ECLI:NL:RBOVE:2023:1808
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting door de Rechtbank Overijssel
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Overijssel het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder, die op 14 juli 2022 een naheffingsaanslag parkeerbelasting heeft opgelegd. Eiser, vertegenwoordigd door mr. N.G.A. Voorbach, heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar verweerder heeft het bezwaar ongegrond verklaard en de aanslag gehandhaafd. De rechtbank heeft de zaak op 11 mei 2023 behandeld via een beeldverbinding, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De feiten van de zaak zijn als volgt: op 7 januari 2022 om 15.48 uur stond de auto van eiser, kenteken [kenteken], geparkeerd aan de 1e Pauwenlandstraat te Deventer. De parkeercontroleur constateerde dat er geen geldig parkeerrecht bestond, wat resulteerde in een naheffingsaanslag van € 67,75. Eiser betwistte de onderbouwing van de aanslag, omdat verweerder geen op ambtseed opgestelde verklaring had overgelegd en er geen foto’s waren gemaakt. De rechtbank oordeelt echter dat de verklaring van de parkeercontroleur voldoende aannemelijk maakt dat het belastbare feit zich heeft voorgedaan.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. Eiser krijgt geen terugbetaling van het griffierecht en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. B.T.C. Jordaans, rechter, en is openbaar uitgesproken. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep aantekenen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.