Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het door deze rechtbank op 1 februari 2017 bij verstek gewezen vonnis onder zaaknummer C/08/195955 / HA ZA 16-561;
- de verzetdagvaarding van 23 februari 2023 van de man (aan te merken als de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie);
- de conclusie van antwoord in oppositie, tevens voorwaardelijke vermeerdering van eis van de vrouw.
- de man, bijgestaan door zijn advocaat;
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat.
- het door deze rechtbank op 15 maart 2023 bij verstek gewezen vonnis in de verdelingszaak van de man onder zaaknummer C/08/291936 / HA ZA 23-68;
- de verzetdagvaarding van 21 april 2023 van de vrouw (aan te merken als de conclusie van antwoord);
- aanvankelijk heeft de man niet gereageerd op de daarvoor in voornoemde dagvaarding aangewezen rolzitting van 10 mei 2023 en evenmin op 24 mei 2023;
- nadat een datum voor het vonnis was bepaald, heeft de advocaat van de man zich alsnog op 30 mei 2023 gesteld in deze verzetprocedure.
verdelingszaak(C/08/291936 / HA ZA 23-68 en bijbehorende verzetzaak C/08/296010 / HA ZA 23-173) zal de rechtbank niet-ontvankelijk verklaren respectievelijk afwijzen, omdat deze vorderingen - zoals gemeld - naadloos overeenkomen met hetgeen de man vordert in de verzetzaak met zaaknummer C/08/293168 / HA ZA 23-96 en de rechter identieke dan wel tegenstrijdige rechterlijke uitspraken moet voorkomen. De man heeft ook geen belang bij een inhoudelijke beslissing in die procedure. De man is, zoals hieronder zal blijken, ontvankelijk in zijn verzet in de zaak C/08/293168 / HA ZA 23-96, zodat een (verdere) behandeling van de verzetzaak C/08/296010 / HA ZA 23-173 geen enkele toegevoegde waarde heeft. De rechtbank zal het verstekvonnis van 15 maart 2023 in de zaak C/08/291936 HA ZA 23-68 daarom vernietigen.
2.De feiten en het geschil
in conventie en in reconventie
3.De vorderingen van partijen
in conventie en in reconventie
- de man ontheft van de veroordeling, tegen hem uitgesproken bij vonnis van de rechtbank Overijssel van 1 februari 2017, tussen de vrouw als eiseres en de man als gedaagde met afwijzing van hetgeen de vrouw heeft verzocht;
- de procedure hervat in de stand waarin aan de man verstek is verleend en de verstekdagvaarding beschouwt als conclusie van antwoord in die zaak;
- partijen veroordeelt over te gaan tot de verdeling van de gezamenlijke woning zoals deze verdeling is overeengekomen in het echtscheidingsconvenant van 15 september 2011;
- de vrouw veroordeelt in de kosten van dit geding.
4.De beoordeling
met gesloten beurs, waarbij de vrouw alle notariële kosten van toedeling en (her)financiering en de kosten van het ontslag van de man uit de hoofdelijke aansprakelijkheid geheel alleen draagt. Alle overige, afwijkende vorderingen van partijen over en weer worden afgewezen.
5.De beslissing
met gesloten beurs, met dien verstande dat de vrouw alle notariële kosten van toedeling en eventuele (her)financiering en de kosten van het ontslag van de man uit de hoofdelijke aansprakelijkheid geheel alleen draagt, en de vrouw de notaris aanwijst,