan opdrachtgever” van het Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering van 22 mei 2023, waaruit blijkt dat verdachte verantwoordelijkheid neemt voor het tenlastegelegde, maar niet begrijpt waarom hij ertoe is overgegaan. Hij vindt het lastig om te horen dat hij misschien beïnvloedbaar is nu hij zichzelf beschouwt als een onafhankelijke jongen, die zijn eigen beslissingen neemt. Gezien de persoonlijkheid, het positieve netwerk en de toekomstmogelijkheden van verdachte concludeert de reclassering dat een voortzetting van het reclasseringstoezicht weinig toe lijkt te voegen. Ook ziet de reclassering geen grote delict-risico’s.
De straf of maatregel
De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmaat gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Gezien de ernst van het gepleegde feit is de rechtbank van oordeel dat niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een deels onvoorwaardelijk gevangenisstraf. Verdachte heeft 102 dagen in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht en zijn voorlopige hechtenis is onder voorwaarden geschorst. De rechtbank is van oordeel dat het niet wenselijk is een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan de tijd die verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht. Wel acht de rechtbank het noodzakelijk om een forse voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen als stok achter de deur zodat verdachte niet in herhaling te valt. Bovendien vindt de rechtbank een taakstraf passend en geboden.
Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 192 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte al in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht en met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank zal verdachte daarnaast een taakstraf voor de duur van 180 uren opleggen.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat het inbeslaggenomen contante geld (€ 130,00) verbeurd moeten worden verklaard.
De raadsvrouw heeft verzocht het inbeslaggenomen contante geld aan verdachte terug te geven, nu niet is vast te stellen dat het geld van enig misdrijf afkomstig is.
De rechtbank is van oordeel dat het op de beslaglijst vermelde contante geld á € 130,00 moet worden verbeurdverklaard, omdat het contante geld een voorwerp betreft dat geheel door middel van en uit de baten van het strafbare feit is verkregen.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het primair bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
primair
het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
192 (honderdtweeënnegentig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
90 (negentig) daggen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
90 (negentig) dagen;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart verbeurd het in beslag genomen voorwerp, te weten het contante geld á € 130,00 (PL0600-2022538877-2865708);
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.C.S. Bordenga-Koppes, voorzitter, mr. A.M. Rikken en mr. C.E. Vording, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. van der Hulst, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 16 juni 2023.
Buiten staat
Mr. A.M. Rikken is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland, Districtsrecherche Twente, met nummer
PL0600-2022538877. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] van 18 november 2022 (pagina’s 96 en 97) in onderling verband en samenhang bezien met het proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever [aangever 1] van 30 november 2022 (pagina’s 108 en 109), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
(…) [adres 2] (…) Tussen 18 november 2022 om 16:20 uur (…) en (…) 18:30 uur (…)Toen ik de deur binnen ging dacht ik gelijk dat er ingebroken was. Er waren namelijk lades van een kastje (…) open en er lagen spullen op de grond die normaliter in het kastje liggen. (...) In de woonkamer en keuken waren de lades ook open en spullen eruit. De inbreker(s) zijn vermoedelijk via een raam op de eerste verdieping binnengekomen. Het raam was ontzet en er zitten afdrukken van gereedschap in het kozijn. (...) Ook stonden schoenafdrukken op de vloerbedekking onder dat raam. De gehele woning is doorzocht. Ik mis (…) contant geld, ongeveer 250 euro. Dit hebben ze uit de keukenlade, het dressoir in de woonkamer en uit een etui van de reserveautosleutel gehaald. (…) Ook hebben ze flessen wijn en sterke drank gestolen. (...) U kwam erachter dat de schuifpui niet op slot was. Ik heb deze op slot achter gelaten. (…)
U toont mij nu een paar foto's van aangetroffen goederen. (…) De Armband met 4 steentjes, waarvan 1 los, zoals getoond op foto 1, is mijn armband. Op foto 2 herken ik de ketting met roze steen als mijn eigendom. (…) De oorsteker met rode steen, zoals getoond op foto 3, is ook van mij. De broche goudkleurig met donker rode stenen, zoals getoond op foto 4, herken ik als mijn sieraad. De gouden ketting met hanger bloem, zoals getoond op foto 5, kan mogelijk bij mij zijn weggenomen. Het knopje zirkonia goudkleurig, zoals getoond op foto 6, zou ook van mij kunnen zijn. De gouden ring met inscriptie ‘ [inscriptie] ’, zoals getoond op foto 7, moet uit mijn woning zijn weggenomen. De ‘gouden ring hier en daar afgesleten’ is van mij. (…) Ik wil nog even doorgeven dat er geld bij mij was weggenomen. (…) dit moet 500 euro zijn. Er zijn zeker ook 2 euro muntstukken ter waarde van 50 euro meegenomen (…) ook zijn er bij mij zilveren munten (…) weggenomen. (…) U toont mij nu een 3tal foto's met daarop munten. Ik kan u zeggen dat ik de munten herken. (…);
2. Het proces-verbaal bevindingen buurtonderzoek van 18 november 2022 (pagina 106), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant:
(…) locatie [adres 2] (…) [adres 6] zag om 17.15 uur een lamp aangaan die een bewegingssensor heeft die deels gericht is op de tuin van plaats delict [adres 2] .
[adres 7] heeft omstreeks 18.05 uur 3 jongens zien lopen bij [adres 5]
komend vanaf genoemd perceel Hengelo inwaarts. Vreemd gevoel bij, niet hard te maken. Drie buitenlandse jongens, mogelijk 1 negroïde persoon, donker gekleed. (…);
3. Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] van 18 november 2022 (pagina’s 126 en 127) in onderling verband en samenhang bezien met het proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever [aangever 2] van 30 november 2022 (pagina 129), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:

(…) Ik ben woonachtig aan [adres 3] in Hengelo. (…) Op (…) 17 november 2022 omstreeks 07:15 uur heb ik mijn woning verlaten. Ik heb alle ramen dicht gedaan en de woning slotvast afgesloten. (…) Op (…) 18 november 2022 omstreeks 22:45 uur kwam ik weer thuis. (…) Ik zag vervolgens dat één van de ramen van dit kantoortje open stond en schade had bij het kozijn. (…) Ik (…) zag toen in het kantoortje dat de hendel van het raam op de grond lag. (…) Ik zag dat in één slaapkamer één van de lades van de grote secretaire weg was en dat de klep openstond. (….) Ik zag dat in de andere slaapkamer de lade en het deurtje van een van de nachtkastjes openstond. Ik zag dat van het andere nachtkastje het deurtje openstond en de lade op de grond lag. Ik zag ook hier enkele spullen op het bed uitgestald waren, waaronder één lade van de secretaire. Ik mis (…) enkele zilveren herdenkingsmunten en zo rond de 200 munten van 50 cent (…) U zegt me dat u 199 stuks in beslag heeft genomen. Zoals ik het nu zie moeten dat de munten zijn die bij mij weggenomen zijn. (gezien het aantal) (…);

4. Het proces-verbaal van bevindingen van 25 november 2022 (pagina’s 133 en 134), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant:
(…) camerabeelden naar aanleiding van een woninginbraak aan [adres 3] (…) Om 18:39 uur zie ik (…) dat er 3 personen links in beeld komen lopen, richting de woning [adres 3] . (…) Ik zie vervolgens dat de 3 personen het erf van [adres 3] betreden en richting de voordeur lopen, ik zie dat het licht bij de voordeur aanspringt. Mij is bekend dat naast de voordeur zich het kantoortje bevindt, hier is men ook binnengekomen door een uitzetraam te verbreken. Ik zie dat de 3 personen bewegingen verrichten bij de voordeur/het kantoortje (…) Om 18:40 uur zie ik dat één van de ramen van het kantoortje heel licht beweegt, alsof hij iets naar voren komt. Ik zie nog steeds dat de personen bij de voordeur/het kantoortje staan en ergens mee bezig lijken te zijn. Om 18:41 zie ik dat datzelfde raam weer beweegt, alsof hij wordt opengeklapt (…) Om 18:42 uur zie ik (…) dat het raam van het kantoortje weer beweegt alsof hij opengeklapt wordt. Ik zie vervolgens dat er een wit silhouet in dit raam verdwijnt. Ik zie dat een persoon zich iets bukt bij het raam, ik zie vervolgens dat het raam weer beweegt, alsof het dichtgeklapt wordt. (…) Ik zie vervolgens dat enkele tellen later de verlichting op de bovenverdieping van de woning aan gaat, deze was uit. Ik zie dat er nog één persoon buiten bij de voordeur/het kantoortje staat. (…) Ik zie vervolgens dat er een wit silhouet uit het raam van het kantoortje lijkt te
komen, het lijkt alsof de silhouet/persoon ergens vanaf springt, mogelijk de vensterbank van het raam. Ik zie dat direct hierna het raam van het kantoortje weer beweegt alsof hij wordt dichtgeklapt. Ik zie vervolgens dat de 3 personen in versnelde pas weglopen (…);
5. Het proces-verbaal van bevindingen van 19 november 2022 (pagina’s 17 tot en met 24), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant:
(…) Op (…) 18 november 2022, omstreeks 22.00 uur (…) Wij zagen ter hoogte van Apeldoorn een ANPR hit verschijnen op onderstaand voertuig: (…) Kenteken : [kenteken] (…)
Wij zagen in de hittekst staan dat het voertuig zou worden gebruikt door woninginbrekers.
Hierop besloten wij het voertuig op te doen en te controleren om te achterhalen wie er van het voertuig gebruik maakt. (…) Het leek alsof de bijrijder rechtsvoor spullen bij zijn geslachtsdeel aan het wegstoppen was. (…)
Bestuurder
[medeverdachte 1]
Geboren te: [geboortedatum 2] 1996 te [geboorteplaats 2]
Burgerservicenummer: [nummer 1] (…)
De Bijrijder rechtsvoor (…) en bleek te zijn:
[verdachte]
Geboren te: [geboortedatum 1] 2002 te [geboorteplaats 1]
Burgerservicenummer: [nummer 2] (…)
IDENTIEITSFOUILLERING BIJRIJDERS LINKSACHTER (…) Uit de jaszak kwam nog een stapel eurobiljetten. (10 x 50 eurobiljet, 3 x 10 eurobiljet, 3 x 20 eurobiljet, 6x 5 eurobiljet) In totaal bleek dit 620 euro te zijn.
De bijrijder linksachter (…) gaf ons mondeling op te zijn:
[medeverdachte 2]
Geboren te: [geboortedatum 3] 1988 te [geboorteplaats 3] (Somalie)
(…) Ik (…) fouilleerde [medeverdachte 1] . Ik trof bij hem van in zijn jaszak een paar handschoenen aan.
(…) Ik (…) voelde bij [verdachte] in zijn liesstreek aangezien daar een grote bobbel zichtbaar was. (…) Ik voelde een aantal grote platte ronde voorwerpen aan de onderzijde van de bobbel zitten. (…) Hierop heb ik (…) [verdachte] gecontroleerd naar de grond gebracht (…) Ik duwde een hard rond plat de bovenzijde van zijn broek. Ik zag dat dit een zilveren 10 gulden munt betrof. Aangezien het voertuig in het systeem naar voren kwam met betrekking tot het feit dat de inzittenden zich mogelijk bezig hielden met woninginbraken, het ons bekend is dat dit soort munten van waarde zijn en de inzittenden direct begonnen te rennen bij aantreffen,
besloten wij de inzittenden aan te houden voor heling. (…) Ik (…) duwde alle goederen op de locatie van de bobbel bij [verdachte] naar boven uit zijn broek om deze veilig te stellen. Hieruit kwamen de volgende goederen naar voren:
- Zwarte Kleenguard handschoenen met een paarse rand. (…)
- Goudkleurige armband met 4 oranje rode steentjes. (…)
- 2x een zwarte bivakmuts (…)
- Goudkleurige ketting met roze steen. (…)
- Goudkleurige ketting met bloemetjes hanger (…)
- Goudkleurige ring (…)
- 1 goudkleurige oorbel met zwart steentje (…)
- 1 gouden broche met zwart steentje (…)
- 6 zilveren tien euro munten, met daarop koningin Beatrix. (…)
- Goudkleurige ring met ingegraveerde gegevens: " [inscriptie] " (…)
- In linkerzak van vest van [verdachte] werd geld aangetroffen. Dit bleek te zijn: 2x 50 eurobiljet, lx 20 eurobiljet, 2x 5 eurobiljet totaal 130 euro. (…)
Ik (…) trof bij [medeverdachte 1] de volgende goederen aan:
- Rechterjaszak 2x zilveren tientjes euromunten, met koningin Beatrix erop. (…)
- Geld aangetroffen in jaszak. lx 50 euro, 2x 20 eurobiljet en lx 5 eurobiljet.

Totaal 95 euro.

Door ons (…) werden in het voertuig de volgende goederen aangetroffen en inbeslaggenomen: (…)
- Onder de pet lagen in de zak achter de bestuurdersstoel 2 zilveren 10 euro munten

uit 2005 met daarop koningin Beatrix. (…)

- Op de bijrijdersstoel rechtsvoor lag een klein diamantje. (…)
- In het middenconsole lag een grote hoeveelheid muntgeld. 199x 50 eurocent, 2x 20

eurocent, 35x 2 euro, 13x 1 euro. 182,90 euro. (…);

6. Het proces-verbaal van bevindingen van 19 november 2022 (pagina 49), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant:

(…) het kenteken van het voertuig [kenteken] in de ANPR (…) Het voertuig is richting het oosten gereden en is voorbij Azelo naar het oosten gereden om 16:53 uur. Hierna komt het voertuig weer terug om 21:23 uur. (…) Hierop zag ik dat er een woninginbraak had plaatsgevonden tussen 16:20 en 18:30 uur aan [adres 2] in Hengelo (…) Dit betrof binnen de tijd dat het voertuig (…) in het oosten is geweest. Hierop hoorde ik dat er om 20:53 uur een melding binnen was gekomen van een inbraak aan [adres 3] in Hengelo (…) Gezien de geschiedenis in de ANPR en de tijd dat dit voertuig in het oosten is geweest zou dit goed met elkaar overeen komen. (…);

7. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 26 mei 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van [verdachte] , zakelijk weergegeven:

(…) Het klopt dat de bij mij aangetroffen goederen van de diefstal aan [adres 2] afkomstig zijn. Ik ben bij [adres 2] binnen geweest, maar ik kan me niet herinneren hoe ik naar binnen ben gegaan. Volgens mij ben ik via het raam op een verdieping naar binnen gegaan, maar dat weet ik niet zeker. Het kan dus ook via de balkondeur zijn geweest. Ik heb onder andere sieraden weggenomen, maar ook de andere spullen die bij mij zijn aangetroffen. Van de munten weet ik het niet meer. Het kan wel kloppen dat de spullen zijn weggenomen waarvan de aangeefster zegt dat deze zijn weggenomen. (…) Ik weet niet meer of ik ook briefgeld heb meegenomen. (…) Bij één woning heb ik op de uitkijk gestaan. Dit was bij [adres 3] (...);

8. Het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting in de zaak tegen medeverdachte [verdachte] op 28 februari 2023 (welk proces-verbaal in het dossier van verdachte is gevoegd), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van die medeverdachte:

(…) De verdachte verklaart, zakelijk weergegeven, dat hij op 18 november 2022 betrokken is geweest bij de woninginbraak aan [adres 2] in Hengelo. Hij heeft sieraden uit de woning weggenomen en die sieraden had hij op moment dat hij werd aangehouden bij zich. Bij de andere twee woningen aan [adres 3] en [adres 4] is hij niet binnen geweest. (…) Bij één woninginbraak (…) heeft hij op de uitkijk gestaan. (…).