ECLI:NL:RBOVE:2023:1885

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
23 mei 2023
Publicatiedatum
26 mei 2023
Zaaknummer
08.046692.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 20-jarige man voor medeplegen van een gewelddadige overval met diefstal

Op 23 mei 2023 heeft de Rechtbank Overijssel een 20-jarige man veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur voor het medeplegen van een gewelddadige overval. De overval vond plaats op 23 februari 2022 in Kampen, waar de verdachte samen met twee medeverdachten de woning van het slachtoffer binnenging. Tijdens de overval werd het slachtoffer mishandeld, bedreigd met een mes en gedwongen om zijn bankgegevens prijs te geven. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn medeverdachten zich schuldig hebben gemaakt aan diefstal met geweld, waarbij het geweld en de bedreiging met geweld een essentieel onderdeel vormden van de diefstal. De rechtbank achtte de betrokkenheid van de verdachte bij de overval voldoende bewezen, ondanks dat niet kon worden vastgesteld wie welke specifieke handelingen heeft verricht. De verdachte werd vrijgesproken van enkele onderdelen van de tenlastelegging, waaronder het bedreigen van het slachtoffer met een mes en het stelen van bepaalde goederen, omdat deze niet konden worden bewezen. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn jonge leeftijd en het feit dat hij nog niet eerder was veroordeeld. De opgelegde straf is bedoeld om de verdachte de kans te geven zijn leven weer op de rails te krijgen, met bijzondere voorwaarden voor reclassering en behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.046692.22 (P)
Datum vonnis: 23 mei 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2003 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 9 mei 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M.M.F.A. Smits en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. M.J.C. Verlaan, advocaat in Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich samen met anderen heeft schuldig gemaakt aan diefstal met geweld tegen [slachtoffer] (verder ook:
[slachtoffer]).
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 23 februari 2022 in de gemeente Kampen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen enig geldbedrag en/of een Playstation 4 en/of meerdere bankpassen en/of
meerdere (mobiele) telefoons (Samsung A52 en/of Samsung Galaxy S10) en/of meerder kledingstukken (waaronder een riem, een trainingsjack, trainingsbroek, meerdere broeken en/of een jas) en/of een e-smoker en/of een cruncher en/of kabels en/of oortjes en/of sleutels,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
Welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hiern bestond(en) datverdachte en/of zijn mededader(s):
- voornoemde [slachtoffer] (aan zijn vest) de woning (op/aan de [woonplaats 2]

) naar binnen heeft/hebben getrokken,

- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer] meermalen op/tegen/in het gezicht en/of

(elders) op/tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt,

- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer] bij/om de nek (met kracht) heeft/hebben gepakt en/of gegrepen en/of geklemd en/of vastgehouden en/of (vervolgens) de keel van voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben dicht geknepen en/of gehouden en/of een hand op de mond van voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben gedaan en/of gehouden,
- (vervolgens) de armen van voornoemde [slachtoffer] aan elkaar heeft/hebben gebonden (met een shirt),
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben gefouilleerd (en geld uit de broekzak hebben gehaald),
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer] meermalen op/tegen de ribben en/of (elders) op/tegen het lichaam heeft/hebben getrapt en/of geschopt,
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben bedreigd door een mes in de hand te nemen en/of te houden voor en/of te tonen aan en/of op/tegen de keel te houden en/of te zetten van voornoemde [slachtoffer] en/of voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen "ik steek je neer", althans (telkens) woorden en/of feitelijkheden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- de woning overhoop heeft/hebben gehaald.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden, met uitzondering van het houden van een mes tegen de keel. Ten aanzien van dit onderdeel van de tenlastelegging heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde feit bewezen kan worden, met dien verstande dat hij ten aanzien van de diefstal van de Playstation 4, de twee telefoons (Samsung A52 en Samsung Galaxy S10) en de sleutels partiële vrijspraak heeft bepleit omdat deze goederen niet zijn teruggevonden. Verder is er volgens de raadsman onvoldoende bewijs dat verdachte geld uit de broekzak van [slachtoffer] heeft gehaald en dat verdachte [slachtoffer] met een mes heeft bedreigd, zodat verdachte ook van deze onderdelen van de tenlastelegging moet worden vrijgesproken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vaststelling van de feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de in de bijlage bij dit vonnis opgenomen bewijsmiddelen het volgende vast, waarbij voor wat betreft de feitelijke toedracht met name wordt uitgegaan van de verklaringen van aangever [slachtoffer] en van medeverdachte [medeverdachte 1] (verder: ‘ [medeverdachte 1] ’, de jongere broer van [verdachte] ).
Op 23 februari 2022 heeft verdachte zich samen met de twee medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] (verder: ‘ [medeverdachte 2] ’, de toenmalige vriendin van [verdachte] ) naar de woning van [slachtoffer] in Kampen begeven. Verdachte sprak met hen af om daar het geld op te halen, dat hij eerder in een enveloppe in de badkamer van die woning zou hebben verstopt. Bij de woning aangekomen, hebben zij gewacht tot [slachtoffer] de woning verliet en vertrok. Daarna zijn zij de woning met een sleutel binnengegaan. Terwijl zij in de woning zochten naar het geld kwam [slachtoffer] binnen. Om te voorkomen dat de aanwezigheid van [slachtoffer] de zoektocht naar het geld in de weg zou staan hebben verdachte en [medeverdachte 1] [slachtoffer] mishandeld en bedreigd. [slachtoffer] is de woning ingetrokken, meermalen (met een vuist) in zijn gezicht en tegen andere delen van zijn lichaam geslagen en gestompt en met kracht bij zijn nek gepakt waarna die nek werd dichtgeknepen, waardoor [slachtoffer] tijdelijk geen lucht kreeg. Daarbij kreeg [slachtoffer] een hand op zijn mond gedrukt. Ook zijn de armen van [slachtoffer] met een t-shirt aan elkaar gebonden waarna hij werd gefouilleerd. [slachtoffer] kreeg tevens meerdere trappen op zijn lichaam, onder meer tegen zijn ribben. Tot slot is [slachtoffer] met een mes bedreigd.
Ondertussen zochten verdachte en [medeverdachte 1] naar het geld, waarbij zij de woning overhoop hebben gehaald. Toen dat geld niet te vinden bleek, werd [slachtoffer] gedwongen via een app op zijn telefoon inzage te geven in zijn banksaldo om te zien of daar geld op stond. Daarna hebben verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] spullen van [slachtoffer] in een rode tas, een gele tas en een blauwe rugzak gestopt. Die spullen betroffen geld, meerdere bankpassen, een riem, een trainingsjack, meerdere broeken, een jas, een e-smoker, een cruncher, kabels en oortjes. Daarop verlieten zij de woning en namen de tassen en de rugzak mee naar buiten. [slachtoffer] hebben zij gewond en vastgebonden in de woning achtergelaten. Vervolgens liepen zij naar het treinstation Kampen-Zuid. Daar werden verdachte en [medeverdachte 1] door de politie aangehouden en werden de gestolen spullen in de genoemde tassen aangetroffen.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het ten laste gelegde feit. Vooropgesteld wordt dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de mededaders. Of daarvan sprake is hangt onder meer af van de intensiteit van die samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte. De medepleger moet een wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan het delict. Hierbij moet bij de medepleger sprake zijn van zogenaamd ‘dubbel opzet’. Dit houdt in dat zijn wil gericht moet zijn op zowel het tot stand brengen van het feit als op de samenwerking met de mededaders. Voor de bewezenverklaring van medeplegen is niet vereist dat het gewicht van de bijdrage van de medeplegers gelijk is en dat iedere medepleger exact op de hoogte is van de bijdragen van de andere medepleger(s) aan het strafbare feit. Voor de bewezenverklaring van het ten laste gelegde medeplegen is ook niet relevant wie van de mededaders welke handelingen heeft uitgevoerd.
Uit de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden blijkt dat verdachte met zijn medeverdachten [slachtoffer] heeft bestolen, waarbij die diefstal vergezeld ging van en vergemakkelijkt werd door het toepassen van geweld tegen [slachtoffer] . Hierbij heeft verdachte met zijn medeverdachten nauw en bewust samengewerkt.
Ten aanzien van het toegepaste geweld bestond die nauwe samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte 1] uit het gezamenlijk, al dan niet om de beurt, mishandelen van [slachtoffer] . Daarmee hebben zij beiden een wezenlijke bijdrage geleverd aan die mishandeling.
Ten aanzien van de diefstal bestond de nauwe samenwerking tussen verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Zij hebben gezamenlijk, nadat duidelijk werd dat het geld dat zij zochten niet te vinden bleek, besloten om (dan maar) spullen [slachtoffer] te stelen en daar alle drie uitvoering aan gegeven. Daarmee heeft ieder van hen een wezenlijke bijdrage geleverd aan die diefstal.
Weliswaar kan de rechtbank niet vaststellen wie de hiervoor genoemde gedragingen daadwerkelijk heeft begaan (de medeverdachten lijken de schuld in elkaars schoenen te schuiven), maar uit de opgenomen bewijsmiddelen in de bijlage blijkt voldoende dat deze gedragingen hebben plaatsgevonden en dat verdachte die gedragingen bewust samen met [medeverdachte 1] respectievelijk met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft gepleegd. Zoals hiervoor werd overwogen is voor de bewezenverklaring van het ten laste gelegde medeplegen ook niet relevant wie van de mededaders welke handelingen precies heeft uitgevoerd.
Nu de wil van verdachte zowel gericht was op het tot stand brengen van de mishandeling en de diefstal, als op de samenwerking met de andere daders, is tevens voldaan aan het hiervoor genoemde vereiste van ‘dubbel opzet’.
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dan ook dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering van de mishandeling en de diefstal. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met uitzondering van de diefstal van de Playstation 4, de trainingsbroek, de twee mobiele telefoons en de sleutels, aangezien deze goederen niet zijn aangetroffen. Ook acht de rechtbank het ten laste gelegde geld uit de broek van [slachtoffer] halen, het houden van een mes tegen de keel van [slachtoffer] en het dreigement [slachtoffer] met dat mes neer te zullen steken, niet wettig en overtuigend bewezen. Gelet hierop zal verdachte van deze onderdelen van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat hij:
op 23 februari 2022 in de gemeente Kampen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen enig geldbedrag en meerdere bankpassen en meerdere kledingstukken (waaronder een riem, een trainingsjack, meerdere broeken en/of een jas) en een e-smoker en een cruncher en kabels en oortjes, toebehorende aan [slachtoffer] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en/ofbedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- voornoemde [slachtoffer] (aan zijn vest) de woning (op/aan de [woonplaats 2] ) naar binnen heeft/hebben getrokken,
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer] meermalenop/tegen/inhet gezicht en/of
(elders) op/tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt,
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer] bij/om de nek (met kracht) heeft/hebben
gepakt en/of gegrepen en/of geklemd en/of vastgehouden en/of (vervolgens) de
keel van voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben dicht geknepen en/of gehouden
en/of een hand op de mond van voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben gedaan
en/of gehouden,
- (vervolgens) de armen van voornoemde [slachtoffer] aan elkaar heeft/hebben
gebonden (met een shirt),
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben gefouilleerd,
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer] meermalen tegen de ribben en/of
(elders) op/tegen het lichaam heeft/hebben getrapt en/of geschopt,
- (vervolgens) voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben bedreigd door een mes in de
hand te nemen en te tonen aan voornoemde [slachtoffer] ,
- de woning overhoop heeft/hebben gehaald.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Het misdrijf:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest en met een proeftijd van twee jaren, en dat daarbij de bijzondere voorwaarden worden opgelegd zoals vermeld in het reclasseringsrapport van 6 april 2023.
Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om de maximale werkstraf van 240 uren op te leggen en daarnaast een gevangenisstraf voor de duur van 540 dagen, waarvan 526 dagen voorwaardelijk, met daaraan gekoppeld een proeftijd van twee jaar en de door de reclassering geadviseerde voorwaarden als bijzondere voorwaarden.
De raadsman heeft verzocht om een straf met toekomstperspectief op te leggen en rekening te houden met de omstandigheid dat het niet de intentie van verdachte was om dit feit te plegen, dat verdachte nog jong is, first offender is, en dat de voorlopige hechtenis al meer dan een jaar is geschorst en dat verdachte zich goed aan de bijzondere voorwaarden heeft gehouden en zich goed voor zijn behandeling bij [naam 1] heeft ingezet.
Het gaat heel goed met verdachte en hij moet de kans krijgen om de ingezette positieve lijn voort te zetten. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou dit kunnen doorkruisen.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich samen met zijn broer [medeverdachte 1] schuldig gemaakt aan diefstal met geweld. Verdachte wilde het geld dat hij in de woning van aangever [slachtoffer] had verstopt ophalen, en toen aangever onverwachts thuis kwam, hebben zij hem mishandeld en bedreigd, aangezien verdachte hem ervan verdacht dat hij het geld had ontvreemd. Uiteindelijk hebben zij samen met [medeverdachte 2] , zijn vriendin toentertijd, spullen van aangever gestolen.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de justitiële documentatie van verdachte van 10 april 2023, waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld.
De rechtbank heeft in het kader van de strafoplegging verder rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals deze onder meer blijken uit het reclasseringsadvies van 6 april 2023. Hierin staat geschreven dat verdachte in het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis sinds mei 2022 onder toezicht van de reclassering staat en dat dit positief verloopt. Verdachte woont bij [woonplaats 1] , een forensisch begeleid woonvoorziening voor jongvolwassenen.
Verdachte kende een zeer belaste jeugd, waaruit mogelijk trauma’s zijn ontstaan. Op
11 augustus 2022 heeft hij een intake bij forensisch behandelaar [naam 1] gehad en eind oktober 2022 is het behandelplan vastgesteld. Nadat de behandeling even stil heeft gelegen is de behandeling op 19 januari 2023 hervat. De komende periode zal er met traumaverwerking worden gestart en zal EMDR worden ingezet. Verdachte is bereid om aan zichzelf te werken.
Er is inmiddels sprake van voldoende stabiliteit op diverse leefgebieden. Desondanks acht de reclassering voortzetten van het reclasseringskader wenselijk om op die manier een extra stok achter de deur te realiseren, verdachte zijn stabiliteit op gebied van huisvesting te laten behouden en behandeling/onderzoek verder uit te diepen zodat meer inzicht in de persoon van verdachte worden verkregen.
De reclassering schat het recidiverisico in als laag omdat verdachte op dit moment over stabiele huisvesting, passende dagbesteding en een vast inkomen beschikt.
De reclassering adviseert, gelet op het voorgaande, om aan verdachte een (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf op te leggen, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandeling door [naam 1] en begeleid wonen of maatschappelijke opvang bij [woonplaats 1] .
De rechtbank neemt het advies voor wat betreft de op te leggen bijzondere voorwaarden van de deskundige op de in het rapport genoemde gronden over en maakt het oordeel van de deskundige tot de hare.
Verdachte heeft 14 dagen in voorlopige hechtenis doorgebracht en hij is nu al meer dan een jaar (sinds 1 april 2022) op vrije voeten nadat hij is geschorst uit de voorlopige hechtenis. Sindsdien is hij niet met politie en justitie in aanraking gekomen en lijkt er sprake van een positieve ontwikkeling in zijn leven. Hij heeft bij [woonplaats 1] structuur gevonden. Hij werkt bij Dynalogic, sport veel en ook zijn behandeling bij [naam 1] gaat goed.
De rechtbank acht het van groot belang dat de begeleiding van verdachte door de reclassering voortduurt zodat deze positieve ontwikkeling bestendigd kan worden en dat verdachte niet opnieuw in een dergelijke situatie terecht komt.
De rechtbank komt tot de conclusie dat het niet opportuun is dat verdachte opnieuw naar de gevangenis moet omdat dit de positieve ontwikkeling zou kunnen doorkruisen.
Alles afwegend ziet de rechtbank aanleiding om de maximale werkstraf voor de duur van 240 uren op te leggen met daarnaast een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met een proeftijd van 2 jaar en daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd.
De rechtbank is van oordeel dat de op grond van artikel 14c Sr te stellen voorwaarden en het op grond van artikel 14c, zesde lid, Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar moeten zijn nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van één of meer personen.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op het hiervoor genoemde wetsartikel. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b en 14c, 22c en 22d Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
Meldplicht bij reclassering
Verdachte meldt zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Leger des Heils [adres] . Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
Ambulante behandeling
Verdachte laat zich behandelen door [naam 1] Amersfoort of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de
zorgverlener dat nodig vindt;
Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
Verdachte verblijft in [woonplaats 1] of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering.
Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem/haar heeft opgesteld;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- beveelt dat de op grond van artikel 14c Sr gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14c, zesde lid, Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
- beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat twee uren per dag aftrek plaatsvindt;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.W. van Tol, voorzitter, mr. A. van Holten en
mr. A.J. de Loor, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 23 mei 2023.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer ON1R022016 (onderzoek BOSVIOOL). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal ter terechtzitting van 9 mei 2023, inhoudende de door verdachte afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:

Op 23 februari 2022 ben ik samen met mijn broertje [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] naar de woning van [slachtoffer] aan de [woonplaats 2] in Kampen gegaan. We zijn met een sleutel naar binnen gegaan. Toen [slachtoffer] de woning binnen kwam vloog [medeverdachte 1] hem aan. Ze waren aan het vechten in de trappenhal. Ik heb gezien dat [medeverdachte 1] [slachtoffer] heeft geslagen. Omdat [slachtoffer] aan het schreeuwen was heb ik mijn hand op zijn mond gedaan. De armen van [slachtoffer] zijn vastgebonden met een shirt. Toen ik de woning uitging zag ik dat [medeverdachte 1] nog met [slachtoffer] bezig was. Ik heb [medeverdachte 1] van [slachtoffer] afgetrokken. We hebben kleding, bankpassen en muntgeld weggenomen. [medeverdachte 1] en ik stopten de kleding in de tassen.

2. Het proces-verbaal aangifte van 24 februari 2022, pagina’s 2 tot en met 11, inhoudende de door [slachtoffer] afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:

Ik doe aangifte van diefstal met geweld gepleegd op 23 februari 2022 in mijn woning aan de [woonplaats 2] te Kampen. Ik ben door twee mannen en een vrouw overvallen. Een van deze mannen ken ik als [verdachte] . De vrouw is zijn vriendin [medeverdachte 2] . Ik ben door [verdachte] en de andere man zwaar mishandeld. Ik deed de deur open en er werd op mij ingeslagen. Met één was een soort gevecht en toen was er nog een man die mij op mijn hoofd sloeg. Deze mannen hebben mij meerdere malen geslagen en geschopt op mijn lichaam en gezicht. Mijn keel is een paar keer dicht geknepen en ik kreeg geen lucht. Ik werd helemaal duizelig. [verdachte] heeft mij met mijn handen vastgebonden met een shirt om mijn handen, met mijn handen voor mij. [verdachte] liep een aantal keren weg en kwam weer terug. Hij was dan niet tevreden en kwam mij weer slaan. (Ik heb hierdoor een blauw oog een gekneusde kaak een pijnlijk oor en gekneusde ribben en beurse polsen opgelopen. Door alle klappen en schoppen voelde ik hevige pijn aan mijn hoofd ribben en nek). Ze hebben alles overhoop gehaald en spullen gestolen. Ze hebben onder meer bankpassen van de Rabobank en ING en geld weggenomen.

3. Het proces-verbaal van verhoor aangever van 25 februari 2022, pagina's 26 tot en met 53 inhoudende de door [slachtoffer] afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:
Ik had striemen om mijn polsen. Ik had ook striemen in mijn nek omdat ik gewurgd ben. Mijn ribben doen behoorlijk veel pijn.
Ik kwam binnen en toen zag ik [verdachte] en daarachter zijn vriendin. [verdachte] begon mij aan te vallen en dat was nog een beetje een worsteling. Iemand heeft mijn keel dicht geknepen, maar ik weet niet wie. Ik denk [verdachte] . Ik werd geslagen en gewurgd en daarna hapte ik naar adem. De derde persoon heeft mij tijdens de overval denk ik toegetakeld en dingen meegenomen. Er werd constant gevraagd waar mijn geld was. Ze wilden dat ik mijn telefoon, codes en mijn bankpas gaf.
Verder zijn de volgende goederen weggenomen: een paar broeken, een riem, een trainingspak en een rood vest. Ook is een maatbeker met muntgeld weggenomen.
Tijdens de overval heeft [verdachte] mij met een mes bedreigd.
Ik herken op de foto's de volgende goederen die bij mij weggenomen zijn: de maatbeker, mijn riem, mijn jas, mijn bankpassen, de e-smoker, de cruncher, de kabels, de oortjes, mijn vest en trainingspak, mijn broek.
4. Het proces-verbaal van verhoor aangever van 14 maart 2022, pagina's 15 tot en met 24 inhoudende de door [slachtoffer] afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:
Uit mjin woning zijn verder weggenomen: een maatbeker met kleingeld, een riem, een zwarte Nike jas, een rode Nike trainingsjack, een Adidas vest, een e-smoker, een cruncher en oortjes.
Ik deed de deur open en [verdachte] trok mij naar binnen. Ik zag dat hij mij aan mijn vest trok ter hoogte van mijn borst. Ik werd meegetrokken in de hal. Hier ontstond wat duw en trekwerk. Ik duwde [verdachte] van mij af Ik kreeg eerst een paar klappen tegen mijn voorhoofd van [verdachte] . Ik viel bovenop [verdachte] op de grond. [verdachte] lag onderop en ik lag met mijn rug op zijn borstkas. Ik denk dat [verdachte] mij vanachteren met zijn rechter arm om mijn nek greep. Ik voelde dat ik hierdoor geen lucht meer kreeg. Dit duurde best heel lang.
Ik zag een tweede man erbij komen. Ik kreeg van hem ook klappen tegen mijn hoofd, terwijl [verdachte] mijn keel dicht kneep. Ik kreeg van de tweede man meerdere vuistslagen tegen de linkerkant van mijn kaak, slaap en oor.
[verdachte] zei dat ik op bed in de slaapkamer van [naam 2] moest gaan zitten. Ik werd vastgebonden door [verdachte] met een t-shirt. Ik moest mijn beide polsen bij elkaar doen. [verdachte] maakte mijn beide polsen met dit t-shirt vast. Ik had mijn polsen vast aan de voorkant. [verdachte] ging mij fouilleren en vond mijn geld in mijn broekzak. Hij werd daar erg boos om, omdat hij dacht dat dit zijn geld was. Ik kreeg eerst van [verdachte] vuistslagen tegen de linkerkant van mijn hoofd.
Ik lag op bed en kreeg daarna ook vuistslagen van de tweede man. [verdachte] en de andere man lieten mij achter in de slaapkamer van [naam 2] . Ik zag dat [verdachte] en de andere man weer de slaapkamer in kwamen. Ik kreeg van [verdachte] één vuistslag tegen mijn linkerkant van mijn hoofd. Hij zei: "Geen ibahesj". Ik hoorde dat [verdachte] hierna zei: "Ik wil van jou 2.000 euro. Ik kom volgende week langs. ik weet wat jouw volgende adres is". Ik kreeg van de tweede man ook een vuistslag tegen de linkerkant van mijn hoofd. Ik hoorde hem ook zeggen: "Geen ibahesj". Ik ben van het bed op de grond terecht gekomen. Ik kreeg van de tweede man twee harde trappen tegen mijn ribben aan. Bij de tweede trap, kroop ik in één en maakte ik een geluid hierbij. De tweede man zei dat ik stil moest zijn en ik hoorde daarna [verdachte] zeggen: "Kom we gaan".
In de slaapkamer moest ik van [verdachte] de codes van mijn telefoon geven. Hij ging op mijn Rabobank App kijken of ik geld op mijn rekening had gestort.
[verdachte] heb ik met het aardappelschilmesje gezien. Ik ben door beiden in de slaapkamer hiermee bedreigd.
Dit was helemaal op het einde van de mishandeling, ik zag dat hij het aardappelschilmesje in zijn linkerhand had. Hij liet het mesje zien.
De tweede man, [medeverdachte 1] , heeft mij vuistslagen gegeven tegen de linkerkant van mijn hoofd, twee trappen tegen mijn ribben en hij heeft mij bedreigd.
Alleen [verdachte] heeft mij gewurgd en dit is 1 keer gebeurd. Dit was in de gang. [verdachte] vroeg constant waar het geld was. [verdachte] vroeg de codes van mijn bankpassen. [verdachte] gaf iedereen opdrachten. Pak dit en dat. Dit deed hij tegen [medeverdachte 2] en de tweede man. Pak die tas heb ik horen zeggen.
5. Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 26 februari 2022, pagina 151 tot en met 156, inhoudende de door [verdachte] afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:

Op 23 februari 2022 (…) in de woning van [slachtoffer] aan de [woonplaats 2] in Kampen. (…) [slachtoffer] kwam binnen. Ik was op dat moment in de kamer van [slachtoffer] . Ik zag [slachtoffer] en [medeverdachte 1] rollebollen in het trapgat. Zij waren een beetje aan het stoeien. Ik ging verder zoeken. Ze lagen opeens samen bij de deur van de woonkamer. [slachtoffer] ging schreeuwen en ik deed toen mijn hand op zijn mond. Toen mijn broertje [slachtoffer] in de houtgreep deed heb ik dus alleen mijn hand op de mond van [slachtoffer] gedaan. Ik heb mijn handen niet op zijn keel gehad of zijn keel dichtgeknepen. Ik ging verder met zoeken. Daarna bracht [medeverdachte 1] [slachtoffer] naar de kamer van [naam 2] . Daardoor kon ik zoeken naar geld, maar ik vond alleen een paar euromuntjes. [medeverdachte 1] deed een T-shirt om de handen van [slachtoffer] en ging [slachtoffer] slaan.(…). Ik zag [slachtoffer] met zijn armen naar voren zitten en dat het T-shrit om zijn polsen zat. [medeverdachte 1] en ik gingen doorzoeken naar het geld.. Het was een bende door het zoeken. Toen ik weg wilde en [medeverdachte 1] zocht, zag ik dat [medeverdachte 1] op [slachtoffer] zat. [medeverdachte 1] had [slachtoffer] nog een paar klappen gegeven.

6. Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 30 maart 2022, pagina 160 tot en met 195, inhoudende de door [verdachte] afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:

Ik heb mijn broertje tot 2 a 3 keer toe van [slachtoffer] afgetrokken op het moment dat mijn broertje hem in de houdgreep had. Tussentijd zag ik dat [medeverdachte 1] [slachtoffer] op het hoofd had geslagen. Verder heb ik mijn hand op zijn mond gedaan. Ik zag dat [slachtoffer] bloedde toen [medeverdachte 1] met [slachtoffer] bezig was op [naam 2] kamer.

7. Het proces-verbaal van verhoor minderjarige verdachte van 25 februari 2022, pagina's 218 tot en met 223, inhoudende de door [medeverdachte 1] afgelegde verklaring, zakelijk weergegeven:
Mijn broer stuurde een Snap-bericht dat ik naar Kampen moest komen: “jij moet komen broertje. Je krijg dan ook geld van mij”. In de trein van Zwolle naar Kampen was [medeverdachte 2] er ook bij. [verdachte] zei: ”we gaan zo naar een huis, die man die daar woont heeft geld van mij afgepakt en we gaan dit terugpakken”.
Ik vroeg of ik echt mee moest en [verdachte] zei toen dat het moest. [verdachte] deed de deur open met een sleutel. We gingen naar binnen en deden alle kastjes open. Ik wilde dit niet maar ik moest Ik deed de deur open en toen stond er een man met een baard voor mij. [verdachte] stond er toen ook. Die man begon mij te slaan. Ik sloeg hem terug. Ik drukte de man de kamer in. [verdachte] pakte de man van mij over. [verdachte] zei tegen mij: “sla de man, anders sla ik jou neer”. Ik heb de man toen geslagen. [verdachte] zei toen dat ik de man moest vastbinden. Ik heb de man toen vast gebonden. Toen gingen zij zoeken in het huis. Daar kwamen toen ook klappen bij te pas. [verdachte] zei wat ik moest doen. Ik heb de man in opdracht van [verdachte] geslagen. Ik heb de man toen een klap met vlakke hand op zijn gezicht gegeven. [verdachte] fluisterde mij in mijn oren wat ik moest doen. Ik heb de man 1 keer op het hoofd geslagen en 1 keer op de rug. Toen we bijna weg gingen sloeg ik de man nog een paar keer. [verdachte] sloeg echt hard. [verdachte] pakte de tassen. Op het station bleek dat er ook wat in mijn tas was gestopt.
Ik heb de man vast gebonden met een shirt. Mijn broer zei: “kijk rond waar je hem mee kan vastbinden. Toen vond ik dit op de grond.
Ik heb de man samen met mij broer op een bed gegooid, en [verdachte] zei toen dat ik hem moest vastbinden. De man deed zijn handen voor zijn buik en zo heb ik hem vastgebonden. De man had allemaal bloed op zijn hoofd. Toen ik de man vast had, had hij nog geen bloed. Toen nam [verdachte] hem van mij over. [verdachte] hield de man vast. Toen moest ik de man van [verdachte] slaan, maar toen had hij al bloed. Ik denk dat [verdachte] dat heeft gedaan toen hij hem vast hield. Ik zag dat de man angstig was.
Ik heb de man 2 keer met mijn vuist op het hoofd geraakt. Ik moest dit doen van [verdachte] . Ik denk dat ik hem getikt heb, net zoals je ergens tegen aan loopt.
Ik heb hem ook nog een paar keer op het lichaam geslagen. De enige keer dat ik hem wel goed heb geraakt is toen hij de deur binnen kwam. Ik schrok van hem, hij kwam op mij aflopen en hij begon ook op mij te slaan. Ik heb hem toen wel hard geslagen op zijn hoofd en op zijn lichaam. Ik heb hem toen ook met 2 armen vastgeklemd. Ik hield hem zeg maar vast onder zijn oksels. Toen we weggingen heb ik hem nog een paar tikken gegeven en toen heb ik hem nog een klein knietje gegeven.
Toen de man de deur uit wilde heb ik hem vastgepakt, toen heeft [verdachte] hem meerdere malen geslagen uiteindelijk legden we hem toen op het bed. Dat heb ik al verteld ik moest toen van [verdachte] een paar keer de kamer verlaten om iets op te zoeken. Toen ik na een minuutje terug kwam, lag de man op de grond te huilen. Dit was nadat ik hem had vastgebonden. [verdachte] heeft de man ook niet los gemaakt.
Dat was nadat ik de man vast had en een paar klappen had gegeven en toen viel ik ook op de grond, dat heb ik ook al eerder verteld toen nam [verdachte] het van mij over. Toen ik weer op stond zag ik dat de man op de grond lag en dat [verdachte] de man met zijn hand op zijn keel had. En soort van wurggreep ik wilde dit niet. Ik heb toen ook de hand van [verdachte] weggehaald. Ik weet niet hoelang dit allemaal geduurd heeft, maar ik denk dat het wel een minuutje was dat [verdachte] met de man aan het vechten was. [verdachte] toen ook tegen mij dat ik hem moest slaan, anders zou [verdachte] mij neersteken. lk was helemaal in paniek.
Mijn broer zei dat ik donkere kleding aan moest doen. [medeverdachte 2] zei dat ze ook merk kleding had meegenomen. En nog 2 maatbekers met kleingeld. Toen we eruit waren zag ik dat ze een boodschappen tas bij zich hadden en een gele tas.
[medeverdachte 2] heb ik horen zeggen dat ze deze keer een controller had meegenomen. Ik heb gehoord van [medeverdachte 2] dat [verdachte] heeft gezegd dat hij hem zou dood steken.
8. Een schriftelijk stuk, te weten een forensische geneeskundige letselbeschrijving van [slachtoffer] , op gemaakt door T. Gelderman, forensisch arts op 1 april 2022, pagina's 57 tot en met 71, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Hoofd:
1) Rondom het linkeroog bevindt zich een matig scherp begrensde, ovale, blauw-paars-gele huidverkleuring van ca. 5x3,5 cm.
2) Linksboven in het linkeroog bevindt zich een scherp begrensde, rode verkleuring van ca. 1x1 cm.
3) Op de linker slaap, beginnend boven de buitenste uiteinde van de wenkbrauw tot ca. halverwege de wang, bevindt zich een onscherp begrensde, ovale, blauw-gele huidverkleuring van ca. 6,5x4 cm.
4) Voor het linker oor bevinden zich twee matig tot scherp begrensde, horizontaal en parallel verlopende ovale, paarsrode huidverkleuringen van ca. 4,7x1,6 en 3x1,6 cm.
5) De bovenzijde van de linker oorschelp is gezwollen en matig tot scherp begrensd blauw-paars-rood verkleurd.
6) Aan de buitenzijde van de linker oorschelp bevindt zich aan de bovenkant een drietal, scherp begrensde, diagonaal (van gehoorgang richting achterhoofd) en parallel verlopende, lijnvormige huiddoorbrekingen variërend in grootte van 0,4-
0,7x0,1 cm.
7) De neusbrug is licht gezwollen.
8) Op de linkerzijde van de neusbrug, vlak boven de neusvleugel, bevindt zich een onscherp begrensde, ovale blauwe huidverkleuring van ca. 2xlcm.
9) De gehele linker wang is gezwollen.
10) Boven en onder de linker mondhoek bevindt zich een matig tot scherp begrensde grillig gevormde paarsblauwe huidverkleuring van ca. 1,2x1 (bovenlip links) en 1,5x2,1 (onderlip links).
11) De linker- en rechterzijde van de lippen, zowel boven als onder en aan de binnenzijde, tonen matig scherp begrensde, ovale blauwpaarse huid- en slijmvliesverkleuringen met een geschatte grootte van maximaal lx1,5 cm. Op de binnenzijde van
de bovenlip links bevindt zich een matig scherp begrensde, ovale, roodblauwe slijmvliesverkleuring met een geschatte grootte van 1x0,5 cm. Aanliggend aan de onderzijde bevindt zich een matig
scherp begrensde driehoekige witte slijmvliesverkleuring met een geschatte grootte van 0,4x0,4 cm.
Hals
12) Aan de linkerzijde van de hals, tussen de schouderspier en het sleutelbeen, bevindt zich een gebied van ca. 7x7 cm met meerdere matig scherp begrensde, ronde tot ovale, blauw-paars-gele huidverkleuringen met een grootte variërend van ca. 0,1 cm
doorsnede tot 2x0,7 cm. Vanuit de onderzijde van dit gebied richting de linker oksel bevindt zich een gebied van ca. 10x2 cm met meerdere onscherp tot matig scherp begrensde, ronde tot lijnvormige rode huidverkleuringen van ca. 0,1 cm in doorsnede
tot 1,5 cm.
Armen
Linker arm
13) Op de voorzijde van de linker schouder bevindt zich een onscherp begrensde, ovale paarsblauwe huidverkleuring met wisselende intensiteit van ca. 2,4x1,6 cm. Aanliggend aan de onderzijde van deze huidverkleuring bevindt zich een onscherp
begrensde, ovale, geelblauwe huidverkleuring van ca. 2,5x1,4cm.
14) Op de strekzijde van de linker bovenarm bevindt zich een onscherp begrensde, diagonaal (van linksboven naar rechtsonder) verlopende, streepvormige en aan de bovenzijde spits toelopende, bruine huidverkleuring van ca. 3x0,2-1 cm. (Foto 13, 14)
Rechter arm
15) Op de strekzijde van de rechter bovenarm, ca. 3 cm onder de oksel, bevindt zich een matig scherp begrensde, ovale, blauw-paars-gele huidverkleuring van ca. 1,8x1 cm. Circa 1 cm hiernaast bevinden zich twee onscherp begrensde, ronde, blauwe
huidverkleuringen van ca. 0,3 cm doorsnede.
16) Op de buigzijde van het laatste vingerkootje (geteld vanaf de handrug) van de rechter pink bevindt zich een scherp begrensde, ronde, zwarte huidverkleuring met een geschatte grootte van 0,2 cm doorsnede.
Medische informatie uit het ziekenhuis:
Concluderend was er sprake van een kneuzing van het aangezicht en van de ribben.
Beoordeling:
Uitwendig:
Letsel 1, 3-5, 8, 10, 12, 13 en 15 zijn bloeduitstortingen. Bloeduitstortingen ontstaan door de inwerking van stomp uitwendig geweld zoals slaan, schoppen, samendrukken of stoten
Letsel 2 is een bloeduitstorting in het oogwit. Bloeduitstortingen in het oogwit kunnen ontstaan door trauma, medische oorzaak of spontaan.
Letsel 6 is krasletsel. Krasletsel ontstaat door het schuren met een matig scherp puntig voorwerp over de huid of vice versa.
Letsel 7 en 9 zijn zwellingen. Een zwelling is een onderhuidse ophoping van vocht of bloed. Zwelling kan optreden als gevolg van beschadiging van het weefsel onder de huid en kan ontstaan door de inwerking van stomp uitwendig geweld zoals slaan,
schoppen of stoten.
Letsel 11 is een combinatie letsel van bloeduitstortingen en een 'tand door de lip' letsel (linkerzijde bovenlip). Een tand door de lip ontstaat door de uitoefening van een stompe kracht op de lip. Door de botsing perforeert de tand (of meerdere tanden) de lip.
Letsel 16 past bij een bloedblaar. Een bloedblaar is een blaargevuld met bloed en ontstaat meestal door trauma of druk.
Inwendig:
De ribben aan de linkerzijde zijn gekneusd. Bij een kneuzing kan er o.a. sprake zijn van pijn, zwelling en/of een bloeduitstorting. Een kneuzing ontstaat door stomp uitwendig geweld zoals slaan, schoppen of stoten.
Het letsel resulteert in een AIS van 1 (licht).
Het letsel herstelt restloos binnen 4-6 weken.
9. Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [woonplaats 2] Kampen) van 5 april 2022, pagina's 363 tot en met 422, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven:

Bij binnenkomst in het appartement werd chaos geconstateerd. Door de gehele woning had waarneembaar een doorzoeking plaatsgevonden en waren diverse goederen vernield. Nagenoeg alle plaatsen waren doorzocht en/of overhoop gehaald.

10. Het proces-verbaal van bevindingen van 23 februari 2022, pagina's 74 tot en met 88, inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , zakelijk weergegeven:

Op 23 februari 2022 omstreeks 16:15 uur zag ik verbalisant [verbalisant 2] op het station Kampen-Zuid dat [naam 2] bovenaan de trap stond van perron nummer 1 en dat hij op ongeveer één meter afstand stond van twee jongens. Ik zag dat [naam 2] begon te rennen. Ik hield de andere twee jongens aan. Wij stelden de identiteit vast van [medeverdachte 1] en [verdachte] . Tijdens de fouillering van verdachte [verdachte] trof ik, verbalisant [verbalisant 3] , twee bankpasjes aan in zijn rechter jaszak. Ik zag dat het ging om een ING bankpas en een Rabobank bankpas. Ik zag dat de bankpasjes op naam stonden van [slachtoffer] . Wij zagen dat er een blauwe rugtas en een gele Jumbo tas op het bankje lagen ter hoogte van de aanhouding. Wij hoorden dat verdachte [medeverdachte 1] zei dat de blauwe rugtas van hem was. Wij zagen dat er tussen de trappen van de twee perrons een rode boodschappentas lag.

11. Het proces-verbaal fotoblad van 24 februari 2022, pagina’s 32 tot en met 35, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 4] , zakelijk weergegeven:
Een rode Dirk bigshopper aangetroffen bij het Station-Zuid in Kampen in de directe omgeving van de verdachten van de woningoverval.
De goederen die in de tas zaten waren een maatbeker met muntgeld, een leren bruine riem en een zwart/grijze Nike jas maat L.
12. Het proces-verbaal fotoblad van 24 februari 2022, pagina’s 42 en 46, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 4] , zakelijk weergegeven:

Een blauwe rugtas van het merk Enrico Benetti zijn aangetroffen bij de verdachte [medeverdachte 1] . (op foto 3 zijn onder meer een e-smoker, een cruncher en een mes te zien. Op foto 6 zijn oortjes en een kabel te zien).

13. Het proces-verbaal fotoblad, pagina’s 42 en 46, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant 4] , zakelijk weergegeven:

De volgende goederen zijn aangetroffen: een gele Jumbo plastic tas (met daarin) een blauwe Replay spijkerbroek, een blauwe Hallinger spijkerbroek, een rode Nike trui en een blauwe Adidas Juventus training jas.