ECLI:NL:RBOVE:2023:2079
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot medewerking bij herstel van waterschade in appartementsrecht
In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 30 mei 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vereniging van appartementseigenaren en een gedaagde die weigerde medewerking te verlenen aan het verhelpen van waterschade in een onderliggend appartement. De eiser, vertegenwoordigd door gemachtigde M. Steghuis, vorderde dat de gedaagde binnen 48 uur na betekening van het vonnis zijn medewerking zou verlenen aan de uitvoering van noodzakelijke werkzaamheden om de oorzaak van de lekkage op te sporen en te verhelpen. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang, aangezien de lekkage al geruime tijd aan de orde was en de gedaagde geen actie ondernam om het probleem op te lossen. De rechtbank stelde vast dat de gedaagde op grond van het Modelreglement van splitsing verplicht was om medewerking te verlenen aan werkzaamheden aan gemeenschappelijke gedeelten, waaronder leidingen en afvoeren. De rechter verleende de vordering van de eiser, waarbij de gedaagde werd veroordeeld om binnen 48 uur zijn medewerking te verlenen. Tevens werd bepaald dat bij verdere weigering dit vonnis in de plaats treedt van de medewerking van de gedaagde, met machtiging aan de eiser om de noodzakelijke werkzaamheden uit te voeren. De kosten van de werkzaamheden aan de gemeenschappelijke gedeelten zouden voor rekening van de eiser komen, terwijl de kosten voor de gedaagde beperkt werden tot een maximum van € 2.500,00. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten, die tot dat moment € 785,86 bedroegen.