Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.De beoordeling in het incident
3.De beslissing
13 juni 2023 te 10:00 uur;
Rechtbank Overijssel
Op 31 mei 2023 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, een vonnis gewezen in een incident tot voeging en verwijzing tussen [partij A] B.V. en [partij B]. [partij A] B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. C.A. van Zwieten, is de eisende partij in de hoofdzaak en verwerende partij in het incident. [partij B], vertegenwoordigd door advocaat mr. J.F. Vanhommerig, is de gedaagde partij in de hoofdzaak en eisende partij in het incident. De procedure is gestart met een dagvaarding en incidentele conclusies tot voeging en antwoord. [partij B] vorderde dat de procedures met de zaaknummers 10331524 en C/08/294372 worden gevoegd en verwezen naar de kantonrechter, omdat beide procedures betrekking hebben op het arbeidsverleden van [partij B] bij [partij A]. [partij A] betwistte de verknochtheid van de zaken, maar de rechtbank oordeelde dat er voldoende band is tussen de procedures om gelijktijdige behandeling te rechtvaardigen. De rechtbank heeft de vordering tot verwijzing toegewezen, de hoofdzaak met zaaknummer 294372/HA ZA 23/126 gevoegd met de procedure 10331524, en de proceskosten gecompenseerd. De hoofdzaak is verwezen naar de rolzitting van de kantonrechter op 13 juni 2023, waarbij partijen niet hoeven te verschijnen. Tevens is er informatie gegeven over het griffierecht en de mogelijkheid voor onvermogenden om een lager griffierecht te betalen. Het vonnis is uitgesproken door mr. A.M. van Diggele.