ECLI:NL:RBOVE:2023:1613

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 mei 2023
Publicatiedatum
4 mei 2023
Zaaknummer
08/232216-22 en 08/123545-19 (TUL) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor woninginbraken en poging tot woninginbraak met DNA-bewijs

Op 4 mei 2023 heeft de Rechtbank Overijssel een 28-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 maanden voor het plegen van drie woninginbraken en een poging tot woninginbraak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 8 januari 2022 heeft geprobeerd in te breken in een woning aan [adres 2] te Zwolle. De buurman van het slachtoffer ontdekte de poging tot inbraak en meldde dit aan de politie, die vervolgens DNA-sporen van de verdachte op het raam heeft aangetroffen.

Daarnaast heeft de verdachte in de periode van 5 februari 2022 tot en met 7 februari 2022 ingebroken in een woning aan [adres 3] te Zwolle, waar hij een geldkistje en een sieradendoosje heeft gestolen. Ook hier zijn DNA-sporen van de verdachte aangetroffen. In een derde zaak, tussen 15 en 16 april 2022, heeft de verdachte ingebroken in een woning en kantoor in Balkbrug, waar hij diverse sieraden en geld heeft gestolen. De politie vond ook hier DNA-sporen van de verdachte.

Ten slotte heeft de verdachte in de periode van 21 tot en met 24 april 2022 ingebroken in een woning in Heino, waar opnieuw DNA-bewijs werd gevonden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de feiten heeft gepleegd, maar sprak hem vrij van het medeplegen van de inbraken en van diefstal met valse sleutel, omdat het bewijs daarvoor onvoldoende was. De rechtbank hield rekening met het strafblad van de verdachte en de ernst van de feiten bij het opleggen van de straf.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/232216-22 en 08/123545-19 (TUL) (P)
Datum vonnis: 4 mei 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1995 in [geboorteplaats] ,
thans verblijvende aan [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 8 december 2022, 9 februari 2023 en 20 april 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. S. Laarhoven en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. R. Schreudering, advocaat in Utrecht, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 20 april 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:samen met anderen heeft geprobeerd in te breken in een woning aan [adres 2] ;
feit 2:samen met anderen heeft ingebroken en goederen heeft gestolen uit een woning aan [adres 3] ;
feit 3:samen met anderen heeft ingebroken en goederen heeft gestolen uit een woning/kantoor in Balkbrug en/of geld heeft gepind met een gestolen pinpas;
feit 4:samen met anderen heeft ingebroken en goederen heeft gestolen uit een woning in Heino.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op of omstreeks 8 januari 2022 te Zwolle, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening, in/uit een woning (gelegen aan [adres 2] ), weg te nemen een of meer goederen en/of geld van zijn/hun gading,
geheel of ten dele toebehorend aan [aangever 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s),
en om zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te
nemen goederen en/of geld onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, opzettelijk met zijn mededader(s), althans alleen,
- naar die woning is/zijn toegegaan en/of
- een breekijzer en/of een schroevendraaier, althans een voorwerp, in de sluitnaad, althans een onderdeel, van dat raam meerdere malen heeft/hebben gestoken en/of daarmee heeft/hebben gewrikt,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

2
hij in of omstreeks de periode van 5 februari 2022 tot en met 7 februari 2022 te Zwolle, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in/uit een woning (gelegen aan [adres 3] ), (geld)kist met diverse (waarde)papieren en/of een (sieraden)kist met diverse sieraden, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorend aan erfgenaam van [aangever 2] en/of [aangever 3] , in elk geval aan een
ander of anderen dan aan hem/hen, verdachte en/of zijn mededader(s),
heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte met zij mededader(s), althans alleen, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren), onder zijn/hun bereik
heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3
hij in of omstreeks de periode van 15 april 2022 tot en met 16 april 2022 te Balkbrug, gemeente Hardenberg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in/uit een woning en/of daarbij behorende (kantoor)ruimte (gelegen aan [adres 4] ), diverse sieraden en/of een hoeveelheid geld en/of bankpas(en) en/of een
creditcard, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorend aan erfgenaam van [aangever 4] en/of [aangever 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem/hen, verdachte en/of zijn mededader(s),
heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte met zij mededader(s), althans alleen, zich de toegang tot de plaats van
het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren), onder zijn/hun bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
en/of
hij op of omstreeks 16 april 2022 te Ede en/of Duisburg en/of Antwerpen, althans in Nederland en/of Duitsland en/of België, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag van in
totaal ongeveer 6.621,34 euro, althans enig(e) geldbedrag(en), toebehorende aan erfgenaam van [aangever 4] en/of [aangever 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem/hen, verdachte en/of zijn mededader(s), zulks nadat hij/zij, verdachte en/of zijn mededader(s), dat/die weg te nemen geldbedrag(en), onder zijn/hun bereik had/hadden gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door middel van het gebruik van de pinpas(sen) en/of bijbehorende pincode(s) van die [aangever 4] en/of [aangever 5] , tot het gebruik waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), niet gerechtigd was/waren;
4
hij in of omstreeks de periode van 21 april 2022 tot en met 24 april 2022 te Heino, gemeente Raalte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in/uit een woning (gelegen aan [adres 5] ), diverse sieraden, in elk geval enig(e) goed (eren), geheel of ten dele toebehorend aan [aangever 6] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem/hen, verdachte en/of zijn mededader(s),
heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte met zij mededader(s), althans alleen, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren), onder zijn/hun bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. De bewijsmotivering [1]
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden, met uitzondering van de onder 3 ten laste gelegde diefstal met valse sleutel en het medeplegen bij de feiten 2 en 4.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit. Verdachte ontkent de ten laste gelegde feiten en heeft een aannemelijk alternatief scenario geschetst voor het aantreffen van zijn DNA-sporen in de woningen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de onder 1 ten laste gelegde poging tot woninginbraak en de drie ten laste gelegde woninginbraken heeft begaan, met uitzondering van het medeplegen en de onder 3 ten laste gelegde diefstal met valse sleutel. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Feiten en omstandigheden
feit 1
[aangever 1] (hierna: [aangever 1] ) heeft aangifte gedaan van een poging tot inbraak in zijn woning aan [adres 2] te Zwolle op 8 januari 2022. [aangever 1] heeft zijn woning die dag om 13:50 uur verlaten en afgesloten en om 20:30 uur liet zijn buurman hem weten dat geprobeerd is in te breken. [aangever 1] heeft in het raamkozijn diverse werktuigsporen aangetroffen en het knipslot aan de binnenzijde bleek te zijn verbogen. [2] De politie heeft in de sluitnaad van het raam in de voorgevel indrukken aangetroffen die zijn veroorzaakt door het wrikken met de spijkertrekkerzijde van een breekijzer. Daarnaast heeft de politie op de buitenzijde van het raam meerdere vettige afdrukken van vingertoppen en op het midden van de ruit een vlek met druipsporen aangetroffen. [3] De vlekken zijn bemonsterd en deze zijn onderzocht door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Het NFI heeft een DNA-profiel aangetroffen waarvan de kans dat het DNA-profiel afkomstig is van verdachte, meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker is dan dat het DNA-profiel afkomstig is van een willekeurige andere persoon. [4]
feit 2
[aangever 3] heeft aangifte gedaan van een woninginbraak in het huis van haar pas overleden moeder aan [adres 3] te Zwolle. Een buurman die voor de post zorgt, heeft op 5 januari 2022 het huis afgesloten en heeft op 7 februari 2022 gezien dat het hekwerk van de tuin en het raam naast de deur openstond. Binnen stonden diverse lades van kasten open en bleek dat een geldkistje met waardepapieren en een sieradenkistje met diverse sieraden waren gestolen. [5] De politie trof op meerdere ramen en deuren een vettige olie- of zeepachtige vloeistof aan. De bovenste hoek van de raamboomschoot was beschadigd en verbogen en ook de bijbehorende sluithaak was verbogen. De politie heeft handschoensporen bemonsterd op een pennendoosje (SIN AAPK1660NL), een sieradendoosje (SIN AAPK1661NL) en een lade uit een slaapkamerkast (SIN AAPK1662NL) die zijn aangetroffen in de slaapkamer op de eerste verdieping van de woning. [6] Het Maastricht Forensic Institute heeft de bemonsteringen onderzocht en heeft DNA-mengprofielen aangetroffen en daarvan de bewijswaarde berekend. Het scenario dat de aangetroffen DNA-profielen SIN AAPK1661NL en SIN AAPK1660NL toebehoren aan verdachte en een onbekende, niet verwante persoon, is extreem veel waarschijnlijker dan het scenario dat de DNA-profielen aan twee onbekende, niet verwante personen toebehoren. Van het DNA-profiel SIN AAPK1662NL is het scenario dat het profiel aan verdachte en een onbekende, niet verwante persoon toebehoort zeer veel waarschijnlijker dan het scenario dat het aan twee onbekende, niet verwante personen toebehoort. [7]
feit 3
[aangever 5] heeft aangifte gedaan van een inbraak in het huis van zijn overleden moeder en het kantoor van [bedrijf] BV, beide gelegen aan [adres 4] in Balkbrug. De persoon die het huis onderhield, is op 15 april 2022 in het huis geweest en heeft het huis onbeschadigd afgesloten. Op 16 april 2022 heeft de ex-vrouw van aangever ontdekt dat de twee deuren van het kantoor en het slaapkamerraam van het woonhuis waren opengebroken. Er zijn diverse sieraden, bankpassen, een creditcard en contant geld gestolen. [8] De politie heeft in de keuken van het kantoor een bahco aangetroffen en deze bemonsterd. [9] De werktuigsporen in de afgebroken slotcilinderdelen die zijn aangetroffen in de woning, zijn veroorzaakt door de aangetroffen bahco. [10] Het NFI heeft de bemonstering van de bahco onderzocht en een DNA-mengprofiel aangetroffen. De kans dat het DNA-mengprofiel DNA bevat van verdachte en minimaal één onbekende persoon, is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker is dan dat het DNA bevat van twee willekeurige onbekende personen. [11] De politie heeft de historische verkeersgegevens van de telefoon van verdachte onderzocht en heeft vastgesteld dat vanaf 15 april 2022 om 19.55.58 uur tot 16 april 2022 om 20.57.32 uur in het bestand van de telefoon van verdachte geen mastgegevens staan geregistreerd. Verdachte heeft in de ochtend van 16 april een bericht gestuurd naar zijn vriendin waarin hij schrijft dat hij buiten de stad is en dat zijn mobiel uitstaat. [12]
feit 4
[aangever 6] heeft aangifte gedaan van een inbraak in haar woning aan [adres 5] te Heino. Zij heeft het huis op 21 april 2022 verlaten en afgesloten en heeft op 24 april 2022 gezien dat de achterdeur openstond en het linker zijraam was vernield. Er zijn diverse sieraden gestolen. [13] De politie constateert dat het woonkamerraam met een schroevendraaier is geforceerd door de raamsluitingen te verbreken, waarna de wartel van de telescopische raamuitzetter is losgedraaid om het raam geheel te openen. De politie heeft de wartel bemonsterd [14] en het NFI heeft de bemonstering onderzocht. Het NFI heeft een DNA-profiel aangetroffen waarvan de kans dat het DNA-profiel afkomstig is van verdachte meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker is dan dat het DNA-profiel afkomstig is van een willekeurige andere persoon. [15] De politie heeft de historische verkeersgegevens van de telefoon van verdachte onderzocht en heeft vastgesteld dat op 22 april 2022 de telefoon een zendmast aan de Zwolseweg 33 in Heino heeft aangestraald. Die mast ligt op zo’n 1,4 kilometer afstand met de auto vanaf de woning van Schutte. [16]
Juridisch oordeel
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 ten laste gelegde poging tot woninginbraak en de onder 2 tot en met 4 ten laste gelegde woninginbraken heeft gepleegd.
De rechtbank concludeert uit de rapporten van het NFI en het Maastricht Forensic Institute dat verdachte donor is van (een deel van) het celmateriaal op de bemonsterde voorwerpen in of aan de vier woningen. Verdachtes DNA is aangetroffen op verplaatsbare voorwerpen zoals een pennendoosje, sieradendoosje en lade, zijnde voorwerpen die behoren bij de woning (feit 2) en een bahco waarmee de inbraak is gepleegd (feit 3), maar ook op niet verplaatsbare voorwerpen zoals op het raam van de woning (feit 1) en op de wartel van een raamuitzetter van de woning (feit 4).
Het door verdachte geschetste alternatieve scenario, kort gezegd inhoudende dat verdachtes DNA mogelijk in de woningen is terechtgekomen doordat hij zijn gereedschapskoffer met gereedschap en handschoenen heeft achtergelaten bij jongens die daarvan gebruik kunnen hebben gemaakt, schuift de rechtbank als ongeloofwaardig terzijde. Verdachte is pas voor het eerst bij de raadkamer gevangenhouding van 28 september 2022 met dit scenario gekomen, maar heeft geen namen willen noemen van deze jongens; ook niet bij zijn nadere verhoor bij de politie op 26 oktober 2022 of op de terechtzitting van 20 april 2023. Daarbij komt dat verdachte weinig tot niets heeft verklaard onder meer over welke gereedschappen door derden meegenomen zouden zijn en wanneer dat het geval zou zijn geweest. De verklaring van verdachte is op dit punt dus niet concreet en niet verifieerbaar.
Aan deze verklaring heeft verdachte pas op de zitting van 20 april 2023 toegevoegd dat hij, naast de groep jongens van wie hij de namen niet wil noemen, ook nog aan drie andere jongens zijn auto wel eens uitleende waarin de gereedschapskoffer zou staan. Afgezien van de namen van deze drie jongens en hun woonplaats, heeft verdachte zijn verklaring ook op dit punt niet nader geconcretiseerd, terwijl in dit stadium van het onderzoek van verdachte mag worden verwacht dat hij met meer details komt.
Voor de feiten 3 en 4 bevat het dossier naast de aangiftes en het DNA van verdachte op de plaatsen delict, bovendien de verkeersgegevens van verdachtes telefoon als bewijs. In het tijdvak waarin de woninginbraak onder feit 4 plaatsvond, heeft verdachtes telefoon een telefoonmast aangestraald zeer dicht in de buurt van de woning. Dit is ondersteunend aan het aangetroffen DNA van verdachte op de wartel van de raamuitzetter en sterkt de rechtbank in haar overtuiging dat verdachte in de woning is geweest.
In het tijdvak waarin de woninginbraak onder feit 3 plaatsvond, stond verdachtes telefoon uitgeschakeld of in vliegtuigstand. Daarnaast heeft verdachte de ochtend na deze woninginbraak naar zijn vriendin een bericht gestuurd dat hij buiten de stad was en dat zijn mobiel uitstond. Deze gegevens zijn ondersteunend voor het aangetroffen DNA van verdachte op de bahco en sterken de rechtbank in haar overtuiging dat verdachte de woninginbraak heeft gepleegd.
Vrijspraak medeplegen
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte de woninginbraken samen met anderen heeft gepleegd, zodat de rechtbank hem vrijspreekt van het ten laste gelegde medeplegen. Het dossier bevat geen bewijs dat de inbraken onder 2 en 4 door meerdere personen zouden zijn gepleegd. Over de poging tot inbraak onder feit 1 schrijft de politie weliswaar dat een buurman heeft gezegd dat hij twee personen zag wegrennen, maar de politie heeft deze getuige niet hierover gehoord. Ten aanzien van de inbraak onder 3 heeft getuige [getuige 1] weliswaar verklaard dat hij in de nacht van 15 april 2022 op 16 april 2022 omstreeks 00:00 uur aan de overkant twee jongens zag wegrennen, maar dit strookt niet met de waarneming van getuige [getuige 2] . Hij zag op 15 april 2022 omstreeks 23:30 uur, ongeveer een half uur eerder dus, een auto wegrijden vanaf het erf van de plaats delict, waarbij hij niet kon zien hoeveel personen in de auto zagen.
Vrijspraak diefstal met valse sleutel
De rechtbank acht met de officier van justitie en de raadsman het onder feit 3 ten laste gelegde pinnen met de gestolen pinpassen niet bewezen, nu het dossier daarvoor onvoldoende bewijs bevat. De rechtbank spreekt verdachte van dit onderdeel van feit 3 dan ook vrij.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij op 8 januari 2022 te Zwolle, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een woning (gelegen aan [adres 2] ), goederen en/of geld van zijn gading weg te nemen, toebehorend aan [aangever 1] , en om zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en die weg te nemen goederen en/of geld onder zijn bereik te brengen door middel van braak,
- naar die woning is toegegaan en
- een breekijzer in de sluitnaad van dat raam heeft gestoken en daarmee heeft gewrikt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij in de periode van 5 februari 2022 tot en met 7 februari 2022 te Zwolle uit een woning (gelegen aan [adres 3] ), een (geld)kist met diverse (waarde)papieren en een (sieraden)kist met diverse sieraden, toebehorend aan de erfgenaam van [aangever 2] en/of [aangever 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen, onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
3
hij in de periode van 15 april 2022 tot en met 16 april 2022 te Balkbrug uit een woning en daarbij behorende kantoorruimte (gelegen aan [adres 4] ), diverse sieraden en een hoeveelheid geld en bankpassen en een creditcard, toebehorend aan de erfgenaam van [aangever 4] en/of [aangever 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen, onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
4
hij in de periode van 21 april 2022 tot en met 24 april 2022 te Heino, uit een woning (gelegen aan [adres 5] ), diverse sieraden, toebehorend aan [aangever 6] ,
heeft weggenomen met het oogmerk om ze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen, onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45 en 311 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
feit 2, feit 3 en feit 4
telkens het misdrijf:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van zesentwintig maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in voorarrest. De officier van justitie heeft gevorderd daarbij de bijzondere voorwaarden op te leggen zoals geadviseerd in het reclasseringsrapport van 11 april 2023.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat in het geval dat de rechtbank één feit bewezen acht, aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd die gelijk is aan de duur van het voorarrest. Mocht de rechtbank meerdere feiten bewezen achten, pleit de raadsman voor een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest en een voorwaardelijke gevangenisstraf met daarbij de voorwaarden zoals de reclassering deze heeft voorgesteld in het rapport van 11 april 2023.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een drietal woninginbraken en een poging tot woninginbraak. Hieruit blijkt dat verdachte geen enkel respect heeft voor het eigendomsrecht van anderen en zich alleen laat leiden door zijn eigen persoonlijk geldelijk gewin. Hij heeft daarbij geen rekening gehouden met de schade, hinder en de last die hij anderen toebrengt. Dergelijke feiten veroorzaken bovendien gevoelens van onrust en onveiligheid in de buurt en in samenleving als geheel. Dat hij in twee gevallen woningen uitkoos waarvan de bewoner kort daarvoor was overleden, rekent de rechtbank verdachte in het bijzonder aan.
Persoon van de verdachte
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met het strafblad van verdachte van 30 maart 2023. Hieruit blijkt dat verdachte eerder meermalen voor soortgelijke feiten is veroordeeld, waaronder op 5 juni 2019. Vanwege die veroordeling liep verdachte bij het plegen van onderhavige feiten in een proeftijd, waarbij ook bijzondere voorwaarden ter behandeling en begeleiding waren gesteld.
De rechtbank heeft kennis genomen van de rapportage van 11 april 2023 die door de reclassering over verdachte is opgemaakt. De reclassering constateert bij verdachte een patroon van het plegen van vermogensdelicten. De reclassering stelt dat het moeilijk is grip te krijgen op verdachte, die bij een confrontatie altijd een verhaal heeft dat moeilijk te verifiëren is. Verdachte was tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis weliswaar afsprakentrouw, maar heeft beperkt inzicht gegeven in zijn leven. Hij liet sociaal wenselijk gedrag zien, terwijl hij ondertussen wel werd aangehouden voor een nieuw feit. Uit verdiepingsdiagnostiek van JusTact door GZ-psycholoog Rietberg kwam naar voren dat verdachte beïnvloedbaar is en emotiegerichte coping strategieën hanteert. De psycholoog heeft een klinische behandeling geadviseerd, wat niet haalbaar bleek door de middelenproblematiek van verdachte en zijn ontkenning van het ten laste gelegde. De reclassering schat de risico’s op recidive, letselschade en het onttrekken aan voorwaarden hoog in. Zij adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden.
Strafoplegging
Gezien de ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Alles afwegende acht de rechtbank verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twintig maanden met aftrek van de tijd die verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden. De rechtbank zal verdachte geen voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden opleggen, omdat de rechtbank, gelet op de houding van verdachte gedurende het eerdere (moeizaam verlopen) toezicht, het feit dat verdachte in een proeftijd liep toen hij onderhavige feiten pleegde en hij geen enkele verantwoordelijkheid neemt voor zijn daden, geen meerwaarde ziet in het opleggen van bijzondere voorwaarden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Voorlopige hechtenis
Bij beslissing van 9 februari 2023 heeft de rechtbank de voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van 14 februari 2023 geschorst, omdat het persoonlijk belang van verdachte bij schorsing zwaarder weegt dan het strafvorderlijk belang bij continuering van de voorlopige hechtenis en de doelen die met de voorlopige hechtenis worden nagestreefd door het stellen van voorwaarden ook kunnen worden bereikt. Gelet op wat de rechtbank hiervoor heeft overwogen en de straf die zij oplegt, zal de schorsing van de voorlopige hechtenis worden opgeheven.

8.De schade van de benadeelde

8.1
De vordering van de benadeelde partij
[aangever 5] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces ten aanzien van feit 3. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 5.473,34 (vijfduizendvierhonderddrieënzeventig euro en vierendertig eurocent) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schadevergoeding bestaat uit gepinde geldbedragen met gestolen bankpassen.
De rechtbank zal de benadeelde partij [aangever 5] op de voet van artikel 361, tweede lid, Sv niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, nu de rechtbank verdachte van het ten laste gelegde pinnen met de gestolen pinpassen (diefstal met valse sleutel) onder 3 vrijspreekt.

9.De vordering tenuitvoerlegging

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de tenuitvoerlegging van de op 5 juni 2019 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van tien weken in de zaak met parketnummer 08/123545-19 gevorderd.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, bij veroordeling voor enig feit, om een verlenging van de proeftijd verzocht, dan wel de voorwaardelijke gevangenisstraf om te zetten in een taakstraf.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de officier van justitie moet worden toegewezen. Het is gebleken dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan het plegen van nieuwe strafbare feiten heeft schuldig gemaakt.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op het artikel 57 Sr.

11.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
feit 2, feit 3 en feit 4
telkens het misdrijf:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
20 (twintig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
ten aanzien van benadeelde partij [aangever 5]
- bepaalt dat de benadeelde partij [aangever 5] (feit 3) in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
opheffing schorsing voorlopige hechtenis
-
heft opde schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer 08/123545-19
- beveelt de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter van de rechtbank Overijssel van 5 juni 2019 voorwaardelijk opgelegde g
evangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) weken.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.T. Bos, voorzitter, mr. J. de Ruiter en mr. V.P.K van Rosmalen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. de Bruin, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2023.
Buiten staat
mr. de Ruiter is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met onderzoeksnummer ON1R022046 Onderzoek Havikskruid. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] van 9 januari 2022, pagina 27.
3.Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning, [adres 2] Zwolle, van 9 januari 2022, pagina 31 en 32.
4.Een geschrift zijnde een rapport DNA-onderzoek naar aanleiding van een poging tot inbraak gepleegd in Zwolle op 8 januari 2022 van het NFI van 14 februari 2022, pagina 51.
5.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] van 7 februari 2022, pagina 56 en 57.
6.Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning, [adres 3] Zwolle, van 14 februari 2022, pagina 61 tot en met 63.
7.Een geschrift zijnde een rapport forensisch DNA-onderzoek van het TMFI van 21 maart 2022, pagina 73 en een geschrift zijnde een rapport forensisch DNA-onderzoek van het TMFI van 6 mei 2022, pagina 76.
8.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 5] van 7 februari 2022, pagina 56 en 57.
9.Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning, [adres 4] Balkbrug, van 17 april 2022, pagina 94 tot en met 96.
10.Het proces-verbaal betreffende een vergelijkend werktuigsporenonderzoek van 23 juni 2022, pagina 108 tot en met 112.
11.Een geschrift zijnde een rapport DNA-onderzoek naar aanleiding van een woninginbraak in Balkbrug tussen 15 en 16 april 2022 van het NFI van 16 juni 2022, pagina 105.
12.Het proces-verbaal van bevindingen, Eerste onderzoek mobiele telefoon [naam] , van 20 september 2022, pagina 351.
13.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 6] van 27 april 2022, pagina 136.
14.Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning, [adres 5] te Heino, van 2 mei 2022, pagina 154 tot en met 156.
15.Een geschrift zijnde een rapport DNA-onderzoek naar aanleiding van een woninginbraak gepleegd in Heino tussen 21 en 24 april 2022 van het NFI van 20 juli 2022, pagina 161.
16.Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek historische gegevens31648775906 van 12 september 2022, pagina 167 en 169.