ECLI:NL:RBOVE:2023:1859

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
25 mei 2023
Publicatiedatum
25 mei 2023
Zaaknummer
84.325719.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in vuurwerkzaak wegens gebrek aan bewijs

Op 25 mei 2023 heeft de Rechtbank Overijssel in Zwolle uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 59-jarige man, die werd verdacht van het voorhanden hebben en/of opslaan van professioneel vuurwerk in twee garageboxen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij het vuurwerk daadwerkelijk voorhanden had. De zaak kwam aan het licht tijdens een bestuursrechtelijke controle op 24 november 2021, waarbij in de garageboxen professioneel vuurwerk werd aangetroffen. De verdachte huurde deze garageboxen, maar was op het moment van de controle niet aanwezig en had al jaren geen toegang gehad tot de boxen. De officier van justitie stelde dat de verdachte verantwoordelijk was voor het aangetroffen vuurwerk, maar de verdediging betoogde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de enkele huurderstatus en het bezit van een sleutel niet voldoende waren om aan te nemen dat de verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van het vuurwerk. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastelegging en sprak de verdachte vrij.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige economische kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 84.325719.22 (P)
Datum vonnis: 25 mei 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1964 in [geboorteplaats] (Turkije),
wonende aan [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 11 mei 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. S.G. Broekstra en van wat door de bepaaldelijk gemachtigde raadsman mr. U. Ural, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte op 24 november 2021 te Enschede opzettelijk professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik in twee garageboxen aan [adres] heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 24 november 2021, te Enschede, althans in Nederland,
al dan niet opzettelijk,
professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten
1536, althans één of meer stuks, knalvuurwerk (Funkenschlag 10), en/of
210, althans één of meer stuks, knalvuurwerk (Titanblitz 5 crackling), en/of
800, althans één of meer stuks, knalvuurwerk (SUPER BULL DOG 30g), en/of
8780, althans één of meer stuks, knalvuurwerk (Titanblitz 3 mix), en/of
1697, althans één of meer stuks, knalvuurwerk (CARAMELLA), en/of
217, althans één of meer stuks, knalvuurwerk (Bruine Vlinder), en/of
6, althans één of meer stuks, knalvuurwerk (Big Assorted Flowers PF10 MIX), en/of
320, althans één of meer stuks, knalvuurwerk (FUNKE TRUENO NO 6), en/of
3, althans één of meer stuks, knalvuurwerk (Napolitaanse bom 65 mm), en/of
15, althans één of meer stuks, knalvuurwerk (Napolitaanse bom 40 mm), en/of
9, althans één of meer stuks, knalvuurwerk (Big Thunder),
in twee garageboxen op of nabij [adres] ,
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. De bewijsmotivering [1]
4.1
Inleiding
Op 24 november 2021 werd een bestuursrechtelijke controle van gevaarlijke opslag uitgevoerd door de bouwinspectie van de gemeente Enschede. Op het complex van de garageboxen aan [adres] werd in de garageboxen met nummers [nummer 1] en [nummer 2] professioneel vuurwerk aangetroffen. Verdachte huurde die twee garageboxen.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich primair op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft gepleegd. Verdachte had als huurder toegang tot de garageboxen middels een sleutel. Verdachte is dan ook verantwoordelijk voor het in die garageboxen aangetroffen vuurwerk.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit bij gebrek aan voldoende wettig en overtuigend bewijs. Verdachte woont de helft van het jaar in Turkije. De sleutel van de garageboxen hangt in de meterkast van zijn woning. Andere personen, waaronder zijn gezinsleden, hebben eveneens toegang tot de sleutel. Verdachte is in ieder geval jarenlang niet bij de garageboxen geweest en wist niet dat er illegaal vuurwerk in de garageboxen was opgeslagen. Overigens is onvoldoende onderzoek verricht naar andere scenario’s. In het geval verdachte niet wordt vrijgesproken, heeft de verdediging verzocht tot het horen van getuigen,waaronder de verhuurder van de garageboxen en de meerderjarige zoons van verdachte genaamd [naam 1] en [naam 2] .
4.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Bij de beoordeling of sprake is geweest van het ‘voorhanden hebben’ van het vuurwerk spelen drie factoren een rol:
  • de aanwezigheid van het vuurwerk, al dan niet in de onmiddellijke nabijheid van verdachte. Daarbij geldt dat de eigendomsvraag van het vuurwerk er niet toe doet en ook niet van belang is waar het vuurwerk zich bevindt. Wel is van belang dat verdachte over het vuurwerk kan beschikken. Deze beschikking hoeft niet onmiddellijk te zijn;
  • een (machts)relatie tussen verdachte en het vuurwerk. Daarbij geldt dat het enkel onder zich hebben nog niet zonder meer ‘voorhanden hebben’ oplevert, alsmede dat er een zekere relatie dient te bestaan tussen het vuurwerk en de dader in de zin dat met betrekking tot het vuurwerk een zekere machtsuitoefening mogelijk moet zijn en dat het gaat om een zekere handelingsbevoegdheid (beschikkingsmacht), waarvan ook sprake kan zijn als men geen zeggenschap heeft over het vuurwerk, maar wel over de plaats waar het zich bevindt;
  • bewustheid van verdachte met betrekking tot de aanwezigheid van het vuurwerk. Daarbij geldt dat bij verdachte een meerdere of mindere mate van bewustheid moet bestaan ten opzichte van het aanwezig hebben van het vuurwerk. De aanduiding van ‘in meer of mindere mate’ geeft aan dat verdachte zich bewust was van de (waarschijnlijke) aanwezigheid van het vuurwerk, zonder dat die bewustheid zich hoeft uit te strekken tot de specifieke eigenschappen en kenmerken van dat vuurwerk. Voor het bewijs van dergelijke bewustheid geldt dat daarvan ook sprake kan zijn in een geval dat het niet anders kan dan dat verdachte zulke bewustheid heeft gehad.
In dit geval is het vuurwerk aangetroffen in voornoemde garageboxen in het kader van een algemene bestuursrechtelijke controle. Er was geen sprake van enig specifiek vermoeden van een strafbaar feit ten aanzien van verdachte. Verdachte was op die dag niet bij de controle aanwezig. Het vuurwerk bevond zich dus niet in de onmiddellijke nabijheid van verdachte. Het (summiere) dossier biedt verder onvoldoende aanknopingspunten waaruit enige mate van bewustheid bij verdachte ten aanzien van het vuurwerk kan worden afgeleid. Het enkele feit dat verdachte formeel huurder is van de garageboxen en dat hij beschikte over de sleutel van de garageboxen, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om die bewustheid aan te nemen. Verdachte heeft verklaard dat hij al jaren niet meer in de garageboxen is geweest en dat zijn gezinsleden eveneens toegang hadden tot de sleutel en dus tot de garageboxen. Uit het dossier blijkt niet wanneer verdachte (voor het laatst) in (één van) de garageboxen is geweest. Ook volgt daaruit niet dat hij anderszins op de hoogte was of moet zijn geweest van de aanwezigheid van het vuurwerk in de garageboxen. Gelet op het voorgaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het aangetroffen vuurwerk voorhanden heeft gehad en/of heeft opgeslagen.

5.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. van den Berg, voorzitter, mr. J.H.W.R Orriëns-Schipper en mr. M. van Berlo, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Broeks, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 25 mei 2023.
Buiten staat
Mr. D. van den Berg is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Politie Oost-Nederland, district Twente, basisteam Enschede, met dossiernummer PL0600-2021550123. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.