10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
90 (negentig) dagen;
- beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste zestig dagen doorgebracht in verzekering of voorlopige hechtenis, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 2] : in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 1.085,-- (bestaande uit € 385,-- materiële schade en € 700,-- immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] : van een bedrag van € 1.085,-- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 januari 2023) met dien verstande dat als en voor zover al door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.085,--, (zegge: duizendvijfentachtig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 januari 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 20 dagen kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Meijer, voorzitter, mr. E.J.M. Bos en mr. M.T. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Lautenbag, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 8 juni 2023.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer 2023010867. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het procesverbaal van de terechtzitting van 25 mei 2023, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Het klopt dat ik [slachtoffer 1] meermalen heb geslagen op 7 januari 2023 aan de [straatnaam] te Deventer.
2.
Eigen waarneming van deze rechtbank, gedaan ter terechtzitting van 25 mei 2023, van het in het dossier gevoegde multimedia-bestand ‘Camerabeelden van vlakvoor incident en incident zelf’:
De rechtbank neemt waar dat [verdachte] vanaf de bestuurderskant uit de Volkswagen stapt en dat [slachtoffer 1] naar de Volkswagen loopt en de deur aan de bijrijderskant opent (16:40:53). [verdachte] loopt om de Volkswagen heen naar [slachtoffer 1] en slaat/stompt hem tegen het hoofd en pakt hem vast. [slachtoffer 1] komt ten val (16:41:01). Intussen is [medeverdachte 1] uit de auto gestapt vanaf de bijrijderskant. Hij slaat meermalen bovenhands met een voorwerp richting het bovenlichaam en hoofd van [slachtoffer 1] (16:41:05). [slachtoffer 1] staat op, loopt weg en komt verderop ten val, terwijl [medeverdachte 1] bovenhands slaande bewegingen met het voorwerp maakt richting het bovenlichaam en hoofd van [slachtoffer 1] (16:41:15). [verdachte] rent naar [slachtoffer 1] , schopt tegen zijn lichaam en slaat/stompt meermalen tegen het lichaam van [slachtoffer 1] (16:41:14). Als [slachtoffer 1] probeert op te staan, duwt [verdachte] hem weer richting de grond. [medeverdachte 1] loopt naar [slachtoffer 2] en slaat met een voorwerp in de richting/tegen de arm van [slachtoffer 2] (16:41:19). Terwijl [verdachte] [slachtoffer 1] vasthoudt tegen de grond, komt [medeverdachte 1] erbij. [medeverdachte 1] maakt meerdere slaande bewegingen richting het lichaam van [slachtoffer 1] (16:41:27). [medeverdachte 1] wordt door anderen weggehaald bij [slachtoffer 1] . Hij loopt terug naar [slachtoffer 1] en stompt meermalen tegen het hoofd en het bovenlichaam van [slachtoffer 1] terwijl [slachtoffer 1] nog steeds op de grond ligt (16:41:40). [medeverdachte 1] schopt tegen het lichaam van [slachtoffer 1] terwijl [slachtoffer 1] nog op de grond ligt (16:41:50).