Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[Partij B1] ,
[Partij B2],
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De feiten
[adres 2], toevoeging rechtbank]
.
[adres 3], toevoeging rechtbank]
. (…)”
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee buren, [Partij A] en [Partij B], over het onderhoud van een erfdienstbaarheid van weg. [Partij A] stelt dat [Partij B] zijn onderhoudsplicht niet nakomt en vordert dat [Partij B] het recht van erfdienstbaarheid duldt en deugdelijk onderhoud pleegt. [Partij B] daarentegen vordert een verbod voor [Partij A] om werkzaamheden aan de weg te verrichten. De rechtbank heeft op 31 mei 2023 vonnis gewezen, waarin beide vorderingen zijn afgewezen. De rechtbank oordeelt dat [Partij A] geen belemmeringen ondervindt in de uitoefening van zijn recht van erfdienstbaarheid en dat er geen onderhoudsplicht voor [Partij B] kan worden afgeleid uit de akte van vestiging van de erfdienstbaarheid. De rechtbank wijst erop dat de staat van de weg voldoende toegankelijk is en dat de onderhoudsplicht niet is vastgelegd in de akte. De rechtbank adviseert partijen om onderlinge afspraken te maken over het onderhoud om toekomstige geschillen te voorkomen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.