ECLI:NL:RBOVE:2023:172

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 januari 2023
Publicatiedatum
19 januari 2023
Zaaknummer
290538 KG KV 23-2
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verzoek tot verschoning door de verschoningskamer van de Rechtbank Overijssel

Op 16 januari 2023 heeft de verschoningskamer van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, het verzoek tot verschoning van mr. A.H. Margadant toegewezen. Mr. Margadant, die als rechter-commissaris was benoemd in een aanhangige zaak, heeft verzocht zich te mogen verschonen vanwege haar betrokkenheid bij een van de partijen in die zaak, namelijk stichting [verweerder]. Dit verzoek is ingediend op 5 januari 2023, en de verschoningskamer heeft besloten het verzoek schriftelijk af te handelen, zonder dat partijen in de hoofdzaak gehoord hoefden te worden.

De verschoningskamer heeft vastgesteld dat er objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid bestond, gezien de rol van mr. Margadant als voorzitter van het College van Beroep voor de examens van [verweerder]. De kamer heeft op basis van artikel 40 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) geoordeeld dat de onpartijdigheid van de rechter in het geding zou kunnen komen door deze verwevenheid. De beslissing is in lijn met de Leidraad onpartijdigheid en nevenfuncties in de rechtspraak, die stelt dat rechters geen zaken mogen behandelen waarbij hun onpartijdigheid ter discussie kan staan.

De verschoningskamer heeft daarom besloten dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen om elke schijn van partijdigheid te vermijden. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK OVERIJSSEL

Verschoningskamer
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 290538 KG KV 23-2
Beslissing van 16 januari 2023
op het verzoek van
mr. A.H. MARGADANT,
rechter in de rechtbank Overijssel,
dat ertoe strekt zich te mogen verschonen in de zaak van:
[verzoeker] ,
wonende te [plaats 1] ,
verzoekende partij,
advocaat: mr. E.W. Stals te Almelo,
tegen
stichting
[verweerder] ,
gevestigd en kantoorhoudende te [plaats 2] ,
verwerende partij,
advocaat: mr. M. Christe te Utrecht.

1.De procedure

1.1.
Bij het team kanton en handelsrecht van de rechtbank Overijssel, locatie Almelo, is onder zaaknummer C/08/286953 / HA RK 22-99 een zaak aanhangig.
1.2.
Bij beschikking van 7 november 2022 is het verzoek van [verzoeker] om een voorlopig getuigenverhoor te bevelen toegewezen. Hierbij is mr. Margadant benoemd tot rechter-commissaris, voor wie het getuigenverhoor zal worden gehouden.
1.3.
Op 5 januari 2023 heeft mr. Margadant een verzoek ingediend bij de verschoningskamer om zich te mogen verschonen.
1.4.
Een verschoningsverzoek hoeft niet ter terechtzitting te worden behandeld. Ook hoeven partijen in de hoofdzaak niet te worden gehoord. Het verzoek zal daarom schriftelijk worden afgedaan.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
Mr. Margadant heeft aan haar verschoningsverzoek ten grondslag gelegd dat zij in haar rol als voorzitter van het College van Beroep voor de examens van [verweerder] betrokken is bij één van beide partijen. Dit kan volgens mr. Margadant leiden tot het bestaan van (de objectief gerechtvaardigde vrees voor) vooringenomenheid.

3.De beoordeling

3.1.
Op grond van artikel 40 Rv kan een rechter die een zaak behandelt verzoeken zich te mogen verschonen. Daarvoor moet sprake zijn van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
3.2.
Een rechter wordt geacht onpartijdig te zijn tot het tegendeel vaststaat. Van dat laatste kan sprake zijn als uit de overtuiging of het gedrag van een rechter persoonlijke vooringenomenheid tegenover een procespartij blijkt. Daarnaast kan een procespartij de indruk krijgen dat de rechter vooringenomen is. Het gezichtspunt van de procespartij is hier van belang, maar speelt geen doorslaggevende rol. Beslissend is of de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd is. De verschoningskamer zal het verschoningsverzoek aan de hand van deze maatstaven beoordelen.
3.3.
De verschoningskamer is van oordeel dat mr. Margadant het verschoningsverzoek terecht heeft ingediend. De verschoningskamer kan zich op grond van de door mr. Margadant beschreven verwevenheid met [verweerder] goed voorstellen dat zij zich niet vrij voelt deze zaak te behandelen. Bovendien is deze werkwijze in lijn met aanbeveling 2 van de Leidraad onpartijdigheid en nevenfuncties in de rechtspraak, waarin staat dat de rechter geen zaken behandelt waarbij hij/zij via een nevenfunctie zo betrokken is dat de onpartijdigheid ter discussie kan komen te staan. Het verzoek zal daarom worden toegewezen. Dit betekent dat de behandeling van de hoofdzaak door een andere rechter moet worden overgenomen. Zo wordt elke schijn van partijdigheid vermeden.

4.De beslissing

De verschoningskamer:
4.1.
wijst het verzoek tot verschoning toe,
4.2.
beveelt dat een afschrift van deze beslissing wordt toegezonden aan:
- mr. Margadant,
- alle in de aanhef van deze uitspraak genoemde betrokken partijen.
Deze beslissing is gegeven door de mrs. A. van Holten, A. Smedes en H.T. Pos in tegenwoordigheid van de griffier mr. E.H. Doldersum en in openbaar uitgesproken op
16 januari 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.