De inhoud van het door [eiser] overgelegde bericht van de gemeente Enschede en de toelichting daarop (zie productie 5 bij dagvaarding) zijn door [gedaagde 2] niet gemotiveerd betwist. Uit de stukken blijkt dat op 23 juni 2022 door de politie twee vrouwen in de woning zijn aangetroffen, die verklaarden in de woning te werken als prostituée en € 80,00 per dag te betalen voor de huur van een kamer. Geconstateerd is dat twee slaapkamers waren voorzien van een slot en ingericht als werkkamer voor een prostituée.
De verklaring van [gedaagde 2] dat hij niet op de hoogte was van wat zich precies in de woning afspeelde, komt de kantonrechter niet geloofwaardig voor. Maar zelfs als dat waar zou zijn kan hem de situatie in de woning worden verweten. Als huurder is hij immers verplicht om de woning zelf te bewonen. Het is hem niet toegestaan deze in gebruik en/of onderhuur aan anderen te geven. Daarnaast is op basis van het dossier voldoende komen vast te staan dat er al langere tijd mensen op het perceel aanwezig zijn die drugs verhandelen of kopen en/of gebruiken en dat de aanwezigheid van die mensen zorgt voor aanzienlijke overlast in de buurt. [gedaagde 2] is hier verantwoordelijk voor, maar heeft er ondanks herhaald verzoek van [eiser] niet tegen opgetreden.
Nu al eerder door buren is geconstateerd dat er in de woning schaars geklede vrouwen uit het raam hingen, is het niet aannemelijk dat de aanwezigheid van prostituées een eenmalig iets was.
Doordat [gedaagde 2] niet optreedt tegen al deze zaken en onvoldoende aanwezig is in de woning, handelt hij in strijd met de huurovereenkomst en de algemene huurvoorwaarden. Daarmee in strijd lijkt ook de aanwezigheid van [naam] , die kennelijk met toestemming van [gedaagde 2] in de woning verblijft sinds hij uit zijn eigen woning is ontruimd.
Dat de buurman van nummer [huisnummer] heeft verklaard geen klachten te hebben, is niet relevant, zeker niet nu gebleken is dat in die woning recent een hennepkwekerij is aangetroffen.
Ook de situatie in de achtertuin, waar veel afval is opgestapeld, is onaanvaardbaar en draagt bij aan de conclusie dat er sprake is van overlast.
Gezien het vorenstaande is de kantonrechter van oordeel dat [gedaagde 2] tekortgeschoten is in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst, zoals om de door hem gehuurde woning te gebruiken overeenkomstig de daaraan gegeven woonbestemming en om geen overlast te veroorzaken.
De vraag die vervolgens moet worden beantwoord is of het voldoende aannemelijk is dat de kantonrechter in de bodemprocedure zal oordelen dat de overlast een tekortkoming vormt die (ontbinding van de huurovereenkomst en) ontruiming van het gehuurde zal rechtvaardigen en of er aanleiding is [gedaagde 2] (althans zijn bewindvoerder) vooruitlopend op die beslissing alvast te veroordelen om de woning te ontruimen.