ECLI:NL:RBOVE:2023:2078

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 mei 2023
Publicatiedatum
7 juni 2023
Zaaknummer
9873557 CV EXPL 22-1837
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging koopovereenkomst en terugbetaling bij dwaling over kilometerstand van een auto

In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 16 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, wonend in Duitsland, en een gedaagde, die handelde onder de naam [bedrijf]. De eiser had op 15 februari 2021 een Audi S4 3.0 TFSI S tronic quattro gekocht, waarbij de kilometerstand in de advertentie op mobile.de 187.000 kilometer vermeld stond. Na de aankoop bleek echter dat de werkelijke kilometerstand 365.000 kilometer was, wat de eiser niet was verteld. De eiser heeft de koopovereenkomst bij brief van 2 maart 2021 vernietigd op basis van dwaling, omdat hij de overeenkomst niet zou hebben gesloten als hij op de hoogte was geweest van de werkelijke kilometerstand. De gedaagde voerde aan dat hij niet de verkopende partij was, maar dat Auto Groep Enschede B.V. de auto had verkocht. De rechtbank oordeelde echter dat de eiser en gedaagde wel degelijk een overeenkomst hadden gesloten, en dat de gedaagde verantwoordelijk was voor de onjuiste informatie over de kilometerstand. De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld tot terugbetaling van de koopsom van € 11.900,00, vermeerderd met wettelijke rente, en tot het ophalen van de auto in Duitsland binnen 14 dagen, op straffe van een dwangsom. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke kosten en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer : 9873557 CV EXPL 22-1837
Vonnis van 16 mei 2023
in de zaak van
[eiser] ,
wonend te [woonplaats 1] , Duitsland,
eisende partij, hierna te noemen [eiser] ,
gemachtigde mr. C.R.T.M. van Ninhuijs, advocaat te Steyl,
tegen
[gedaagde] ,
voorheen handelend onder de naam [bedrijf] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
verschenen in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 1 november 2022;
- de mondelinge behandeling op 6 april 2023;
- het getuigenverhoor van 6 april 2023 van [getuige] , de vader van eiser.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Samenvatting

Deze zaak draait om een auto (een Audi S4 3.0 TFSIS tronic quattro) die [eiser] op
15 februari 2021 in (de buurt van) Enschede heeft gekocht. In de advertentie op mobile.de, waarop [eiser] had gereageerd, stond dat de auto 187.000 kilometer had gereden. Toen de auto na aankoop in Duitsland door hem ter keuring aan de TUV werd aangeboden, bleek dat de kilometerstand niet klopte en recent was aangepast; bij het laatste onderhoud in december 2020 was de stand al 365.000 kilometer. [eiser] heeft [gedaagde] aangeschreven om de auto terug te nemen, maar die stelde dat hij niet de verkopende partij is, maar Auto Groep Enschede B.V.
Bij vonnis in incident van 20 september 2022 is aan [gedaagde] toestemming verleend om Auto Groep Enschede B.V. in vrijwaring op te roepen. [gedaagde] heeft ondanks de verleende toestemming toch geen vrijwaringsprocedure gestart, naar hij stelt vanwege de kosten.
Ook in deze procedure voert [gedaagde] als verweer dat niet hij, maar Auto Groep Enschede B.V. de verkopende partij is en dat [eiser] die partij moet aanspreken. Dit verweer wordt echter gepasseerd: volgens de kantonrechter moet worden aangenomen dat [eiser] zaken heeft gedaan met [gedaagde] , handelend onder de naam [bedrijf] . Vanwege de afwijkende kilometerstand is er sprake van dwaling, want als [eiser] daarvan op de hoogte was geweest had hij de overeenkomst niet (onder dezelfde voorwaarden) gesloten. [eiser] heeft dus terecht bij brief van 2 maart 2021 de koopovereenkomst vernietigd wegens dwaling. [gedaagde] moet de koopsom, vermeerderd met rente en incassokosten, terugbetalen en de auto terugnemen en ophalen in Duitsland, onder verbeurte van een dwangsom. Ook wordt [gedaagde] veroordeeld in kosten van deze procedure.

3.het geschil

3.1.
[eiser] vordert (primair), samengevat weergegeven:
 voor recht te verklaren dat de koopovereenkomst van 15 februari 2021 met betrekking tot de Audi S4 3.0 TFSIS tronic quattro, gesloten tussen [eiser] en [gedaagde] , bij brief van 2 maart 2021 door [eiser] is vernietigd dan wel ontbonden;
 dan wel deze koopovereenkomst alsnog te vernietigen;
 [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 11.900,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2021, dan wel vanaf
2 maart 2021, dan wel vanaf de dag van de dagvaarding, tot aan de dag van voldoening;
 [gedaagde] te veroordelen om de Audi binnen 14 dagen nadat vonnis is gewezen op te halen op het adres van [eiser] in Duitsland, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat [gedaagde] daarmee in gebreke blijft, totdat [gedaagde] aan het vonnis zal hebben voldaan, met een maximum van € 14.000,00;
 [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 17,50 per dag, betreffende de stallingskosten van het voertuig, vanaf 2 maart 2021, dan wel vanaf 23 augustus 2021 tot aan de dag dat de Audi in Duitsland zal zijn opgehaald;
 [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.081,74 aan buitengerechtelijke incassokosten;
 [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten en nakosten, welke kosten binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis moeten zijn voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van verstrijken van voornoemde termijn van voldoening.
3.2.
[eiser] legt - kort samengevat - het volgende aan zijn vordering ten grondslag. [eiser] zag dat [bedrijf] via een advertentie op de website ‘mobile.de’ een Audi S4 3.0 TFSI S tronic quattro (hierna: de Audi of de auto) aanbood. Vervolgens heeft [eiser] op 15 februari 2021, als consument, een mondelinge koopovereenkomst gesloten met [gedaagde] , die handelde namens [bedrijf] . [gedaagde] heeft daarbij deze Audi aan [eiser] geleverd, waarvoor [eiser] een bedrag van € 11.900,00 heeft betaald. Achteraf is uit onderzoek gebleken dat de Audi een aangepaste, onjuiste kilometerstand heeft en dat de daadwerkelijke kilometerstand twee keer zo hoog is. [eiser] is hier tijdens de aankoop niet over geïnformeerd. Als hij daarvan had geweten, dan had hij de koopovereenkomst nooit gesloten. [eiser] heeft de overeenkomst daarom bij brief van
2 maart 2021 vernietigd op basis van dwaling.
Subsidiair stelt [eiser] zich op het standpunt dat hij de overeenkomst bij brief van 2 maart 2021 heeft ontbonden, omdat vanwege de onjuiste kilometerstand sprake is van non-conformiteit.
De vernietiging, althans ontbinding van de overeenkomst heeft tot gevolg dat [gedaagde] het aankoopbedrag van € 11.900,00 aan [eiser] moet terugbetalen en de Audi moet terugnemen.
3.3.
Daarnaast vordert [eiser] schadevergoeding in de vorm van stallingskosten van de Audi, ter hoogte van € 17,50 per dag (vanaf 2 maart 2021, dan wel vanaf 23 augustus 2021) op grond van onrechtmatige daad, dan wel een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] . [eiser] verwijt [gedaagde] dat hij onduidelijkheid heeft gecreëerd over de hoedanigheid van de verkoper en geen gehoor heeft gegeven aan de (gevolgen van de) vernietiging van de koopovereenkomst door [eiser] .
3.4.
Omdat [gedaagde] tot op heden de gevorderde bedragen niet aan [eiser] heeft betaald, heeft [eiser] de vordering uit handen moeten geven aan zijn gemachtigde. [eiser] vordert [gedaagde] daarom ook te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten, proceskosten en nakosten.
3.5
[gedaagde] voert verweer tegen de vorderingen.
Hij voert aan dat hij niets met de koopovereenkomst te maken heeft, zodat [eiser] de verkeerde partij heeft gedagvaard. [gedaagde] betoogt dat Auto Groep Enschede B.V. (hierna: Autogroep Enschede) de verkopende partij is geweest; volgens hem is er meerdere keren contact geweest tussen [eiser] en Auto Groep Enschede en er is een factuur waarop de naam van Auto Groep Enschede staat vermeld.
[gedaagde] voert verder aan dat [bedrijf] niet meer bestaat en al langere tijd niet meer staat ingeschreven in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel. Het bedrijf heeft volgens hem nooit omzet gemaakt en had eigenlijk alleen een account op de autosite mobile.de in haar bezit. Met dat account werd volgens [gedaagde] door hem niets gedaan, maar het is wel blijven bestaan, zodat Auto Groep Enschede hier tijdelijk gebruik van kon maken. [gedaagde] stelt dat hij daarover is benaderd door [getuige] , die eigenaar is van Auto Groep Enschede en dat hij deze [getuige] daarover heeft gesproken in diens bedrijfspand in de buurt van Boekelo. [gedaagde] stelt dat Auto Groep Enschede de auto wel wil terugnemen.
Volgens [gedaagde] staat hij er geheel buiten. Dat [eiser] en zijn vader zeggen dat ze hem ontmoet hebben op 15 februari 2022 en dat hij bij de verkoop aanwezig was, betwist [gedaagde] .

4.beoordeling door de kantonrechter

de bevoegdheid van de rechter en het toepasselijke recht
4.1
[eiser] is woonachtig in Duitsland en [gedaagde] is woonachtig in Nederland. Daarmee heeft deze zaak internationale aspecten.
Het onderhavige geschil betreft een burgerlijke- of handelszaak in de zin van artikel 1 van de Verordening (EU) Nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: Herschikte EEX-Vo).
De vordering is ingesteld na 10 januari 2015 (art. 66 lid 1 Herschikte EEX-Vo), zodat op basis van deze Verordening de rechterlijke bevoegdheid moet worden bepaald.
Aangezien [gedaagde] woonplaats heeft in Nederland en partijen geen andere forumkeuze hebben gemaakt, komt de Nederlandse rechter op grond van artikel 4 lid 1 van de Herschikte EEX-Vo rechtsmacht toe.
Ingevolge het bepaalde in artikel 7 lid 1 onder b Herschikte EEX-Vo geldt voor de rechterlijke bevoegdheid bij koop en verkoop van een roerende lichamelijke zaak, tenzij anders is overeengekomen, de plaats waar de zaak volgens de overeenkomst geleverd is of geleverd had moeten worden. Partijen zijn het erover eens dat de door [gedaagde] gekochte auto is geleverd in het rechtsgebied van de rechtbank Overijssel, zodat deze rechtbank bevoegd is van het geschil kennis te nemen.
Gelet op de omvang van de vordering is de kantonrechter in deze rechtbank bevoegd.
4.2.
Krachtens artikel 4 lid 1 onder a van de in deze zaak toepasselijke EG-Verordening 593/2008 wordt, bij gebreke van een rechtskeuze, een overeenkomst tot de verkoop van een roerende zaak beheerst door het recht van het land waar de verkoper zijn gewone verblijfplaats heeft. Gelet op de woonplaats van [gedaagde] is daarom het Nederlandse recht van toepassing.
partijen bij de koopovereenkomst
4.3.
Het verweer van [gedaagde] dat niet hij, maar een andere partij (Auto Groep Enschede) in februari 2021 de auto aan [eiser] heeft verkocht kan naar het oordeel van de kantonrechter niet slagen. Daartoe overweegt de kantonrechter het volgende:
[gedaagde] voert sinds 5 oktober 2020 eenmanszaak onder de handelsnaam [bedrijf] , een onderneming in handel en reparatie van auto’s. Uit het door [eiser] overgelegde uittreksel uit het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel volgt dat de onderneming in augustus 2021 nog was gevestigd op het adres [adres] .
[bedrijf] had in de periode dat de koop is gesloten een account op mobile.de, de grootste website in Duitsland waarop auto’s te koop worden aangeboden. Begin 2021 heeft [bedrijf] een advertentie geplaatst op mobile.de, waarin de Audi te koop is aangeboden. [gedaagde] heeft weliswaar aangevoerd dat niet hij, althans [bedrijf] , maar een derde partij (Auto Groep Enschede) die auto te koop heeft aangeboden, omdat [gedaagde] met die partij zou zijn overeengekomen dat deze het account van [bedrijf] op de website mocht gebruiken, maar dat verweer heeft [gedaagde] op geen enkele wijze onderbouwd. Hij heeft geen stukken in het geding gebracht waaruit blijkt dat dergelijke afspraken zijn gemaakt. Daarnaast wordt overwogen dat niet valt in te zien waarom een ander autobedrijf niet zelf een account zou aanmaken op mobile.de, dus het verweer dat [gedaagde] zijn account ter beschikking zou hebben gesteld aan Auto Groep Enschede komt de kantonrechter (ook) niet aannemelijk voor. Bovendien, als [gedaagde] wel een ander bedrijf gebruik had laten maken van zijn account, dan had hij ervoor moeten zorgen dat duidelijk was dat de advertentie(s) niet namens hem, maar namens die derde werd(en) geplaatst. Gesteld noch gebleken is dat dat is gebeurd.
[eiser] heeft naar aanleiding van de advertentie met betrekking tot de Audi telefonisch contact opgenomen met het in de advertentie op mobile.de vermelde telefoonnummer van [bedrijf] en heeft via die weg een afspraak gemaakt om de auto te komen bekijken.
Er is afgesproken op het vestigingsadres van [bedrijf] aan de [adres] . Eenmaal daar aangekomen werden [eiser] en zijn vader opgewacht door een man, die hen vertelde dat de auto uit de advertentie in een loods elders stond. Dat de auto door een andere partij dan de adverteerder werd aangeboden, is niet kenbaar gemaakt.
Zowel [eiser] als zijn vader, die als getuige onder ede is gehoord, hebben verklaard dat [gedaagde] (de man die ter zitting als gedaagde aanwezig was) hen heeft ontvangen op het adres van [bedrijf] aan de [adres] . [eiser] en zijn vader zijn op aanwijzing van [gedaagde] achter hem aangereden en hebben in een loods, op een voor hen onbekend adres, de auto uit de advertentie bekeken. In de loods was toen nog een tweede man aanwezig. Bij de eerste ontmoeting aan de [adres] , tijdens het bezoek aan de loods en tijdens het gesprek tussen [eiser] , zijn vader en de beide aanwezige mannen is op geen enkel moment gezegd dat de auto niet te koop werd aangeboden door [bedrijf] , maar door een andere partij (Auto Groep Enschede). Nu het contact tot stand was gekomen via de advertentie van [bedrijf] , de afspraak in eerste instantie ook plaatsvond op het vestigingsadres van [bedrijf] , en er geen ander bedrijf als verkopende partij is genoemd, is de conclusie dat [gedaagde] , handelend onder de naam
[bedrijf] als de verkopende partij moet worden aangemerkt.
Bescherming van consumenten is belangrijk en daarom door de wetgever vastgelegd in de wet. Mede daarom dient de verkopende partij duidelijkheid te verschaffen aan de consument, zodat deze weet waar hij terecht kan bij klachten of tekortkomingen. Indien [gedaagde] de overeenkomst niet sloot of wilde sluiten namens [bedrijf] , dan had hij dit expliciet duidelijk moeten maken aan [eiser] , maar dat is niet gebeurd.
Om zijn verweer te onderbouwen wijst [gedaagde] nog op de koopovereenkomst die bij de verkoop is ingevuld op een voorgedrukt vel papier.
In de kop staat:
Auto Groep B.V.
Celsiusstraat 32
1704 RW Heerhugowaard
(T) 0031-534577821
(M) 0031-631383990
(F) 0031-54785480
autogroepenschede@mail.com
Op 15 februari 2021 zijn op het document ingevuld de naam en het adres van [eiser] , het type van de verkochte auto en een bedrag € 9.950,00, terwijl [eiser] onbestreden heeft gesteld dat een verkoopprijs van € 11.900,00 is overeengekomen en dat hij dat bedrag destijds ook contant heeft betaald. [eiser] heeft in dat verband aangevoerd dat volgens de verkopende partij op de koopovereenkomst een lager bedrag moest worden ingevuld omdat contante betaling boven de € 10.000,00 niet zijn toegestaan.
Aan dit verkoopdocument komt naar het oordeel van de kantonrechter niet de waarde toe die [gedaagde] daaraan wil geven. In de eerste plaats is het de vraag of Auto Groep B.V. in Heerhugowaard een bestaand bedrijf is (geweest). [eiser] stelt in deze procedure dat Auto Groep B.V. te Heerhugowaard nooit ingeschreven is geweest in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel en [gedaagde] heeft die stelling niet gemotiveerd betwist.
Hij had in reactie daarop bijvoorbeeld een uittreksel van de Kamer van Koophandel kunnen overleggen, waaruit inschrijving blijkt, maar dat heeft hij niet gedaan. Los daarvan is er geen reden om aan te nemen dat [eiser] de auto heeft gekocht van Auto Groep B.V. te Heerhugowaard; hij is nooit in Heerhugowaard geweest en er is op geen enkel moment tijdens het verkoopproces een vertegenwoordiger van dat bedrijf aanwezig geweest. Tijdens de bezichtiging van de auto is ook nooit iets gezegd over dit bedrijf. Het enkele feit dat die bedrijfsnaam staat op de handgeschreven koopovereenkomst, is niet voldoende om te kunnen concluderen dat dat de verkopende partij is. Ook vermeldt het document een e-mailadres van nog een ander bedrijf, namelijk autogroepenschede.nl. Dit is dus weer een andere entiteit dan Auto Groep B.V. uit Heerhugowaard. Niet duidelijk is waarom dit e-mailadres wordt gecombineerd met de naam en adresgegevens van een ander bedrijf. Mogelijk heeft [gedaagde] samengewerkt met iemand die de handelsnaam Auto Groep Enschede gebruikt, maar ook daarvoor geldt dat dit ten tijde van de koop niet kenbaar is gemaakt aan [eiser] , die naar het oordeel van de kantonrechter terecht aannam dat [gedaagde] de verkopende partij was.
Het vrijwaringsbewijs dat [gedaagde] in deze procedure heeft overgelegd, waarin staat dat Auto Groep Enschede [bedrijf] vrijwaart van iedere aansprakelijk als gevolg van het gebruik van mobile.de, maakt het voorgaande niet anders. Uit dit stuk kan immers niet worden afgeleid dat Auto Groep Enschede de auto te koop heeft aangeboden in plaats van [gedaagde] , handelend onder de naam [bedrijf] . Dat [gedaagde] zich, nu hij wordt aangesproken op grond van de koopovereenkomst, wenst te verschuilen achter een andere partij, kan hem niet baten en ook dit verweer zal worden gepasseerd. Ook als hij met Auto Groep Enschede afspraken zou hebben gemaakt, dan staat dat in ieder geval los van de overeenkomst tussen [eiser] en [gedaagde] .
dwaling?
4.4.
Nu de kantonrechter hiervoor heeft geoordeeld dat moet worden aangenomen dat de koopovereenkomst met betrekking tot de Audi tussen [eiser] en [gedaagde] is gesloten, ligt vervolgens ter beoordeling voor of [eiser] deze overeenkomst rechtsgeldig heeft vernietigd op grond van dwaling.
4.5.
Artikel 6:228 Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat een overeenkomst vernietigbaar is als deze onder invloed van dwaling tot stand is gekomen en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten. Deze onjuiste voorstelling van zaken moet te wijten zijn aan een inlichting van de wederpartij of aan het schenden van een mededelingsplicht door die wederpartij.
4.6.
[eiser] beroept zich erop dat hij er bij het sluiten van de koop vanuit ging dat de kilometerstand van de Audi, zoals in de advertentie vermeld, 187.000 kilometer was terwijl hem later is gebleken dat die kilometerstand onjuist is. Hij heeft in dat verband aangevoerd dat uit de onderhoudshistorie is gebleken dat de kilometerstand bij de laatste onderhoudsbeurt al 365.000 kilometer was, zodat deze moet zijn aangepast. Volgens [eiser] had hij de overeenkomst niet gesloten als hij met die hogere kilometerstand bekend was geweest.
4.7.
De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde] de stellingen van [eiser] dat de in de advertentie vermelde kilometerstand van de Audi onjuist is en dat deze voor de verkoop is aangepast niet (gemotiveerd) heeft betwist.
Dit betekent dat er inderdaad - zoals [eiser] stelt - sprake is van dwaling, omdat hij de koop niet zou hebben gesloten als hij een juiste voorstelling van zaken had gehad. De gevorderde verklaring voor recht dat de koopovereenkomst bij brief van 2 maart 2021 is vernietigd kan daarom worden toegewezen.
4.8.
Vernietiging heeft terugwerkende kracht. Dat staat in artikel 3:53 BW.
Dit heeft allereerst tot gevolg dat [gedaagde] de koopsom van € 11.900,00, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover, aan [eiser] moet terugbetalen.
Tevens dient [gedaagde] de auto binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis op het adres van [eiser] in Duitsland op te halen. De kantonrechter zal aan die verplichting, zoals gevorderd, een dwangsom verbinden met dien verstande dat zij de gevorderde dwangsom zal matigen tot € 500,00 per dag dat [gedaagde] daarmee in gebreke blijft, zulks met een maximum van € 12.000,00.
Ter zitting heeft [gedaagde] verklaard dat hij geen geld heeft en de koopsom dus niet (op korte termijn) kan terugbetalen. Het terugvorderen van de koopsom kan dus in de praktijk wel een kwestie van jaren worden. Het kan daarom in het belang zijn van partijen om onderling afspraken te maken over een oplossing die op kortere termijn tot afronding van het geschil leidt, zoals bijvoorbeeld een terugbetaling van een gedeelte van de koopsom, waarbij de auto in het bezit blijft van [eiser] .
4.9.
De vordering ter zake stallingskosten wordt niet toegewezen, omdat [eiser] niet heeft onderbouwd dat deze daadwerkelijk zijn gemaakt.
buitengerechtelijke kosten
4.10.
[eiser] maakt aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke kosten.
[gedaagde] heeft daartegen geen specifiek verweer gevoerd.
Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten ad € 1.081,74 komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
proceskosten en nakosten
4.11.
Als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij zal [gedaagde] worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, bestaande uit: explootkosten € 133,39, griffierecht € 244,00, salaris gemachtigde € 932,50 (€ 373,00 per punt, 1 punt voor dagvaarding, 1 punt voor bijwonen van de zitting, ½ punt voor het getuigenverhoor), alles bij elkaar € 1.309,89.
De nakosten worden begroot op € 132,00.
5. De beslissing
De kantonrechter
5.1.
verklaart voor recht dat de koopovereenkomst van 15 februari 2021 met betrekking tot de Audi S4 3.0 TFSIS tronic quattro, tussen [eiser] en [gedaagde] , bij brief van 2 maart 2021 door [eiser] is vernietigd;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van een bedrag van € 11.900,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 15 februari 2021 tot aan de dag van voldoening;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om de Audi binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis op het adres van [eiser] in Duitsland op te halen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat hij daarmee in gebreke blijft, zulks met een maximum van
€ 12.000,00;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van € 1.081,74 aan buitengerechtelijke kosten;
5.5.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, tot op heden aan de zijde van [eiser] begroot op € 1.309,89 en in de nakosten, tot op heden begroot op € 132,00,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad
5.7.
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A. Smit, kantonrechter, en op 16 mei 2023 in het openbaar uitgesproken door mr. J.M. Marsman, kantonrechter.