ECLI:NL:RBOVE:2023:2113

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 april 2023
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
9995957 CV EXPL 22-2630
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van eindafrekening energiecontract na jarenlang niet doorgeven van meterstanden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 11 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een energiebedrijf en een gedaagde die een energiecontract had afgesloten. De eiser, een besloten vennootschap, vorderde betaling van een eindafrekening van € 5.151,24, die was opgemaakt na beëindiging van het energiecontract. De gedaagde betwistte de eindafrekening en stelde dat het bedrag veel hoger was dan in voorgaande jaren, omdat hij jarenlang te weinig had betaald. De rechtbank oordeelde echter dat de eindafrekening correct was, omdat de gedaagde jarenlang geen meterstanden had doorgegeven, waardoor zijn voorschot was gebaseerd op geschatte verbruiken. Pas in april 2020 had de gedaagde de werkelijke meterstanden aangeleverd, wat leidde tot de hoge eindafrekening. De rechtbank concludeerde dat de gedaagde de eindafrekening moest betalen, omdat deze was gebaseerd op daadwerkelijk verbruikte energie. Daarnaast werden ook de incassokosten en rente toegewezen, en werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig doorgeven van meterstanden door de consument.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer : 9995957 CV EXPL 22-2630
Vonnis van 11 april 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap [eiser] B.V.gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
eisende partij, hierna te noemen [eiser] ,
gemachtigde: De Schout gerechtsdeurwaarders, Hilversum,
tegen
de heer [gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
verschenen in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- het tussenvonnis van 11 oktober 2022;
- de akte van 3 januari 2023 van [eiser] ter voorbereiding op de mondelinge behandeling;
- de mondelinge behandeling op 17 januari 2023;
- de akte uitlating van [eiser] .
[gedaagde] is in de gelegenheid gesteld te reageren op de laatste akte van [eiser] , maar heeft niet meer gereageerd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Samenvatting

Bij het beëindigen van het energiecontract heeft [eiser] een eindafrekening opgemaakt van € 5.151,24. [gedaagde] voert aan dat dit niet kan kloppen, want het in rekening gebrachte verbruik is veel hoger dan het verbruik van de afgelopen jaren. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] de eindafrekening toch moet betalen. Omdat [gedaagde] jarenlang de meterstanden niet heeft doorgegeven is zijn voorschot altijd bepaald op basis van een schatting van het verbruik. In april 2020 heeft [gedaagde] eindelijk met een foto de daadwerkelijke meterstanden aangeleverd. Toen bleek dat [gedaagde] al jaren veel te weinig heeft betaald voor energie. Met deze hoge eindafrekening wordt dus betaald over daadwerkelijk verbruikte energie. De vorderingen worden toegewezen.

3.De feiten

3.1.
Partijen hebben een overeenkomst gesloten ter zake het leveren van elektriciteit en gas aan de woning van [gedaagde] aan de [adres] . Voor communicatie met [eiser] [gedaagde] heeft ook zijn e-mailadres gegeven; het genoteerde en gebruikte adres is juist en wordt tot op heden gebruikt door [gedaagde] .
3.2.
De overeenkomst is gesloten op 5 maart 2019 voor de duur van drie jaar. De startdatum voor levering van de energie is 9 april 2019.
3.3.
De woning van [gedaagde] beschikt niet over een slimme meter, dat is een meter die op afstand kan worden uitgelezen.
3.4.
Bij het sluiten van de overeenkomst is aan [gedaagde] gevraagd om de meterstanden door te geven. Omdat [eiser] geen gegevens ontving, heeft zij per e-mail van 25 april 2019 geschreven:
Beste meneer [gedaagde] ,
Wist u dat het gemiddeld 3 minuten duurt om meterstanden door te geven? Enkele dagen geleden hebben we u gevraagd om uw meterstanden door te geven voor [adres] .
Helaas hebben we deze nog niet ontvangen, wilt u de meterstanden daarom alsnog doorgeven? (…)
Waarom ook alweer?
Als we geen meterstanden ontvangen, starten we onze energielevering op uw adres op basis van een schatting. Hierdoor kan uw termijnbedrag te laag uitvallen, waardoor u aan het einde van het jaar misschien moet bijbetalen. Dit willen we graag voorkomen.
3.4
[gedaagde] heeft ook op de e-mail van 25 april 2020 niet gereageerd. Daarom is [eiser] bij de aanvang van de overeenkomst uitgegaan van de eindstanden van de vorige energieleverancier.
3.5
Na een jaar, op 9 april 2020, is opnieuw per e-mail aan [gedaagde] gevraagd de meterstanden aan te leveren. Op 20 april 2020 is een herinnering gestuurd, waarna [gedaagde] op 22 april 2020 heeft gereageerd door meterstanden door te geven. Op verzoek van [eiser] is ook nog een foto gestuurd ter bevestiging van de juiste meterstanden.

4.Het geschil

4.1.
De vordering
[eiser] vordert om [gedaagde] te veroordelen om aan [eiser] te betalen € 5.960,88, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 5.151,24 vanaf 28 juni 2022 tot aan de dag van betaling. Ook vordert [eiser] dat [gedaagde] zal worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, en in de nakosten.
De vordering bestaat uit:
  • de eindnota van 21-9-2020 van € 5.151,24;
  • incassokosten van € 627,86;
  • rente tot en met 27-06-2022 € 181,78.
Daarbij is het volgende aangevoerd. [eiser] is vanaf 9-04-2019 energie gaan leveren aan [gedaagde] . Zij heeft bij het begin van de overeenkomst drie keer aan [gedaagde] gevraagd om de meterstanden door te geven, maar daar werd niet op gereageerd. Daarom heeft [eiser] uiteindelijk de beginstanden geschat. Na een jaar werd opnieuw gevraagd om de meterstanden door te geven. Eerst werden er niet kloppende standen doorgegeven; voor elektriciteit dezelfde stand voor normaal en voor dal, en de meterstand voor gas was veel hoger dan verwacht. Daarom is aan [gedaagde] gevraagd de gegevens te controleren en ter controle een foto te mailen. Met behulp van foto’s werden de juiste meterstanden doorgegeven. Toen bleek dat er jarenlang te weinig is betaald voor gas. De eindnota is zo hoog omdat [gedaagde] daarmee voor het energieverbruik betaalt dat in de jaren daarvoor niet is betaald. Dit verbruik moet dus nu alsnog betaald worden. In de factuur zit ook een opzegvergoeding van € 150,00; die is verschuldigd omdat het driejarig contract voortijdig is opgezegd.
Voor [eiser] had [gedaagde] Woonenergie als leverancier. De eindfactuur van Woonenergie is opgemaakt met geschatte standen; diezelfde standen zijn als beginstand gebruikt door [eiser] . Er is dus geen sprake van dubbel betalen.
In de akte die [eiser] na de zitting heeft genomen zijn alle betalingen die zijn ontvangen nog eens op een rij gezet. Deze zijn allemaal al verwerkt bij de berekening van het openstaande bedrag.
4.2.
Het verweer
[gedaagde] voert verweer tegen de vorderingen. De eindafrekening kan niet kloppen. Het gaat om een woning met twee volwassenen en een kind, die hebben niet zo een hoog verbruik. Er is geen slimme meter in de woning, maar volgens [eiser] is van de juiste standen uitgegaan. Bij de nieuwe leverancier hoeft niet zo veel te worden betaald.

5.De beoordeling

5.1.
De eindnota is gebaseerd op de meterstanden die [gedaagde] uiteindelijk per foto heeft aangeleverd. Dat voor de eindnota de juiste eind meterstanden zijn gebruikt wordt door [gedaagde] niet betwist.
In deze procedure is duidelijk geworden dat er jarenlang van verkeerde gegevens is uitgegaan, en dat [gedaagde] daardoor jarenlang een te laag voorschot heeft betaald. Dat is veroorzaakt door [gedaagde] zelf. Immers aan hem is verschillende keren gevraagd zijn meterstanden door te geven, maar dit is niet gebeurd. [eiser] heeft wel het
juiste e-mailadres gebruikt, dus de verzoeken zijn wel door [gedaagde] ontvangen.
Als wel eerder de juiste meterstand was doorgegeven, was de achterstand niet zo ver opgelopen en zou het maandelijks voorschot ook zijn verhoogd.
Nu is er dus sprake van verbruik van de afgelopen jaren waarvoor in één keer moet worden afgerekend. Met alle betalingen door [gedaagde] is al rekening gehouden.
Het gevorderde bedrag van de eindnota is juist en [gedaagde] zal worden veroordeeld tot betaling ervan.
5.2.
Ook de incassokosten en rente zijn toewijsbaar zoals gevorderd.
5.3.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [gedaagde] worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten bestaan uit griffierecht € 514,--, explootkosten € 107,22 en salaris gemachtigde € 622,00 (twee punten, een voor de dagvaarding en een voor de twee aktes samen), alles bij elkaar € 1.243,22. De nakosten worden bepaald op € 132,00.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen € 5.960,88, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 5.151,24 vanaf 28 juni 2022 tot aan de dag van betaling,
6.2.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, tot op heden aan de zijde van [eiser] begroot op € 1.243,22 , en de nakosten op € 132,00,
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.S. Kuipers, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 11 april 2023.
(RS(O)