Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.Samenvatting
3.De feiten
4.Het geschil
- de eindnota van 21-9-2020 van € 5.151,24;
- incassokosten van € 627,86;
- rente tot en met 27-06-2022 € 181,78.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 11 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een energiebedrijf en een gedaagde die een energiecontract had afgesloten. De eiser, een besloten vennootschap, vorderde betaling van een eindafrekening van € 5.151,24, die was opgemaakt na beëindiging van het energiecontract. De gedaagde betwistte de eindafrekening en stelde dat het bedrag veel hoger was dan in voorgaande jaren, omdat hij jarenlang te weinig had betaald. De rechtbank oordeelde echter dat de eindafrekening correct was, omdat de gedaagde jarenlang geen meterstanden had doorgegeven, waardoor zijn voorschot was gebaseerd op geschatte verbruiken. Pas in april 2020 had de gedaagde de werkelijke meterstanden aangeleverd, wat leidde tot de hoge eindafrekening. De rechtbank concludeerde dat de gedaagde de eindafrekening moest betalen, omdat deze was gebaseerd op daadwerkelijk verbruikte energie. Daarnaast werden ook de incassokosten en rente toegewezen, en werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig doorgeven van meterstanden door de consument.