Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zoukunnen leiden:
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
“ [naam 1] ”(achteraf gezien [medeverdachte] ) de goederen aan hem aanbood. Hij bracht de goederen in een grijze Caddy naar de loods van het bedrijf van verdachte of ze spraken ergens onderweg af op een parkeerplaats. De goederen werden door verdachte contant afgerekend. [3] Hij kocht de computers naar eigen zeggen voor € 275,-- per stuk. [4] Verdachte verkocht de computers vervolgens, onder de naam van zijn eenmanszaak [bedrijf 1] , door aan de besloten vennootschap handelend onder de naam [naam 2] . Voor de eerste zestig stuks ontving hij € 350,-- per stuk en voor de laatste negentien € 325,--. [5] Verdachte verklaart dat hij niet wist en ook niet had moeten weten dat de goederen een illegale herkomst hadden. [naam 2] heeft een check uitgevoerd op de site “ [website] ”, waarop de goederen niet stonden geregistreerd als “gestolen”. Verdachte verklaart vertrouwd te hebben op de expertise van [naam 2] , nu hij al meer dan tien jaren zaken met hen doet.
Het feit dat verdachte verklaart dat hij vertrouwd heeft op het door [naam 2] uitgevoerde onderzoek naar de computers op de site “ [website] ” doet hier niets aan af. [naam 2] heeft immers zelf het initiatief genomen om het onderzoek te verrichten, toen zij de computers kochten van verdachte, zodat dit onderzoek niet heeft plaatsgevonden in opdracht van verdachte. [8] Verdachte zelf had de computers immers toen al verworven. Voorts overweegt de rechtbank dat verdachte als directeur/eigenaar van [bedrijf 1] , een groothandel in computers, randapparatuur en software, had moeten weten dat “www. [website] ” een website betreft waar met name gestolen goederen van particulieren op komen te staan. De goederen die verdachte van [medeverdachte] aankocht waren duidelijk niet afkomstig van een particulier, zodat de kans zeer aannemelijk is dat hierover geen informatie te vinden zou zijn op “www. [website] ”. De rechtbank overweegt dat verdachte bij de aankoop van de goederen zelf een onderzoeksplicht had en dat hij hieraan, door enkel te vertrouwen op het (beperkte) onderzoek van [naam 2] , niet heeft voldaan.
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
opzetheling
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
“gelijke monniken, gelijke kappen”, in onderhavige kwestie – net als in de zaak van de medeverdachte – een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van acht maanden met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank beoogt daarmee herhaling te voorkomen. Daarvoor is te meer aanleiding omdat de wijze waarop verdachte handel pleegt te drijven aanzienlijke risico’s op het plegen van heling in zich bergen. In de omstandigheid dat verdachte eerder voor heling is veroordeeld en thans schuldig is bevonden aan heling gepleegd op meerdere momenten gedurende een langere periode, ziet de rechtbank aanleiding de proeftijd, anders dan door de officier van justitie gevorderd, op 3 jaar te bepalen. Daarnaast legt de rechtbank aan verdachte op een onvoorwaardelijke taakstraf van 240 uren, te vervangen door 120 dagen hechtenis indien de taakstraf niet of niet naar behoren wordt verricht. De tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht zal in mindering strekken op het onvoorwaardelijke strafdeel.
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
primairten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
opzetheling
primairbewezen verklaarde;
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte:
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;