ECLI:NL:RBOVE:2023:2162

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
13 juni 2023
Publicatiedatum
13 juni 2023
Zaaknummer
08.338671.22 en 08.760229.17 (tul)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake hervatting van het onderzoek ter terechtzitting in een strafzaak

Op 13 juni 2023 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, een tussenvonnis uitgesproken in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1994, die momenteel verblijft in P.I. Zwolle. De rechtbank heeft besloten het onderzoek ter terechtzitting te hervatten, omdat tijdens de beraadslaging is gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest. Dit vonnis volgt op de openbare terechtzittingen van 4 april 2023 en 30 mei 2023, waarbij de rechtbank kennis heeft genomen van de vordering van de officier van justitie, mr. N. Gerlsma, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. J.J.M. Pinners.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het noodzakelijk is om getuige [getuige] te horen, die heeft verklaard dat de verdachte hem met een hamer heeft aangevallen. Er zijn echter onduidelijkheden over de toedracht van de verwondingen van de getuige, wat de rechtbank aanleiding geeft om nader onderzoek te verrichten. De rechtbank heeft de schorsing van het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd bevolen, totdat er een nieuwe datum in overleg met de officier van justitie en de verdediging kan worden vastgesteld. De uiterste termijn voor hervatting van het onderzoek is vastgesteld op drie maanden, gezien het volle zittingsrooster van de rechtbank.

Dit tussenvonnis is uitgesproken door de voorzitter, mr. L.M.B. Soppe, en de rechters mr. A. van Holten en mr. A.J. de Loor, in aanwezigheid van griffier mr. H.R. Lageveen. Het vonnis is openbaar uitgesproken op 13 juni 2023.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.338671.22 en 08.760229.17 (tul)
Datum tussenvonnis: 13 juni 2023
Tussenvonnis in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1994 in [geboorteplaats 1] ,
wonende aan de [woonplaats 1] ,
thans verblijvende: P.I. Zwolle te Zwolle.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 4 april 2023 en 30 mei 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. N. Gerlsma en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. J.J.M. Pinners, advocaat te Zwolle, naar voren is gebracht.

2.Nader onderzoek

2.1
Onderzoek naar het feit
De rechtbank kan in deze zaak niet tot een einduitspraak komen. Tijdens de beraadslaging is gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest, zodat het moet worden hervat. De rechtbank overweegt hierover als volgt.
De rechtbank is van oordeel dat het voor een goede en juiste beoordeling van de onder feit 1 primair ten laste gelegde poging doodslag noodzakelijk is dat de rechter-commissaris aangever [getuige] als getuige zal horen.
[getuige] heeft bij de politie verklaard dat verdachte met brute kracht met een hamer op hem insloeg, dat [getuige] op de grond viel en dat verdachte op hem in hamerde. [getuige] heeft verklaard dat hij vermoedt dat de breuken in zijn linkerhand zijn ontstaan doordat hij zijn hoofd met zijn handen beschermde terwijl verdachte met een hamer op hem in beukte.
Uit de verklaring van [getuige] blijkt echter niet wanneer en op welke wijze hij op de grond terecht is gekomen, of verdachte hem daadwerkelijk met de hamer tegen het hoofd heeft geslagen, of dat verdachte met de hamer in de richting van zijn hoofd heeft geslagen.
De rechtbank wenst duidelijkheid te verkrijgen omtrent de toedracht van de (scheur-/barst) wond op het achterhoofd van [getuige] en wenst [getuige] te confronteren met de lezing van de feiten door verdachte.

3.Schorsing onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd

De rechtbank zal het onderzoek ter terechtzitting in verband hiermee heropenen en schorsen tot een in overleg met de officier van justitie en de verdediging nader te bepalen tijdstip.

4.De beslissing

De rechtbank:
hervatting onderzoek ter terechtzitting
- beveelt dat het onderzoek ter terechtzitting wordt hervat;
nader onderzoek
- bepaalt dat als getuige door de rechter-commissaris wordt gehoord:
aangever [getuige], geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 2] 1973, wonende aan de [woonplaats 2] ;
- bepaalt op de voet van artikel 316, lid 2, van het Wetboek van Strafvordering dat de voorzitter
mr. L.M.B. Soppeof één van de rechters die over de zaak oordelen,
als rechter-commissariswordt aangewezen. De rechtbank houdt het ervoor dat de officier van justitie en de verdachte met deze aanwijzing instemmen en dat zij, indien zij met deze aanwijzing niet instemmen, zulks binnen twee weken na dit vonnis aan de rechtbank kenbaar maken;
- stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris, zodat deze het nadere onderzoek kan (laten) verrichten;
schorsing onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd
- schorst het onderzoek tot een in overleg met de officier van justitie en de verdediging nader te bepalen tijdstip;
- bepaalt dat de uiterste termijn waarbinnen het onderzoek ter terechtzitting moet worden hervat wordt gesteld op drie maanden om de klemmende redenen dat het volle zittingsrooster van de rechtbank geen eerder tijdstip van behandelen toelaat;
- beveelt de oproeping van verdachte voor die zitting en verzoekt de kennisgeving van die zittingsdatum aan de raadsvrouw en aan de benadeelde partijen [benadeelde] en [getuige] .
Dit tussenvonnis is gewezen door mr. L.M.B. Soppe, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. A.J. de Loor, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2023.
Buiten staat
Mr. A.J. de Loor is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.