Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
- de man en de moeder, bijgestaan door mr. Westendorp-Hertgers; en
- [medewerker kinderbescherming] namens de raad.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten van belanghebbenden en de raad voor de kinderbescherming
De raad adviseert voorts om het verzoek tot adoptie van [minderjarige] door de stiefvader toe te wijzen. Mocht de rechtbank het verzoek tot adoptie afwijzen, dan is het advies van de raad om het verzoek tot wijziging van het gezag door moeder en stiefvader toe te wijzen en de geslachtsnaam te wijzigen naar [achternaam stiefvader] .
5.De beoordeling
kaneen adoptieverzoek alleen worden toegewezen, indien dit in het kennelijk belang is van het kind, het kind in de toekomst redelijkerwijs niets meer te verwachten heeft van de ouder in de hoedanigheid van ouder en aan alle voorwaarden genoemd in artikel 1:228 BW wordt voldaan.
Wat betreft de bepaling dat op het tijdstip van het verzoek tot adoptie vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs is te voorzien dat het te adopteren kind niets meer van zijn ouder in hoedanigheid van ouder te verwachten heeft, overweegt de rechtbank dat hierbij van belang is dat de ouder invulling geeft aan het ouderschap, dat wil zeggen het dragen van verantwoordelijkheid jegens het kind in de opvoeding, de verzorging en de uitoefening van het gezag.
- [minderjarige] is minderjarig en hij heeft geen bezwaar tegen toewijzing van het verzoek tot adoptie;
- [minderjarige] is geen kleinkind van de stiefvader;
- de stiefvader is ten minste achttien jaar ouder dan [minderjarige] ;
- geen van de ouders heeft het verzoek tot adoptie tegengesproken;
- de stiefvader heeft [minderjarige] gedurende ten minste één jaar verzorgd en opgevoed;
- de moeder oefent alleen het gezag over [minderjarige] uit. De rechtbank licht dit hierna toe.
Ook na de erkenning op 30 december 2010 door de vader oefent moeder volgens Nederlands recht alleen het gezag uit. Ouders die niet met elkaar zijn gehuwd en niet het gezamenlijk gezag uitoefenen op grond van artikel 1:251b BW, oefenen het gezag over hun minderjarige kinderen gezamenlijk uit, indien dit op hun beider verzoek in het gezagsregister is aangetekend (artikel 1:252 BW). Niet gebleken is dat de vader en moeder een zodanig verzoek hebben ingediend. Op grond van het HKBV 1961 en het Nederlandse recht is de vader voor de inwerkingtreding van het HKBV 1996 dan ook niet van rechtswege met het gezamenlijk gezag over [minderjarige] belast.
Op grond van lid 3 van artikel 16 HKBV 1996 blijft immers bij verplaatsing van de gewone verblijfplaats van de minderjarige de reeds gevestigde ouderlijke verantwoordelijkheid bestaan. Bovendien is naar Nederlands recht niet voldaan aan de voorwaarden voor gezamenlijke gezagsuitoefening.
Ten aanzien van de geslachtsnaam van [minderjarige]
[achternaam stiefvader]” dragen, zodat de volledige namen van de [minderjarige] na de adoptie zijn “
[minderjarige]“.
Ten aanzien van de geboortegegevens van [minderjarige]
De rechtbank zal de ambtenaar van de burgerlijke stand – gelet hierop – gelasten omhet “Certificación Literal, van Tomo 00085 pagina 129 van sección 1a van de Registro Civil, in het daartoe bestemde register in te schrijven.
Deze verzoeken worden afgewezen, nu dit uit de wet voortvloeit en verzoekers bij deze verzoeken geen belang hebben.
6.De beslissing
[minderjarige], geboren op [geboortedatum 4] 2010 te [geboorteplaats 3] , door [de stiefvader] , geboren op [geboortedatum 2] 1988 te [geboorteplaats 1] en wonende te [woonplaats] ;
[achternaam stiefvader]” zal dragen, zodat de volledige namen van de minderjarige na de adoptie zijn: “
[minderjarige]”;
mr. Westendorp-Hertgers
de Raad voor de Kinderbescherming
de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van ’s-Gravenhage (ter kennisneming)
gezagsregister
gemeente Den Haag, afdeling Burgerzaken (ter inschrijving)