Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1] , wonende te [woonplaats 2] ,
[gedaagde 2], wonende te [woonplaats 3] ,
[gedaagde 3], wonende te [woonplaats 4] ,
1.De motivering
[naam 2] en zijn vrouw hebben de grond gekocht in het kader van de uitoefening van zijn agrarische bedrijf.
De rechtbank legt dat hierna verder uit.
Daaruit kan immers niet eenduidig en concreet (hoe ziet het recht er precies uit en hoe kan het worden ingeroepen) worden afgeleid dat [naam 2] ook de wil had om een afdwingbaar recht van eerste koop te verstrekken en evenmin dat hij wist dat hij daaraan gebonden was en zelfs schadevergoeding zou moeten betalen als hij zich daaraan niet zou houden. Dat geldt temeer nu er verder door [eiser] en [naam 2] in de jaren erna geen vervolg aan is gegeven.
Toen [naam 2] zijn landbouwbedrijf met gebouwen en grond in 2013 heeft verkocht en geleverd aan zijn dochters zijn de dochters onder bijzondere titel eigenaren geworden. Uit wat [eiser] heeft aangevoerd kan niet worden afgeleid dat er sprake is van een overgang onder algemene titel.
1.14. Als er al een overeenkomst was, betekent dat dus dat [eiser] vanaf de overdracht in 2013 hooguit bij [naam 2] had kunnen aankloppen vanwege een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de gestelde overeenkomst, maar dat zijn dochters aan dat persoonlijk recht niet zijn geboden.
€ 1.196,00(liquidatietarief rechtbanken, tarief II, 2 punten)
2.De beslissing
- een bedrag van € 131,00 voor nasalaris, te betalen binnen 14 dagen na vandaag en wanneer niet binnen die termijn wordt betaald, te verhogen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW,
- een bedrag aan extra nasalaris van € 68,00 én explootkosten in geval [eiser] niet binnen 14 dagen na aanschrijving van deze uitspraak aan de uitspraak heeft voldaan én betekening van de uitspraak door de deurwaarder heeft plaatsgevonden;