ECLI:NL:RBOVE:2023:2112

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 februari 2023
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
9954013 CV EXPL 22-2322
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van achterstallig loon en loondispensatiekwestie

In deze zaak vordert de heer [eiser] van Extra Reality B.V. betaling van € 59.899,01 aan achterstallig loon, vermeerderd met rente en kosten. [eiser] heeft sinds september 2012 een Wajong-uitkering en was van 1 januari 2015 tot 30 september 2019 in dienst als 3D designer/artist bij Extra Reality. Het UWV had loondispensatie van 65% verleend voor de periode van juli 2015 tot en met 31 december 2015, maar de verlenging daarvan is niet aangevraagd door Extra Reality, omdat de brief van het UWV verkeerd geadresseerd was. Beide partijen gingen er ten onrechte van uit dat de loondispensatie na 2015 bleef gelden, wat leidde tot een te lage loonbetaling aan [eiser]. In april 2022 heeft [eiser] een loonvordering ingesteld, omdat hij meent dat hij recht heeft op het minimumloon voor een voltijdse werkweek. Extra Reality verzet zich tegen de vordering en stelt dat zij niet verantwoordelijk is voor de fout van het UWV en dat [eiser] zelf ook niet heeft gereageerd op de communicatie van het UWV. De kantonrechter oordeelt dat Extra Reality niet kan worden verweten dat zij de loondispensatie als geldig beschouwde, maar kent [eiser] wel een bedrag van € 2.000,00 toe voor bedragen die niet zijn uitbetaald volgens de loonstrook. De overige vorderingen worden afgewezen, en de proceskosten worden gecompenseerd.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer : 9954013 CV EXPL 22-2322
Vonnis van 28 februari 2023
in de zaak van
de heer [eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij, hierna te noemen [eiser] ,
gemachtigde: S. Paters te Beilen,
tegen
de besloten vennootschap
Extra Reality B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Hengelo,
gedaagde partij, hierna te noemen Extra Reality,
gemachtigde: mr. M.E. Haaijer, advocaat te Amersfoort.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- het tussenvonnis van 11 oktober 2022,
- de mondelinge behandeling van 19 januari 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Samenvatting

2.1.
[eiser] heeft sinds september 2012 een Wajong uitkering. [eiser] is van 1 januari 2015 tot en met 30 september 2019 in dienst geweest bij Extra Reality als 3D designer/artist. Het UWV heeft loondispensatie van 65% verleend over de periode van juli 2015 tot en met 31 december 2015. De brief van het UWV dat verlenging moest worden aangevraagd, is verkeerd geadresseerd en heeft Extra Reality nooit bereikt. Partijen zijn er beide van uitgegaan dat de loondispensatie ook na 31 december 2015 bleef gelden en hebben het dienstverband en de verminderde loondoorbetaling jarenlang voortgezet, waarbij [eiser] steeds de aanvulling van het UWV bleef ontvangen. Partijen hebben naast het werk ook privé veel contact gehad. Inmiddels is de verstandhouding tussen partijen ernstig verstoord. In april 2022 heeft [eiser] een loonvordering ingesteld omdat hem jarenlang veel te weinig loon is betaald. Hij maakt aanspraak op al het achterstallig salaris vanaf mei 2017 (de rest is verjaard), met kosten en rente € 59.899,01.
3. Het geschil
3.1.
De vordering
[eiser] vordert - samengevat – om Extra Reality te veroordelen tot betaling van € 59.899,01, vermeerderd met de wettelijke rente over € 39.407,25 vanaf 10 mei 2022 tot aan de dag van betaling, en in de kosten van deze procedure.
Daartoe voert [eiser] het volgende aan. De beslissing van het UWV ter zake loondispensatie was geldig tot eind 2015 en [eiser] had dus vanaf 1 januari 2016 recht op het minimumloon voor een voltijds werkweek van 40 uur. In plaats van het minimum jeugdloon ontving hij salaris van 35% van het minimumloon. Bovendien werden sommige bedragen die wel op de loonstrook stonden niet uitbetaald door Extra Reality, dat te kampen had met financiële problemen. Voor de periode januari 2016 tot 24 mei 2017 is de loonvordering verjaard. Voor de periode van 24 mei 2017 tot einde dienstverband heeft [eiser] te vorderen € 39.407,25, vermeerderd met rente die tot 10 mei 2022 € 788,14 bedraagt en de wettelijke verhoging, tot aan dagvaarding € 19.703,62, alles bij elkaar € 59.899,01.
Dat gedaagde er vanuit mocht gaan dat de loondispensatie voor vijf jaar was verleend is nergens op gebaseerd. Dat het UWV de brief met de beslissing over de aanvraag en de brief over verlenging aan een verkeerd, niet bestaand adres heeft gestuurd doet niet af aan de aansprakelijkheid van gedaagde. Hij had uit algemene informatie van het UWV moeten begrijpen dat de beslissing niet voor vijf jaar was. De loondispensatie kan niet met terugwerkende kracht alsnog worden aangevraagd.
Afgezien van het verschil door loondispensatie werd ook niet betaald wat op de loonstroken stond. In de jaren 2017-2019 is € 2.000,00 te weinig betaald.
3.2.
Het verweer
Extra Reality concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
Na de aanvraag door [eigenaar] bij het UWV heeft een arbeidsdeskundige een onderzoek verricht en gesproken met [eigenaar] , de eigenaar van Extra Reality. Daarbij is gezegd tegen [eigenaar] dat er vanaf 1 juli 2015 loondispensatie van 65% wordt toegekend en dat deze beoordeling geldig is voor vijf jaar. Dit percentage loondispensatie is doorgevoerd en de Wajong uitkering van [eiser] is aangepast, rekening houdend met het bedrag dat [eiser] verdient. De brieven die het UWV na 30 juni 2015 heeft verstuurd, hebben Extra Reality nooit bereikt omdat UWV een verkeerd, niet bestaand adres heeft gebruikt. Dit kan Extra Reality niet worden verweten want uit het aanvraagformulier blijkt dat daarop de juiste gegevens zijn ingevuld. [eiser] heeft wel een bericht ontvangen dat de loondispensatie maar voor een half jaar was toegekend, maar hij heeft dit niet gemeld bij Extra Reality.
In de praktijk heeft het UWV tot aan het einde van het dienstverband steeds rekening gehouden met de verdiensten van [eiser] en deze in mindering gebracht op zijn uitkering. Omdat alles gewoon doorliep en in overeenstemming was met wat de arbeidsdeskundige had gezegd, is Extra Reality er vanuit gegaan dat alles goed geregeld was. Pas in mei 2022, ruim twee jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst, toen de vriendschap in ruzie was geëindigd, heeft [eiser] gesteld dat er iets niet goed was gegaan. Als Extra Reality verlenging had aangevraagd zou deze gewoon zijn verstrekt, omdat de situatie van [eiser] en de inhoud van het werk ongewijzigd waren gebleven.
Het is de vraag of [eiser] veel op zal schieten met de loonvordering, omdat hij dan met terugwerkende kracht de uitkering zal moeten terugbetalen. Daarnaast is het toewijzen van de vordering in strijd met de redelijkheid en de billijkheid. Immers gedaagde wist niet beter en mocht erop vertrouwen dat hij juist handelde. Er is een fout gemaakt bij het UWV en niet door gedaagde.
De gestelde hoogte van de vordering is niet voldoende gespecificeerd en onderbouwd. Netto betalingen zijn verrekend met bruto bedragen. [eigenaar] kan zijn administratie niet raadplegen omdat deze in bewaring is bij [eiser] en door hem niet wordt teruggegeven. Ook de wettelijke verhoging is in strijd met de redelijkheid en billijkheid.
Extra Reality is sinds de corona-epidemie in problemen gekomen. Het bedrijf is feitelijk failliet en is alleen nog ingeschreven bij de Kamer van Koophandel vanwege deze lopende procedure. [eigenaar] is eigenaar van Extra Reality en zowel financieel als emotioneel gaat het heel slecht met hem. Hoewel de verstandhouding eerst vriendschappelijk was en [eigenaar] [eiser] zelfs voor een half jaar onderdak heeft verschaft, heeft [eiser] nu een vijandige houding aangenomen. Spullen van [eigenaar] die bij [eiser] in bewaring zijn gegeven, waaronder de bedrijfsadministratie, worden niet teruggegeven. Ook worden waardevolle spullen van [eigenaar] door [eiser] niet teruggegeven maar te koop aangeboden.

4.beoordeling van de vorderingen

4.1.
wat is bekend over de communicatie door het UWV
Extra Reality heeft een aanvraag loondispensatie ingediend op 26 juni 2015. Een kopie van het formulier is bij de dagvaarding gevoegd. Daarop zijn de adressen van werkgever en werknemer correct ingevuld.
Op 30 juni 2015 heeft Extra Reality een ontvangstbevestiging van de aanvraag ontvangen op het door haar opgegeven adres.
Op 7 augustus 2015 heeft het UWV een beslissing genomen. De brief met deze beslissing is verstuurd naar Extra Reality, maar naar een verkeerd, niet bestaand adres. Dit is een fout van het UWV. Extra Reality kan daarvan geen verwijt worden gemaakt.
In de beslissing staat onder meer:
Uit het onderzoek van onze arbeidsdeskundige blijkt dat de heer [eiser] door zijn ziekte of handicap 65% minder kan presteren dan een werknemer zonder ziekte of handicap. Daarom krijgt u voor hem loondispensatie van 65% over de periode van 1 juli 2015 tot en met
31 december 2015. Dit betekent dat u deze werknemer minimaal 35% van het minimumloon betaalt. Is de periode van loondispensatie voorbij? Dan kunt u opnieuw loondispensatie aanvragen.
Op 7 augustus 2015 is ook een bericht naar [eiser] verstuurd over de beslissing. Deze brief is wel juist geadresseerd en heeft [eiser] ook bereikt. Bij de brief is een kopie gestuurd van de brief aan de werkgever.
De brief van het UWV aan Extra Reality van 30 november 2015 met als onderwerp
herinnering verlenging loondispensatieis ook naar het niet bestaande adres gestuurd en heeft Extra Reality dus ook niet bereikt.
Extra Reality stelt dat de arbeidsdeskundige tijdens het keuringsgesprek heeft gezegd dat de beoordeling standaard een geldigheid had van vijf jaar. Dit is niet weersproken en de kantonrechter gaat daarom uit van de juistheid van die verklaring.
4.2.
welk loon was verschuldigd?
35% of 100%
Het grootste deel van de vordering is gebaseerd op de stelling dat er ten onrechte maar 35% van het minimumjeugdloon is betaald, in plaats van 100%, omdat er -wederom ten onrechte- vanuit werd uitgegaan dat de loondispensatie nog geldig was.
Dat Extra Reality ten onrechte heeft aangenomen dat er nog sprake was van loondispensatie, staat niet vast. Daarbij is van belang dat het UWV heeft verzuimd om werkgever juist te informeren over de noodzaak om verlenging aan te vragen, en bovendien zelf heeft gehandeld alsof er geen verlenging hoefde te worden aangevraagd. Dat de loondispensatie maar voor een termijn van 6 maanden werd toegekend is wel per brief medegedeeld aan [eiser] , maar niet aan Extra Reality omdat het UWV de brief aan de werkgever heeft geadresseerd aan een niet bestaand adres. [eiser] heeft de informatie uit de brief die hij had ontvangen zelf trouwens ook niet onder de aandacht van zijn werkgever gebracht.
Aan de andere kant heeft de arbeidsdeskundige die heeft gesproken met [eigenaar] aan hem andere informatie verstrekt. In het kader van het onderzoek naar de te verrichten werkzaamheden bij Extra Reality heeft hij verteld dat de uitkomsten van de beoordeling in principe voor 5 jaar gelden. Ook heeft hij na het onderzoek alvast zijn bevinding gedeeld dat een loondispensatie van 35% zou worden bepaald. Extra Reality heeft later geconstateerd dat het UWV bij de uitvoering heeft gehandeld zoals was aangekondigd, namelijk door bovenop de 35% loon de uitkering van [eiser] in de jaren volgend op de aanvraag aan te vullen. Extra Reality kreeg op geen enkel moment een signaal, noch van het UWV noch van [eiser] , dat de loondispensatie niet meer geldig zou zijn. [eiser] , die zelf wel een brief heeft gekregen dat er verlenging zou moeten worden aangevraagd, heeft geen verlenging aangevraagd. Desondanks liep de aanvulling van de uitkering gewoon jarenlang door, zonder dat het UWV nieuwe informatie verlangde.
Nu het UWV al die jaren heeft doorbetaald als ware er loondispensatie verleend, is het begrijpelijk dat partijen zelf er ook al die tijd van uit zijn gegaan dat dit het geval was. Overigens heeft het UWV ook achteraf nooit laten weten dat zij vindt dat partijen in dit dossier iets verkeerd hebben gedaan. Er is geen sprake van herbeoordeling of een terugvordering. In dat geval kan de stelling dat [eiser] alsnog voor 100% moeten worden betaald, niet slagen. Er is geen arbeidsdeskundige beoordeling die daarvoor een grondslag biedt. Als [eiser] meende dat zijn arbeid in de loop der jaren meer dan 35% waard was, had hij zelf om een herbeoordeling kunnen vragen. In de brief van het UWV aan hem van 7 augustus 2015 staat:
Gaat het beter met u en kunt u daardoor meer op uw werk? Dan wilt u daar natuurlijk ook naar betaald worden. Geef het dan aan bij uw werkgever én bij UWV. Wij bekijken uw situatie dan opnieuw.[eiser] heeft nooit zo’n verzoek gedaan.
Het is niet mogelijk om nu nog met terugwerkende kracht tot een herbeoordeling van de waarde van zijn werk te komen. Los daarvan is het maar de vraag of Extra Reality [eiser] in dienst had willen houden als zij het volledige loon had moeten betalen, dus de aanname dat de overeenkomst bij niet verlengen van de loondispensatie zou zijn voortgezet, ontbeert een juiste grondslag.
Het deel van de vordering dat is gebaseerd is op de stelling dat 100% van het loon had moeten worden betaald in plaats van 35%, zal dus worden afgewezen.
4.3.
te weinig betaald ten opzichte van de loonstrook?
Daarnaast stelt [eiser] dat de bedragen die betaald zijn niet overeenkomen met de bedragen op de loonstrook. Volgens [eiser] gaat het om € 2.000,00. Met de bijlage bij de dagvaarding is deze vordering gespecificeerd; het is een overzicht van de bedragen die zouden moeten zijn betaald en van de ontvangen betalingen. Extra Reality heeft de specificatie bij gebrek aan wetenschap betwist. Zij stelt niet in staat te zijn bankafschriften te bekijken. Dit is echter een omstandigheid die voor rekening en risico van Extra Reality komt.
De vordering van € 2.000,00 zal daarom worden toegewezen. Omdat [eiser] deze vordering zo laat heeft ingesteld en pas in de dagvaarding heeft onderbouwd, is er geen aanleiding om de wettelijke verhoging toe te kennen. De wettelijke rente is toewijsbaar vanaf de dag van dagvaarding tot aan het moment van betalen.
4.4
proceskosten
Omdat het grootse deel van de vordering wordt afgewezen zal de kantonrechter de kosten compenseren, hetgeen betekent dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1
Veroordeelt Extra Reality om aan [eiser] te betalen € 2.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan het moment van betalen.
5.2
Wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
5.3
Compenseert de kosten tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.S. Kuipers, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 28 februari 2023.
(RS(O)